vrijdag 14 april 2017

De liefde van God zichtbaar in Zijn genade (3 - slot)

Neem de tijd ...

God geeft niet naar dat wij verdienen, maar schenkt ons in Jezus, genade op genade.
Zo ook als het gaat om het volgende.
Zolang ik me kan herinneren heb ik ook gezongen wanneer ik maar kon.
Als kind urenlang op de schommel, op de zondagsschool van de Hervormde kerk, later met anderen op speciale avonden van de Chr. Gereformeerde kerken in de regio.
Ik zong op de fiets, op school in Utrecht, tijdens mijn werk.
Met mijn vader op zaterdagmiddag in de kerk waar hij als organist de sleutel van had; en och, wat zong dat geweldig en wat klonk dat mooi!
Of ook bij het orgeltje dat we thuis hadden, of samen met mijn moeder bij de vaat.
Eens heb ik me opgegeven voor een zangwedstrijd van de EO, maar ik heb nooit het lef gehad om te gaan, mijn angst en onzekerheid zorgden ervoor dat ik het afzei.
Echter door het roken verloor mijn stem haar glans, en op een gegeven moment was er niet zo veel meer van over.
Zingen deed ik nog steeds graag, maar zoals vroeger, nee, dat was voorbij.
Toch ben ik blijven zingen, ook in de moeilijke jaren die kwamen.
De aanbiddingsavonden van de gemeente waar we toen nog lid van waren, werden mijn zingende-met-gebroken-hart-en-stem-voorbede-en-staande-blijfavonden.
Ik denk dat ik daar geleerd heb, pas ingezien heb, wat een lofoffer werkelijk inhoudt.
>> Broken Hallelujah - Gebroken Halleluja

Inmiddels is het alweer heel wat jaar geleden dat ik op Goede Vrijdag gestopt ben met roken, ik ben de tel kwijt geraakt, maar niet het besef van het Genadegeschenk dat God mij heeft gegeven (naast Zijn hulp, waardoor het dit keer ook echt gelukt is), namelijk mijn stem terug om Hem de lof en eer toe te zingen en nu ook in het Aanbiddingsteam van onze gemeente.
En dat op mijn leeftijd!
Welk een trouwe en liefdevolle God is HIJ!


Wat God mij door Zijn Geest ook heeft laten zien en heeft geleerd, is de kracht van Zijn woord.
Het was op een dag dat ik de wanhoop nabij was, en niet meer wist wat ik nog kon doen, en ook niet meer wist hoe of wat te bidden.
Het was op die dag, dat Gods Geest mij drong om Gods woord te openen en allerlei Bijbelteksten uit te schrijven.
Eerst allemaal teksten waarin wanhoop doorklonk, uitroepen om Zijn hulp en redding, en vervolgens allemaal Bijbelteksten waarin doorklonk wie Hij was, en wat Hij allemaal heeft gedaan enz.
Vervolgens heb ik midden in de kamer hardop alles opgelezen en mijn wanhoop verdween en maakte plaats voor stille vrede in mijn hart.
Ik wil niet zeggen dat ik het nu helemaal voor elkaar heb, echt niet, maar de herinnering aan deze middag, aan dit moment, staat in mijn geheugen gegrift en brengt mij met iedere moeilijkheid bij Zijn woord.
Zijn woord stellen tegenover wat mij wanhopig maakt, tegenover mijn moeilijkheden en problemen, het verlegd eenvoudig mijn aandacht van mijzelf naar Hem en dat maakt dat ik veel meer aankan dat ik ooit had gedacht.
De moeilijkheden en problemen gaan niet weg, maar ik word er dan wel steeds weer bij bepaald Wie het is die mij bijstaat en helpt.
Een leerproces voor de rest van mijn leven, een keuze die ik steeds opnieuw moet maken.
Maar wat een Genade, wat een liefde, dat Hij mij zo tegemoet kwam (en komt) in mijn wanhoop.


