woensdag 9 mei 2018

Jezus gaat voor Zijn aangezicht uit ...

‘Gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon,
goedertierenheid en trouw gaan voor Zijn aangezicht uit.’

>> Psalm 89:15


‘Als ik ongeveer twee weken terug Psalm 89 lees, springt bovenstaande tekst, en dan met name het tweede zinnetje, eruit en blijft haken in mijn gedachten en in mijn hart …’
Steeds als dit woord terugkomt in mijn gedachten, vult het mij met diepe vreugde en dankbaarheid.
De tweede zin raakt mij het diepst, maar ik wil niet voorbij gaan aan de eerste, want ze horen niet alleen bij elkaar, ik geloof ook dat de tweede zin de eerste zin compleet maakt en de volheid geeft.
Zegt 1 Korinthe 13 immers niet dat de liefde het belangrijkste is, dat als er geen liefde is, niets baat.'


Het was ongeveer half maart toen ik deze woorden schreef; inmiddels is het begin mei en het is nu pas dat ik de energie en mogelijkheid heb om af te maken waar ik toen aan begonnen ben.
En hoewel het inmiddels een tijdje geleden is, als ik teruglees wat ik tot nu toe geschreven had, komen dezelfde gevoelens en gedachten van toen weer terug.


Fundament
‘Gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon …’

Ik weet niet wat er door jou heengaat als je deze woorden leest (-ik hoor het graag), maar mij geven ze een goed gevoel, een gevoel van zekerheid, van veiligheid, van ‘het is goed’ en ik ervaar met het lezen, en herlezen, hoe rust en vrede mijn hart binnenkomen.

Het fundament, oftewel de fundering -basis, grondslag- van Zijn troon, dus de grond waarop Zijn troon is gebouwd, is gerechtigheid en recht.
Heel Gods handelen is dus hierop gebaseerd.
En dat betekent dat alles wat Hij zegt en doet altijd eerlijk en rechtvaardig is, betrouwbaar en volledig.
God heeft dus nog nooit iets gedaan wat onrechtvaardig is, noch zal Hij dat ooit doen.

Voor ons mensen is dit nauwelijks, misschien wel helemaal niet, te bevatten.
Want in de wereld waarin we leven worden recht en gerechtigheid aan alle kanten met voeten getreden; en ja, door een ieder van ons, onvolkomen en zondig als wij van nature zijn.
Maar God is volkomen, geheel heilig en zuiver; rechtvaardigheid is een deel van Zijn karakter.
God kan dus niet anders dan rechtvaardig zijn en rechtvaardig handelen.

Maar de tekst gaat verder, en ik denk (–lees: weet zeker) dat, door wat er volgt mijn hart zich bij de eerste woorden al vult met rust en vrede, omdat ze onlosmakend met elkaar verbonden zijn.
Want God is niet alleen een God van gerechtigheid en recht, maar ook een God van goedertierenheid en trouw.


Goedertierenheid en trouw
‘…goedertierenheid en trouw(-waarheid) gaan voor Zijn aangezicht uit.’

O, wat houd ik van dit woord goedertierenheid, en wat vind ik het erg dat het uit vele Bijbelvertalingen is geschrapt en vervangen door een enkel woord.
Want goedertieren(heid) is niet in één woord te vangen; het gaat zoveel verder dan alleen liefde of genade.
Ik wil daarom nogmaals vertellen wat ik er eens over heb gevonden.

Goedertieren(heid) komt van het Hebreeuws ‘chesed’, en daarbij staat dat het niet in één woord is weer te geven.
Goedertieren(heid) omvat namelijk het volgende: standvastige liefde, genade, liefdevolle vriendelijkheid, goedheid, mededogen, en ook trouw wordt ergens genoemd.

Als we nu eens al deze dingen eens in de plaats van goedertierenheid neerzetten dan wordt de tekst als volgt:
‘… standvastige liefde, genade, liefdevolle vriendelijkheid, goedheid, mededogen, en trouw(-waarheid) gaan voor Zijn aangezicht uit.’

