zondag 31 juli 2016

Rust vinden in je geliefd weten ...

‘Rust vinden en je geliefd voelen is belangrijk voor een mens.’
Deze zin is een regel uit een dagboekje waaruit ik vrijdagmorgen een bladzijde las.
Het deed me wat en ik schreef het over om er nog eens verder over na te kunnen denken.

Rust vinden …
Hoeveel mensen zijn er niet zoekende naar rust in deze rusteloze wereld.
Geliefd voelen …
Hoeveel mensen verkeren niet in zielenood, omdat ze zich niet geliefd voelen.


Onze wereld verkeerd in grote nood.
En dan doel ik niet zozeer op alle natuurrampen die er plaatsvinden, de terreuraanslagen of de familiedrama’s, enz.
Maar in wezen ligt de grootste nood van de mens verborgen in de druk en drukte van deze tijd, en in zijn eigen gemaakte keuzes daarin.
De overvolle agenda’s, mobiele telefoons, sociale media, sport …
Het altijd en overal bereikbaar moeten/willen zijn.
Het niets kunnen/willen missen aan berichtjes, nieuwtjes, …
Het idee hebben dat je van alles moet, recht hebt op, het zo hoort.
Zelfs met vakanties komen mensen vaak doodmoe thuis en zijn ze eigenlijk al weer aan vakantie toe nog voor ze weer aan het werk zijn.
En onze kinderen …, och, zelfs zij ‘moeten’ tegenwoordig soms zo veel dat ze niet eens meer kind mogen en kunnen zijn.

Onze wereld is een rusteloze wereld; altijd in beweging, altijd zoekende naar meer of iets nieuws.
En hoe meer we in beweging zijn, hoe meer we zoeken, hoe meer we willen, hoe meer we vinden recht op iets te hebben, hoe groter ons egoïsme wordt, hoe meer we op onszelf gericht raken en de ander vergeten.
Voor rust en stilte is steeds minder plaats, minder tijd, en soms (of vaak?) is een mens daardoor niet eens meer in staat om de rust en stilte in te gaan; wat moet je immers met wat je dan ‘hoort’, voelt, ervaart …


Eens was alles goed.
Eens heerste er rust en vrede.
Eens leefde de mens in totale ontspannenheid.
Wat hij deed, deed hij in alle rust en ontspannenheid.
Alles was in perfecte harmonie met elkaar.
Mens, natuur en …
En God!

'Bij het opsteken van de avondwind hoorden ze God, de Heer, door de tuin lopen en zij verborgen zich voor Hem tussen de bomen.
God, de Heer, riep de mens: ‘Waar ben je?’
‘Toen ik U in de tuin hoorde,’ antwoordde de man, ‘werd ik bang, omdat ik naakt ben. 
Daarom heb ik mij verborgen.’

Genesis 3:8-10
(GNB)

Als ik deze woorden uit Genesis 3 lees, dan lijkt het erop dat het heel normaal was voor Adam en Eva om iedere avond tijd met God door te brengen.
‘Bij het opsteken van de avondwind hoorden ze God, de Heer, door de tuin lopen …’
Ze hoorden God door de tuin lopen, dus ze herkenden het geluid van Zijn voetstappen.
Maar nu, als je de rest van de woorden leest, klinkt er angst in door, onrust en onzekerheid; ze hadden zich verstopt.
Dit was duidelijk niet gewoon, want, hoor hoe God hen roept: ‘Waar ben je?’
Er was dus duidelijk eens een tijd, waar de mens leefde in de dichte nabijheid van zijn Schepper, in alle rust en vrede en in de zekerheid van het weten en ervaren van kostbaar en geliefd te zijn.
Geen druk, geen drukte, geen agenda’s, geen afleidende apparatuur , geen beslommeringen, geen ikke, ikke, ikke, geen … vul maar in; alleen de rust en vrede en het geliefd weten, voelen door te zijn in de nabijheid en de aanwezigheid van God.


We lopen door de tuin, Adam en ik,
genietend van al het moois om ons heen. 
Diep en intens is de vrede in ons hart;
verrukt, door zo te worden bemind.

De zon verwarmt onze blote huid;
ik voel zo Zijn aanwezigheid hierin.
Mijn God, en schepper, mijn Heer,
in Wie ik mijn diepste vreugde vind.

Nog even en de avondwind steekt weer op;
nog even en mijn God en Schepper komt.
Vol verwachting, ja, vol verlangen zie ik uit,
naar deze dagelijkse ontmoeting met Hem.

O, mijn  hart barst haast van verlangen,
want niets vervult mij immers meer 
dan het vertoeven in Zijn aanwezigheid
en het horen, het luisteren naar Zijn stem.