In mijn raamkozijn staat een knipwerkje van een vogelkooi met een geopende kant; ooit gekregen van een lieve ‘zus’, die één van mijn stukjes had gebruikt op een Vrouwenochtend en die iemand tegen kwam die mij weer kende.
De vogelkooi is voor mij van grote betekenis, want het brengt de herinnering terug in mijn gedachten aan de toespraak van Margreet van Straalen  ‘Van afwijzing tot aanvaarding’, een toespraak die we met een groepje vrouwen hebben geluisterd en die ik vervolgens helemaal heb uitgeschreven en uitgespit.
Het bracht mij bij het feit dat ik (door allerlei omstandigheden) was als die vogel in die kooi met geopend deurtje was, vrij en toch gevangen.
Vrij om te gaan en staan, maar gevangen door de angst voor het onbekende; gevangen door een vals gevoel van veiligheid, want laten we eerlijk zijn, hoe ‘onprettig’ soms iets ook kan zijn,
als dat het enige is dat we kennen, dan kan dat ook een bepaald gevoel van veiligheid geven.
Maar God gaf mij met het inzicht ook de kracht en moed om die ‘valse, veilige’ plek te verlaten en ik legde mijn hand in die van Hem, en zo gingen we samen op weg.
En welk een bijzondere wereld is er niet voor mij opengegaan!
>> Mijn geliefde dochter (vervolg)
Ja, het was doodeng, het heeft heel wat gekost, maar het was het allemaal waard!
Wat was die toespraak een Genadegeschenk, wat waren het (meerdere keren) luisteren en uitschrijven ervan Genademomenten, welk een inzichten gaf Hij mij niet wat betreft de blokkades en dergelijke die er waren in mijn leven; wat is Zijn liefde daarin zichtbaar!

>> Van afwijzing tot aanvaarding (toespraak van Margreet van Straalen – even naar beneden scrollen en onderaan beginnen*)


Angst is iets dat deel uitmaakte van mijn vorige herinnering, van verschillende herinneringen.
Angst is wat al heel vroeg in mijn leven is binnengekomen, er waarvan God mij heeft laten zien, dat het satans manier is om Zijn kinderen weg te houden, of weg te halen, van hun bestemming.
Wat een Genade is het niet alleen dat God dit liet zien, maar ook dat Hij mij de moed en kracht geeft, en daarin ook naast mij en met mij mee gaat, om dit te veranderen en mij alsnog daar te brengen waar Hij mij hebben wilt, namelijk in de vrijheid.

Mensen zeggen soms: zo ben ik nu eenmaal, maar ik geloof met heel mijn hart, dat God niet wil dat we blijven wie we zijn.
Ik geloof met heel mijn hart, dat Hij bij machte is ons te veranderen, als wij het maar toelaten.
Het leven brengt nu eenmaal soms dingen met zich mee, waardoor wij heel anders worden dan we als kind waren, of zoals we hadden kunnen zijn, als de omstandigheden anders waren.
Toch zie ik om mij heen, en gedeeltelijk ook aan mijzelf, dat we zo niet hoeven te blijven en dat we het ook niet als een excuus kunnen gebruiken, want onze God is groter en machtiger dan hij die ons klein en gebonden wilt houden.
Hij zond Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus naar deze wereld, zodat we nieuwe mensen kunnen worden, mensen die bevrijd zijn van zonde en schuld, maar ook van het oude leven dat we hebben geleefd.
Het antwoord op alles is Genade, Gods Genade, en in die Genade is Zijn liefde zichtbaar.

En zo ben ik weer terug waar ik was begonnen, bij Genade, bij Grace, Amazing Grace.
Bij ‘It is by GRACE you (I) have been saved!’; bij ‘door genade bent u (ik) gered’.
Want, niet alleen heeft God mij Zijn grootste Genadegeschenk gegeven in Jezus, maar ook al deze andere dingen en de vele momenten en geschenken die nog zullen komen.
Het is Zijn Genade waardoor ik ben gered voor de eeuwigheid, maar het is ook Zijn Genade die mij keer op keer red van mijzelf en alles wat nog uit mijn leven weg moet om meer en meer op Hem te gaan lijken, om heilig(er) te worden, zoals Hij zegt in Zijn woord.


Alles wat ik hier heb opgeschreven zijn slechts enkele van de vele herinneringen die ik heb van momenten van Gods genadegeschenken.
Van sommige was ik mij al bewust dat het Genademomenten waren, van anderen kwam ik er pas veel later achter en een enkele pas met het lezen van het boekje.

Ik hoop (dat is eigenlijk mijn gebed) dat ook jij met het lezen van alles iets van Zijn liefde, die zichtbaar is in Zijn Genade, hebt ontdekt, en meer nog, dat het je aangezet heeft, of aanzet, tot het kijken naar Zijn liefde in de Genademomenten en -geschenken in je eigen leven.
Schrijf ze op en bewaar ze.
Met het opschrijven word je je bewuster van dingen, komen dingen beter binnen, en onthoud je dingen beter.
En soms kunnen dingen die je hebt opgeschreven weer tot een enorme bemoediging voor jezelf zijn, of je terugbrengen bij Hem, of een aansporing zijn, of …
Misschien zelfs van (levens)belang voor iemand die het ooit later in handen krijgt; wie zal het zeggen; God weet het.


