maandag 28 november 2016

Klaar voor de strijd!

Hij rustte mij uit voor de strijd, en baande voor mij de weg.
Hij leerde mij hoe ik moest vechten …
Want U rustte mij uit voor de strijd, …
(GNB)

De God die mij omgordt met macht,  hij geeft volmaaktheid aan mijn weg.
Die mijn handen geleerd heeft te strijden, …
Gij omgordt mij met macht voor de strijd, …
(NB)

…, want Hij geeft mij kracht, Hij helpt mij om goed te leven.
Hij leert me om te vechten …
U gaf mij kracht voor de strijd …
(BGT)

Psalm 18:33, 35a,40a

Het is alweer ongeveer een jaar geleden dat ik bezig was met het nadenken en uitwerken van bepaalde verzen die mij raakten uit Psalm 18.
Om de één of andere reden (die ik niet meer weet) ben ik daar niet meer mee verder gegaan tot ik er vorige week ineens weer bij werd bepaald.
En zo heb ik deze afgelopen week opnieuw deze Psalm verschillende keren gelezen en mijn gedachten er over laten gaan.
Een jaar geleden was het ‘slechts’ vers 33 die tot mijn hart sprak, nu raakte dit vers verweven met de andere verzen die erbij staan en het gedeelte daar tussen.
En ik verlang er heel erg naar om te gaan zitten, er over na te denken en op te schrijven wat er in mijn hart en gedachten opkomt.


Ik lees heel graag de Groot Nieuws Bijbel, maar als er iets uitspringt, heb ik wel de gewoonte om het na te lezen in andere vertalingen, omdat door de gewone taal het soms anders wordt weergegeven, en ik bemerkte dat dit ook het geval was met vers 33, daarom heb ik vers 35a erbij genomen als ‘hoofdtekst’.
Toch is het niet echt een ‘probleem’, want in zekere zin komt uiteindelijk toch alles op hetzelfde neer, als je er tenminste wat dieper over nadenkt.
(met uitzondering van de BGT)

In vers één staat dat David deze Psalm(dit lied) zong toen de Heer hem had bevrijdt van zijn vijanden en van Saul.
(Bijzonder trouwens dat Saul apart vermeld staat, maar goed, dat terzijde)
In deze Psalm gaat het dus om de lijfelijke oorlogsvoering die David heeft gevoerd, en waar hij God de dank en eer geeft, omdat hij heel goed wist dat God het was die hem heeft beschermd en gered.
Maar in deze verzen laat David ook zien dat God hem niet alleen heeft beschermd en gered, maar dat Hij ook Degene was die hem had toegerust en gevormd om te kunnen vechten.

Toen David door Samuël tot koning werd gezalfd, was hij nog maar een jonge jongen.
Hij was een schaapherder, een musicus, een dichter; niet belangrijk geacht door zijn eigen familie, want als Samuël komt en vraagt naar de zonen van Isaï worden ze allemaal geroepen, behalve David. (1 Samuël 16)
De Bijbel zegt van hem dat hij rossig was, mooie ogen had en knap/mooi om te zien; alles behalve de rijzige gestalte zoals zijn broer Eliab, waarvan Samuël dacht dat God die wel zou bedoelen om tot nieuwe koning gezalfd te worden.
Maar Gods oog was op David, Hij zag Davids hart en daarom wilde Hij dat Samuël David tot koning zou zalven.
En in de jaren die volgden, maakte God hem daar klaar voor.

God gaf hem de lichamelijke kracht en sterkte die hij nodig zou hebben in de oorlogen.
God gaf hem snelheid om op de vijand af vliegen, te achtervolgen en in te halen.
God hield hem staande; leerde hem hoe hij de koperen boog moest spannen, hoe hij moest vechten.
God beschermde hem, ondersteunde hem, en het was Gods zorg voor hem die hem de kracht gaf die hij nodig had; zonder te wankelen kon David zijn wegen gaan.
God omgordde hem met de kracht die hij nodig had om zijn vijanden te verslaan en zo dwong God de vijanden tot overgave.


Als er één ding is wat in iedere vertaling naar voren komt, dan is het wel dat God David leerde vechten; Hij gaf hem de middelen, de vaardigheden, alles wat hij nodig had om de oorlogen te kunnen voeren.
En met dat ik deze dingen las, bracht God mij de wapenrusting in gedachten.
Davids strijd was tegen mensen van vlees en bloed, maar onze strijd is tegen de machten der duisternis.
‘Want (zegt Paulus) wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden,  tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’ (Efeziërs 6:12 HSV)
Daarom zegt Paulus ook in het vorige vers:
‘‘…weest krachtig in de Heer en in zijn sterke macht!
Bekleedt u met de wapenrusting van God, opdat ge kunt standhouden tegen de sluipwegen van de uiteenwerper; …’  (NB)

Om stand te kunnen houden tegen de boze hebben we niets aan menselijke wapens; ze zijn compleet zinloos en doelloos, maar als we de wapens opnemen die God ons geeft, dan zullen we kunnen standhouden en hem verslaan; simpelweg omdat ze van God Zelf komen en Hij Zijn kracht eraan verleent.