Zijn liefde is niet zomaar liefde, nee, het is een standvastige liefde, een liefde die onwankelbaar, onwrikbaar en onveranderlijk is.
En Zijn vriendelijkheid is niet zo maar aardig zijn en voorkomend, maar een liefdevolle vriendelijkheid; een vriendelijkheid die gekenmerkt wordt door aandacht, zorg en toewijding.
Daarnaast is daar Zijn Genade, -de onverdiende gunst; Zijn goedheid en mededogen, oftewel Zijn barmhartigheid, Zijn compassie, ontferming, medeleven, medelijden.
Al deze dingen maken ook deel uit van Gods karakter; laten zien wie Hij is.
Als er dan staat dat ‘goedertierenheid en trouw voor Zijn aangezicht uitgaan’, dan weten we dat Zijn recht en gerechtigheid gegrondvest zijn in Zijn standvastige liefde, Zijn genade, Zijn liefdevolle vriendelijkheid, Zijn goedheid en mededogen.
Het beeld dat mij daarbij voor ogen staat, is het beeld van een weg in de vorm van een kruis en een man met littekens in Zijn handen en voeten, die luistert naar de naam Jezus.
Wat als we de woorden ‘goedertierenheid en trouw(-waarheid)' nu eens zouden vervangen door één Naam, en wel door de Naam: Jezus?
‘Gerechtigheid en recht zijn het fundament van Zijn troon,
Jezus gaat voor Zijn aangezicht uit.
Is Jezus immers niet de belichaming van Gods goedertierenheid?

Als Gods gerechtigheid en recht verstoken zou zijn van Zijn goedertierenheid en trouw (Jezus), dan zouden we allemaal verloren gaan, en nooit in Zijn nabijheid en aanwezigheid kunnen komen; heilig als God is.
Want ‘we hebben allemaal gezondigd en lopen daardoor allemaal de heerlijkheid en glorie van God mis.’ (>> Rom. 3:23)
Maar omdat God naast een rechtvaardig God ook een goedertieren God is, heeft Hij voor een uitweg gezorgd, zoveel houdt Hij van ons mensen.
Hij gaf Zijn eniggeboren Zoon om de straf voor onze zonden te dragen en zo de weg tot Hem vrij te maken.
Jezus heeft onze plaats ingenomen; voor jou en voor mij, ja, voor de gehele mensheid!
Dat is Zijn goedertierenheid!
Dat is Zijn genade, Zijn standvastige liefde, mededogen, goedheid en liefdevolle vriendelijkheid.

We hoeven niet meer bang te zijn, zoals het volk Israël bij de berg Sinaï (>> Exodus 19,20)
Ja, onze God is nog steeds een heilig en ontzagwekkend God; en ja,  ook een verterend vuur, maar wie gewassen is door het bloed van Jezus, is door Hem heilig en rein geworden, en mag vrijmoedig naderen tot de troon van genade.


Lieve Vader in de hemel, ik prijs U om wie U bent!
U, de Almachtige, zo ontzagwekkend groot en heilig, en tegelijk zo vol liefde en trouw.
Zonder Jezus zouden wij niet tot U kunnen naderen; zou Uw gerechtigheid en recht betekenen dat we voor eeuwig verloren zouden gaan.
Maar dankzij het vergoten bloed van Uw Zoon Jezus, mogen wij tot U naderen; ja, mogen wij U zelfs Abba - Papa, noemen.
Hoe onvoorstelbaar; wat een Genade!
Weg is daarom ook elke angst bij het lezen van deze woorden uit Psalm 89, en vullen ze daarentegen mijn hart met vreugde en dankbaarheid, met gevoel van veiligheid en geborgenheid.
Ja, gerechtigheid en recht zijn het fundament van Uw troon, maar goedertierenheid en trouw gaan voor Uw aangezicht uit, en ik zie Jezus, mijn Heer en Heiland.
Dank U, Heer Jezus, voor wat U voor mij hebt gedaan!
Dank U, Vader, voor wie U bent!
Ik prijs Uw Naam.

- Amen -


Ik hoef niet meer te vrezen,
genade heeft mij gered.
Het vergoten bloed van Jezus
heeft mij in vrijheid gezet.
Op mijn schouders ligt
het kleed van rechtvaardigheid.
Verkregen door Gods trouw
en goedertierenheid.









Gods rijke zegen 
en een liefdevolle groet,
Rita