Als laatste staat er nog één zin in het schrift dat ik gebruikt heb om alles op te schrijven, en daarmee wil ik eindigen.
Het heeft niets met het boekje te maken, nog met mijn herinneringen, maar ik denk dat het wel uit dit alles voortkomt en alles zegt:

‘Wees niet bang om aan de hand van Jezus te gaan!’


Lieve Vader in de hemel, het schrijven heeft deze keer wel heel wat voeten in de aarde gehad, maar dank U wel, dat U mij dwars door alles heen hebt geleid en geholpen.
Ik bid, Vader, dat het opnieuw tot zegen mag zijn en mensen heel dicht bij U zal brengen.
Niet door alles wat ik heb meegemaakt, of wat er is gebeurd, maar door wat U daarin voor mij hebt gedaan en betekent, en dat U dit niet alleen voor mij zo is, maar voor iedereen.
Wie U met het hele hart zoekt, zal U vinden, zegt Uw woord.
Nader tot Mij, en Ik zal tot u naderen!
U bent geen God van ver weg; U bent een God die ons zoekt en een relatie met ons wilt.
En door Jezus, Uw Zoon, door Zijn lijden en sterven, heeft U dit weer mogelijk gemaakt voor ons.
Door Hem mogen wij U Abba – Vader – noemen.
Wat een Genade, wat een Liefde!
Dank U wel!
Geprezen zij Uw grote Naam, van nu aan tot in alle eeuwigheid.

– Amen –


Zo terugdenkend zie
en ervaar ik Zijn liefde
meer en meer.
Het vult mijn hart
met dankbaarheid,
en mijn mond
met lof en eer.


Gods rijke zegen in het ontdekken van Gods liefde in Zijn genade in jouw leven.
Een liefdevolle groet,

Rita











* Wil je de toespraak van Margreet van Straalen graag in wordbestand lezen, dan kan ik je dit per mail toesturen.
Gebruik hiervoor het contactformulier bijna onderaan rechts op dit Blog, of mail naar bloemingodstuin@upcmail.nl.
Dit geldt ook voor mijn verhaal van ‘Onderweg naar Pasen’.

donderdag 13 april 2017

De liefde van God zichtbaar in Zijn genade (2)

… Ik trek mij terug, 
word stil en laat mij 
leiden door Zijn Geest.
En in de herinneringen
die komen, toont Hij mij
dat Hij er altijd, en overal,
bij is geweest.


De eerste herinnering brengt mij terug naar de nacht waarin mijn man heerlijk op bed lag te slapen, terwijl ik beneden aan tafel zat te schrijven (ik had toen nog geen eigen kamertje).
Al langere tijd was er diep in mij iets dat mij drong om stil te worden en de tijd te nemen om mijn gedachten en gevoelens op te schrijven rond de vraag die mij al lange tijd bezig hield, namelijk: besef ik zelf eigenlijk wel hoe groot Zijn lijden was?
En die bewuste avond, toen we aanstalten maakten om naar bed te gaan, was het gevoel om te moeten schrijven zo sterk, dat mijn man alleen naar bed ging en ik plaatsnam aan mijn keukentafel om te schrijven.
En ik heb geschreven tot in de vroege ochtend.
Nooit eerder, en ook niet daarna, is wat Jezus voor mij heeft gedaan zo diep binnengekomen.
Nimmer heb ik zo’n berouw gehad over mijn zonden en wat Hij daarvoor heeft moeten lijden.
Het is nu pas dat ik besef welk een Genademoment deze nacht was, welk een Genadegeschenk deze tijd met Hem, dit schrijven.
Hoe zichtbaar was en is Zijn liefde niet in Zijn allergrootste Genadegeschenk:  JEZUS.