En zo geeft God ons:
- De gordel van de waarheid. 
Zodat we de leugens van de boze kunnen onderkennen en ontmaskeren.
- Het pantser/borstharnas van gerechtigheid.
Zodat ons hart -de zetel van onze gevoelens, eigenwaarde en vertrouwen (Het Leven) beschermt is met de gerechtigheid van Christus.
- De schoenen van vrede.
Altijd bereid om anderen het Goede Nieuws te vertellen.
- Het schild van geloof.
Daarmee zullen alle brandende pijlen (verzoekingen) van de boze worden gedoofd.
- De helm van het heil.
Oftewel de helm van onze redding.
De boze wil niets liever dan dat we twijfelen aan God, aan Jezus en aan het feit dat we gered zijn.
- Het zwaard van de Geest.
Dat is het Woord van God, en dit is tegelijk ons enige aanvalswapen.


Als ik dan terugga naar Psalm 18, naar hoe God daar zorgt voor David, zie ik tegelijk Zijn zorg voor mij, voor ons.
Vers 33 → Met kracht omgordt; onze weg volkomen/effen gemaakt.
Want Hij die in ons leeft, is machtiger dan hij die de wereld bezielt(1 Joh. 4:4b); Jezus die ons in alles is voorgegaan.
Vers 34 → Voeten als hinden; hoog op de bergtoppen.
Zijn Heilige Geest in ons, die ons alles te binnenbrengt wat we nodig hebben op het juiste moment; in Jezus zijn we meer dan overwinnaar.
Vers 35 → Handen die geleerd hebben om te strijden …, en armen die een boog kunnen spannen.
De Bijbel, Gods woord, dat ons onderwijst en alles leert wat we moeten weten.
Vers 36 → Het schild van Gods heil, Zijn ondersteunende rechterhand, Zijn zachtmoedigheid/liefdevolle zorg, die ons sterk maakt. 
Jezus’ bloed dat mij/ons gered heeft (redt), ons beschermt; God, die altijd en eeuwig dezelfde is, dus ook nu ons nog ondersteunt met Zijn rechterhand en Zijn liefdevolle zorg!
Vers 37 → Ruimte voor voeten, enkels die niet wankelen.
Jezus, Die de weg voor ons heeft vrijgemaakt; Gods Geest in ons waardoor we staande kunnen blijven.
Vers 38 en 39 → Vijanden achtervolgen, inhalen en niet opgeven; ze vermorzelen tot ze verslagen aan je voeten liggen.
Vastberaden de wedloop van het leven lopen; onze blik gericht houdend op Jezus, de Voleinder van ons geloof, om de prijs die ons wacht in ontvangst te nemen.
Vers 40 → God rust uit voor de strijd, en dwingt zo alle tegenstanders op de knieën.
Alles wat we nodig hebben heeft Hij ons gegeven; we kunnen het vinden in Zijn woord, de Bijbel.
En nog even, dan zal elke knie zich buigen voor Hem.

En met al deze dingen, die ik ervaar als door God aan mij gegeven, sluit ik dit alles af met de woorden van vers 30:

‘Want met U neem ik een horde, met mijn God spring ik over een muur.’
(NB)


Lieve vader in de hemel, dank U wel voor alles wat U mij heeft gegeven, heeft laten zien.
Dank U wel, dat U ook mij toerust voor de strijd, klaarmaakt voor wat dan ook voor me ligt aan strijd of taken.
Dank U wel, voor Uw woord, waarin ik alles kan vinden wat ik nodig heb en dank U wel voor Uw Heilige Geest in mij.
Laat mij toch iedere dag opnieuw de wapenrusting aantrekken die U mij heeft gegeven, en help mij om deze te gebruiken op het juiste moment en op de juiste wijze.
Samen met U, zal ik elke horde in dit leven kunnen nemen. 
Samen met U zal ik over elke muur kunnen springen.
Samen met U kan ik alles aan.
Dank U wel; ik prijs Uw Naam.

- Amen -


U rust mij toe voor de strijd;
alles wat ik nodig heb,
heeft U mij gegeven.
Open mijn ogen; doe mij zien,
opdat ik vanuit Uw overwinning
zal gaan en leven.


Gods rijke zegen en een liefdevolle groet,
Rita