Het verhaal is te lang :) om hier ook op te schrijven, maar via onderstaande link kun je het lezen.
Ik heb het verdeeld over verschillende blogpost, van ‘Onderweg naar Pasen … (het begin) in maart 2013 tot aan het slot in april.
(>> Onderweg naar Pasen …)


De volgende herinnering brengt mij op het grootste dieptepunt van mijn geloofsleven.
Na jaren van zware stormen in ons gezin was ik op een gegeven moment zo moe, zo boos, zo opstandig, zo teleurgesteld, dat ik het niet meer zag zitten, zowel eigenlijk het leven niet, als ook mijn leven met God.
Was het nog niet genoeg?
Waarom liet Hij dit alles toe?
Was de strijd om het leven van onze jongens nog niet genoeg, moest dit er ook nog bij?
Betekent geloven dan alleen maar strijd en moeiten en pijn en verdriet en …
Ik wilde niet meer, en zo kwam ik op een kruispunt in mijn leven waarvan ik nooit had gedacht maar te kunnen komen.
Op het punt waar ik me afvroeg of ik Hem dan maar vaarwel zou zeggen en zonder Hem verder zou gaan, of verder met Hem, maar zonder te nog te weten hoe.
En ik stelde mij voor hoe het zou zijn als ik alles maar vaarwel zou zeggen …

Mijn Bijbel(s), en alles in ons huis en op mijn kamer wat naar Hem verwijst, of op Hem wijst, wegdoen, niet meer naar de kerk of naar kring, geen aanbiddingsavonden meer, geen gebed meer (–ach, wat hielp dat immers …).
Niet meer ’s morgens met Hem beginnen, niet meer gedurende de dag met Hem praten, geen noodkreten naar boven meer op welk moment van de dag of nacht dan ook, niet meer schrijven, dichten, niets meer van alles wat ik ben en adem.
Niets meer …
Dan komt dit besef binnen: maar … dan ben ik niets, dan ben ik nergens meer.
Wat blijf er dan nog over?
Wat blijf er dan nog over van mij?
Dan wordt mijn leven zinloos, dan houdt het leven op, dan is alles … leeg …
En ik kon de leegte bijna gewoon voelen en op dat moment wist ik dat ik nooit zonder Hem kan …
O God …  hoewel ik op dit moment niet weet hoe ik verder moet, weet ik wel dat ik niet zonder U verder kan; zonder U houdt mijn leven op te bestaan, zelfs als ik gewoon verder leef.

Zelfs op dit grootste dieptepunt van mijn geloofsleven was Hij er met Zijn Genade.
Geen veroordeling, geen hand die mij wegvaagde, geen mond die sprak: weg van Mij, Ik wil je niet meer.
Alleen maar liefdevolle Vaderarmen, die nog steeds, ook na dit alles, wijd open waren om mij op te vangen, mij liefdevol te omarmen om samen met mij de weg te gaan die nog voor mij lag.
Wat een Genade!
Wat een Liefde!


Dan is daar het moment van mijn volwassen doop.
Welk een strijd daar om heen, ik ben immers ook als baby gedoopt.
Maar God liet mij duidelijk zien, zowel door Zijn woord als in het zeker (gevoels)weten, dat Hij dit van mij vroeg en ik ervoer de bevestiging op het moment dat ik uit het water omhoog kwam: ‘Ik ben vrij!’
Vrij van ‘je moet dit, je moet dat’; vrij van het wetticisme, het zelf moeten doen.
Met Hem begraven en weer opgestaan; niet meer ik, maar Hij leeft in mij!
Het heeft me best veel gekost; de relatie met mijn vader is nooit meer geworden wat die was, maar God vroeg mij te kiezen, mijn angst voor de reactie van mijn vader en wat daar uit voort zou komen, of Hem gehoorzaam zijn.
Van mijzelf had ik dit nooit kunnen doen, maar dankzij Hem wel.
Vergeven, genezen, bevrijdt; een nieuw leven ving aan.
Wat een Genade, wat een Liefde!
>> Mijn doopgedicht


Ik ellendig mens, …
O, ik ben zo dankbaar, dat mijn vader niet in die ellende is gestorven, maar dat hij met het ziek worden, verlost werd van zijn angst voor de dood en daarmee van deze woorden.
Deze woorden, ‘Ik ellendig mens, …’ waren keer op keer zijn woorden.
Hij was doof als ik hem zei dat er nog wat achter stond, dat het hier niet ophield, dat Paulus nog meer zei.
‘Maar Gode zij dank, door Jezus Christus, onze Here …!’
Ik was nog jong, een tiener als ik mij vastklamp aan wat er achteraan kwam en weigerde (ondanks alle gevoelens die bovenkwamen) daarin weg te zinken.
Ik zie daarin Gods genade, Gods liefde, dat Hij mij dit voorhield, terwijl overal om mij heen mensen bleven steken in het ‘Ik ellendig mens, …’


Een ander Genadegeschenk dat ik van God ontving als vijftienjarige, was met de preek van Professor Velema over ‘Mijn Vader’.
Het was de eerste keer, voor zover ik mij kan herinneren, of dat het pas echt binnenkwam, dat ik God mijn Vader mag noemen.
Ik weet echt niet meer wat hij verder allemaal heeft gezegd in die preek, behalve deze twee woordjes, die blijven mij mijn gehele verdere leven bij.
Een paar jaar later schreef ik er een gedichtje over, één van mijn eerste gedichtjes.
>> Mijn Vader


Met het oog op vergeven komen er een paar herinneringen boven.
Herinneringen aan heftige en moeilijke tijden, aan wat mij en later ook ons als gezin, aan onze dochter, werd aangedaan.
Mijn gedachten gaan naar de plaats waar ik gewerkt heb, naar mijn laatste afdeling …
Naar de tijd dat onze dochter verkering had met een jongen wiens pleegouders onze dochter van ons af wilde nemen en in hun eigen huis wilden hebben.
De pijn is weg, zo ook het verdriet, het zelfmedelijden en de bitterheid, de angels zijn eruit.
Ik had het nooit zelf gekund, ik wilde het zelf niet eens, maar dankzij Hem, dankzij Zijn Genade en Liefde kwam ik tot vergeven en gaf Hij de diepe genezing die daarbij hoort.
Het lied ‘Mercy’ van Laura Woodley heeft in die genezing zeker de laatste hand gehad; het bracht mij ook tot het schrijven van het gedicht >> ‘I've been forgiven of more - Ik ben meer vergeven’.


Wat ik ook zo bijzonder vind, is dat hoewel ik opgegroeid ben met een toornende God (opnieuw zeg ik erbij ‘in mijn beleving’), en voor die God heel bang was, ik niet bang was om Hem alles te vertellen.
Zolang ik me kan herinneren was er aan de ene kant een stuk angst voor God, en aan de andere kant ook een stuk dat niet bang voor Hem was.
Altijd is er ergens een diep besef geweest, dat God in werkelijkheid anders was dan de God die ik kreeg voorgeschoteld (in mijn herinnering –misschien was het minder erg dan ik het me herinner)
Het feit dat Hij alles van mij wist, alles zag wat ik deed, boezemde mij geen angst in, maar maakte het mij juist makkelijk om Hem alles te vertellen, want Hij wist het immers toch al, en het maakte het ook gemakkelijker om Hem overal bij te betrekken.
Ik zie dat als dat Zijn hand van kleins af aan op mijn leven was, en ik zie met het ouder worden meer en meer de Genade die daarin ligt en de Liefde die daarin ten grondslag ligt.


Gods Genade en Liefde zien in het feit dat iemand je tot de orde roept, heeft wel wat jaren gekost.
Door alles wat er in mijn leven gebeurd was en gebeurde, was ik terecht gekomen in een poel van zelfmedelijden, zelfbeklag en bitterheid.
Heel wat mensen hebben mijn verhalen vol van pijn en alle ellende die ik toch maar mee moest maken keer op keer moeten aanhoren.
Tot er op een dag iemand (een oudere man die ik heel graag mocht, nou ja, daarna ook even niet meer en die tevens psycholoog was geweest) op bezoek kwam en niet meeging in mijn zielige verhalen, maar mij vertelde dat ik mezelf eens aan moest pakken en iets anders moest gaan doen, zodat ik niet zoveel tijd had om aan en over mezelf na te denken (daar kwam het tenminste ongeveer op neer).
Ga borduren of zo, zei hij; met zo’n telpatroon kun je tenminste niet aan jezelf denken.
Mijn ‘dat heb ik nog nooit gedaan’ en ‘dat kan ik toch niet’ veegde hij van tafel.
Ach, hoe het precies gegaan is weet ik niet meer, noch wat hij precies heeft gezegd, maar ik weet nog wel dat ik heel erg teleurgesteld was en verdrietig, want ik had die dag juist iemand nodig die mij zou bemoedigen, een arm om mij heen zou slaan, me zou troosten, en hij deed niets van dat alles.
Het voelde eerder alsof ik op mijn kop kreeg; ik, die al zoveel te verduren had.
Maar zijn woorden bleven wel hangen, daar zorgde God wel voor, en Hij zorgde er ook voor dat ik erover ging nadenken en Hij zorgde er ook voor dat ik uiteindelijk toch een borduurwerk kocht en ging borduren.
En met het borduren, -het tellen, kwam er minder ruimte om met mijzelf bezig te zijn.
Daarnaast gaf God ook de juiste boeken, die mij ook de juiste weg wezen, en na jaren van worstelen met God en met mezelf, veranderde mijn leven.
O ja, ik ben nog steeds iemand van details en het keer op keer ‘moeten’ vertellen van dingen voor ik iets een plaats kan geven, dat schijnt zo bij mij te horen(al blijf ik er ook van overtuigt dat Hij dit in mij kan veranderen), ik moet kunnen praten, al helpt het schrijven mij ook enorm.
Maar welke een Genadegeschenk was deze man, die het lef had om mij tot de orde te roepen en niet mee te gaan in mijn zelfbeklag.
Welk een Genademomenten waren er in de jaren die volgden in het herinneren van zijn woorden, de borduurwerkjes, de boeken …
En opnieuw, welk een liefde van God is niet zichtbaar in Zijn Genadige geduld met mij.


Wat komen de woorden uit Psalm 147:3, die de schrijver van het boekje aanhaalt binnen:
‘Hij geneest wie gebroken zijn, en verzorgd hun wonden.’
Alles in mij roept ‘AMEN’.
Weg is immers de pijn van alle woorden, genezing is wat ik ervaar; mijn diepe wonden heeft Hij verzorgd.
Ja, Jezus kwam echt voor de gebrokenen van hart; Hij kwam voor mij!
Ik weet dat ik op sommige punten (heel) kwetsbaar ben, maar ik weet bij Wie ik moet zijn.

Wordt vervolgd ...

Gods rijke zegen in het ontdekken van Gods liefde in Zijn genade in jouw leven.
Een liefdevolle groet,

Rita




woensdag 12 april 2017

De liefde van God zichtbaar in Zijn genade (1)

Neem de tijd …


‘It is by GRACE you have been saved.’

‘Ja, vanwege de Genade zijt gij mensen die gered zijn door het geloof; 
en dat niet dankzij uzelf: Gods gave is het;…’

>> Efeziërs 2:8


Het is door het Dagboekje dat ik gebruik met mijn FF (>> First Focus)  dat ik werd bepaald bij het woord Genade; bij het zichtbaar worden van Gods liefde in Zijn genade.
Ik had werkelijk geen idee hoe of wat ik daar verder mee moest (en eigenlijk nog niet goed) maar het past wel precies in de lijn van waar ik mee bezig ben, en het valt precies in de maand dat we ook Goede Vrijdag en Pasen herdenken en vieren.
Als ik dan vanmorgen (het is nu dinsdag 28 maart) het document open waar ik de titel al had ingevuld, weet ik eigenlijk niet waar ik en hoe ik moet beginnen.
Het woord Genade komt ontzettend vaak voor in de Bijbel, dus aan de hand van welke tekst zal ik dan gaan nadenken en schrijven …
Ik kijk en zoek en denk, en denk … en ik ga nog maar even wat anders doen.

Als ik wat later terugkom schijnt de zon behoorlijk naar binnen door het zijraam van mijn kamertje, en dus buig ik mij iets voorover om de screen naar beneden te doen.
En terwijl ik  me voorover buig en met mijn hand naar de knop ga, lees ik schuin vanuit mijn ooghoek het woord ‘Grace’ op het bord dat ik vorig jaar met mijn verjaardag heb gekregen en dat toch eigenlijk heel duidelijk zichtbaar en leesbaar op mijn kamertje staat.
Zo dichtbij, en toch had ik het niet gezien.
 Als ik dan ook de tekst eronder lees, weet ik dat dit het woord is waarvoor ik de tijd mag nemen om over na te denken en te schrijven.

‘It is by GRACE you have been saved!’
Het is door GENADE dat je bent gered!’
Grace.
Genade.
Een onverdiende gunst, een onverdiend geschenk.


Ik heb geen prachtig en groots bekeringsverhaal.
Ik weet ook de datum niet van de dag dat ik mijn hart aan de Jezus heb gegeven; al wat ik nog weet, is dat ik als kind, in één van de kinderkampen van de NCGB onder leiding van (ome) Aad en (tante) Coby v.d. Sande, mijn hartje aan de Heer heb gegeven; een hartje dat Hem echter allang toebehoorde.
Ik heb het al eens eerder geschreven, ik ken geen leven zonder de Heer; Hij is er gewoon altijd al geweest.
Er is een tijd geweest dat ik dit best lastig vond, maar nu niet meer.
Steeds meer ga ik de genade daarvan inzien en ervaren.
Het één is immers niet beter, makkelijker of mooier dan het ander, we gaan alleen allemaal een andere weg –God gaat met een ieder van ons een andere weg.
Want, waar we ook vandaan komen, of het nu uit de wereld is of uit een (al dan wel of geen warm) christelijk nest, we zullen allemaal vroeg of laat zelf een eigen keuze moeten maken of we de Heer willen volgen en dienen ja of nee.
En is de weg tot onze redding genade, ook alles wat er volgt in ons leven, elke leerschool, alles wat we ontvangen, is ook genade.
Genade is alles, en alles is genade.


‘It is by GRACE you have been saved!’
Het is alsof God Zelf deze woorden tot mij spreekt; alsof Hij mij er opnieuw bewust van wilt maken en mij de diepte ervan nog meer wil doen kennen.
Alsof Hij met uitdaagt om te gaan zoeken, te graven, te overdenken, zodat mijn leven weer een stapje dichterbij Hem komt en tot Zijn eer zal zijn.

Focus.
Neem de tijd.
De schoenen uit.
De diepte zien van Zijn liefde.
Zijn liefde zichtbaar in Zijn geduld.
In Zijn genade …



Amazing Grace …
Het is inmiddels 5 april en ik ben niet verder gekomen de afgelopen dagen.
Hoe moet ik verder?
Eigenlijk weet ik nog steeds niet hoe of wat te schrijven.

In de tijd dat ik de eerste woorden trachtte op te schrijven en nu, kwam ik met het nadenken en zoeken het boekje van Jos Douma 'Genade ervaren' tegen.
Ik las (dacht ik) het eerste hoofdstuk (maar bij nader inzien was het waarschijnlijk de 1e preek) maar al snel had ik zoiets van, dit boekje wil ik hebben en ik moet dit gelezen hebben voor ik verder kan.
Een dag later lag het boekje in mijn brievenbus en het bleek een zeer waardevol boekje.
Heel wat keren kwam ik met het lezen tot het besef dat ik in mijn leven al vele genadegeschenken van God heb ontvangen.
Met het lezen kwamen namelijk steeds weer allerlei herinneren in mijn gedachten, waarvan ik met het lezen besefte: dit is genade.
Soms was ik zelfs tot tranen geroerd.
En het deed me beseffen dat we veel meer genade ontvangen  dan we ons vaak bewust zijn, en, en dat is het allerbelangrijkste, dat Zijn woord waarheid is als het zegt dat we ‘uit Zijn (Jezus) volheid genade op genade ontvangen’.
En het doet me ook opnieuw zien hoe groot Gods liefde is; liefde zichtbaar is in al die genadegeschenken.


Maar het is inmiddels alweer een paar dagen geleden dat ik het boekje uit heb, en ik kom er achter hoe snel ik het ook weer vergeet.
En het doet me eigenlijk best verdriet, want ik weet nog heel goed dat die momenten er waren en hoe sommige dingen uit het boekje mijn hart diep raakten.
Maar de drukte van alle dag, alle andere dingen die mijn aandacht en tijd vroegen, lieten mij alleen achter met de vage herinnering aan het ‘iets’.
Ik weet dat dit vrij ‘normaal’ is, dat we ons gewoon niet altijd alles kunnen herinneren en maar terug kunnen halen wanneer wij dat willen; dat het best ergens ligt opgeslagen en boven komt, maar voor nu, voor nu wilde ik dat het anders was.

Met dat ik deze dingen schrijf en tot dit besef kom, komt ook een opmerking van Ann Voskamp van haar DVD over Dankbaarheid die we afgelopen maandag met de VrouwenBijbelstudiegroep hebben gekeken in mijn gedachten: ‘Satan hates our pens’
(de eerlijkheid gebied mij om te zeggen dat ik de precieze woorden niet meer wist, alleen ongeveer en ik heb het snel nog even teruggekeken voor de juiste woorden; ze citeert hier trouwens Maarten Luther)
Pennen zijn er om dingen op te schrijven, te noteren, om te kunnen onthouden en/of door te geven, en ik kan me er dus wel wat bij voorstellen dat hij, satan, het haat als wij dingen opschrijven waardoor we meer van Hem gaan houden, Hem beter leren kennen, beter kunnen onthouden wat Hij zegt, of daardoor terug kunnen vinden wat Hij heeft gezegd enz.

Is dit het dan wat ik deze keer mag gaan doen, wat Hij wilt dat ik zal doen?
Nog een keer het boekje lezen (dat is namelijk het gevoel dat mij de hele tijd als ik deze dingen schrijf bekruipt) en dan de herinneringen en/of gedachten opschrijven die opkomen?
Zodat het ontdekken van genade in de herinneringen mij Zijn liefde doet zien, Zijn liefde zichtbaar wordt?
Zodat tevens een ieder die meeleest ook de genademomenten gaat zien in eigen leven en daarmee Gods liefde?

Dat ga ik dan nooit in deze ene dag die ik gereserveerd heb als schrijfdag redden, is mijn eerste gedachte en het vliegt me eigenlijk gewoon een beetje aan.
En toch … toch is er iets dat mij dringt om terug te gaan naar dit boekje, het nogmaals te lezen en pen en papier bij de hand te nemen en te op te schrijven wat in mijn gedachten komt, wat mij aanspreekt en raakt, doet nadenken, of wat dan ook.
Met andere woorden: wat Gods Geest mij te binnen brengt of laat zien, want dat is immers mijn gebed, ook vooraf aan het opnieuw lezen van dit boekje.
Ik sluit mijn laptop af, en gewapend met pen, papier en het boekje ga ik naar beneden naar ‘mijn stoel’ …


Amazing Grace 
8 April 2017

De rest van de dag van 5 april heb ik lezend en schrijvend doorgebracht.
En hoewel het nog maar kort geleden was dat ik het boekje gelezen had, het was beslist geen straf, noch kostte het mij moeite, om het opnieuw te lezen.
(En ik denk dat ik het zelfs zo nog een keer kan lezen)
Voor mijn gevoel zijn niet alle herinneringen die met het lezen in mijn gedachten kwamen hetzelfde als met de eerste keer lezen, maar velen wel.

Nu vraag ik me af of ik al deze dingen moet opschrijven of dat ik er enkele van zal noemen, en hoe past dit dan weer bij waar ik mee begonnen ben.
Daarbij wordt het dan helemaal een ellenlang schrijven, en in mijn achterhoofd klinkt hoe een blogpost juist niet te lang moet zijn.
Voor wie schrijf ik, is dan de vraag die zich opdring, en ik weet dat ik dit in de eerste plaats toch voor mijzelf doe en niet om lezers te winnen en door velen gevolgd te worden, hoewel het mij zeker erg goed doe als dit gebeurd en men er ook nog geraakt of bemoedigd door wordt.
En ik besluit om toch alles op te schrijven en dat ik gewoon deze hele blogpost in delen op mijn Blog zet.
Ik wil gewoon het hele verhaal hebben, het helemaal compleet hebben.
Het schrijven is deze keer één grote worsteling, maar ik besef dat er één is die helemaal niet wil dat het geschreven wordt, die niet wil dat ik Gods genademomenten en geschenken zie en opschrijf, die niet wil dat ik de liefde van God in die momenten en geschenken zie, omdat het mij meer van Hem doet houden en mij dichter bij Hem brengt.
Omdat het mijn gebed is, dat het een ander (al is het er maar één) er ook toe brengt om eens stil te gaan staan, na te denken en op te schrijven, om zo bewust te worden van hoeveel genade God al heeft gegeven naast Zijn allergrootste genadegeschenk, Jezus, en daarin Zijn enorme liefde ziet, of gaat zien.

Focus.
Neem de tijd.
De schoenen uit.
De diepte zien van Zijn liefde.
Zijn liefde zichtbaar in Zijn geduld.
In Zijn genade …


Er zit geen lijn in mijn herinneringen, het gaat kriskras door de jaren heen, afhankelijk van wat Jos Douma schrijft.
Daarbij zullen het alleen mijn herinneringen zijn die ik opschrijf, en niet vanuit welk punt in het boekje zij komen; ik geloof namelijk niet dat dit er iets toe doet.
Wel is het een boekje dat ik zeker aanbeveel om ook zelf te lezen.


Gods liefde zichtbaar 
in genademomenten, 
genadegeschenken.
Soms word ik mij 
er pas van bewust
als ik stil word
en terug ga denken …


Wordt vervolgd ...

Gods rijke zegen in het ontdekken van Gods liefde in Zijn genade in jouw leven.
Een liefdevolle groet,

Rita