Hoor, hoor, hoor,  Zijn voetstap klinkt;
hier, hier ben ik, mijn God en Heer.
Ik koester mij in de warmte van Zijn liefde,
en in de geborgenheid waarmee Hij mij omgeeft.

Dit, dit is het volmaakte van het volmaakte;
dagelijks verkeren in Zijn dichte nabijheid.
Niets zal mij ooit meer kunnen vervullen,
dan zijn bij Hem, die mij geschapen heeft.


Met moeite keer ik terug van waar ik met mijn geest was.
Het is deze moeite die mij meer dan ooit doet beseffen dat dit de plek is waar ieder mens thuishoort, namelijk: bij Hem.
Het was immers ook de reden dat ik aan dit stukje begon; het wordt alleen nog maar eens extra bevestigd, dat dit ook zo is.
Ik heb het citaat van Augustinus als eens vaker aangehaald, maar ik kan niet anders dan het hier opnieuw doen:

‘Rusteloos is ons hart, tot het rust vindt in U.’


Daarom plukte ze wat vruchten van de boom en at ervan; ook gaf ze wat aan haar man en hij at er eveneens van.


‘Toen ik U in de tuin hoorde,’ antwoordde de man, ‘werd ik bang, omdat ik naakt ben. 
Daarom heb ik mij verborgen.

‘De vrouw die U mij gegeven hebt …’

‘De slang heeft me bedrogen, daarom …’

(Genesis 3:6,10,12,13)

Met de ongehoorzaamheid van Adam en Eva aan God is de zonde de wereld ingekomen, en met de zonde de onrust, de onvrede en het verlies van het geliefd weten, en ervaren, te zijn.
Leugens, bedrog en schaamte deden hun intrede en maakten voorgoed een einde aan het samenzijn, aan het nauwe en diepe contact met hun Schepper.
Voorgoed?
Nee, gelukkig niet voorgoed, maar er zou heel wat voor nodig zijn om dit door één mens vernietigde samenzijn te herstellen.

‘Om onze zonden werd Hij doorboord, onder onze schulden vermorzeld. De straf die Hij onderging, bracht ons vrede; de wonden die Hij opliep, brachten ons genezing.’

‘Want zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen ook dankzij de gehoorzaamheid van Eén alle mensen rechtvaardig worden.’

‘Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enig(geboren) Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.’

(Jesaja 53:5; Romeinen 5:19; Johannes 3:16)

De mens zelf kon nooit meer herstellen wat hij kapot heeft gemaakt.
Zijn ongehoorzaamheid had een dure, dure prijs.


Zoveel mensen twijfelen aan Gods liefde voor hen.
Er zijn zoveel mensen die (bijna) ten onder gaan aan de wurgende onzekerheid of God wel (echt) van hen houdt.
Angst en onzekerheid tekenen hun leven, en innerlijke rust en vrede is ver te zoeken.

O, lieve broer of zus, als jij dit bent, als dit voor jou geldt om wat voor reden dan ook, laat me je dan toch mee mogen nemen naar het kruis van Golgotha en zie daar hoeveel Hij van jou houdt!
God houdt zoveel van jou dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven om de weg naar Hem terug vrij te maken.
God houdt zoveel van jou, dat Hij bereidt was te geven wat Hem het meest dierbaar was, Zijn eigen Zoon, Jezus!
In Jezus is Zijn liefde voor jou een zichtbaar en tastbaar feit!

Zie het bloed stromen van Zijn kapotgeslagen lichaam.
Zie de bloeddruppels langs Zijn gezicht naar beneden glijden van de doornenkroon op Zijn hoofd.
Zie hoe Zijn bloed vloeit door de spijkers die dwars door Zijn handen en voeten gaan.
En hoor hoe Zijn ademhaling langzaam helemaal wegsterft tot een laatste kreet: ‘Het is volbracht!’

Is rood niet de kleur van de liefde?
Rood is ook de kleur van Jezus’ bloed, vergoten voor jou en mij, omdat Hij zoveel van ons houdt.
Iedere druppel bloed die vloeide zegt eigenlijk: ‘Omdat Ik van je hou! Omdat Ik van je hou!! Omdat IK van JOU hou!!!’


Is je hart rusteloos?
Zoek je rust?
Neem dan Zijn geschenk van liefde aan, het is gratis en voor niets.
Het is Zijn ultieme liefdesgeschenk voor jou!
Genade -onverdiende gunst- is hierin het sleutelwoord.

Je hoeft er niets voor te doen, beter gezegd, je kunt er niets voor doen.
Er is niets wat je kunt doen, waardoor Hij meer van je zal houden, noch minder waardoor Hij minder van je zal houden.
Hij houdt van jou om wie je bent: Zijn maaksel, Zijn schepping.

‘Rusteloos is het hart, totdat het rust vindt in Hem.’
Rusteloos is het hart, totdat het zich geliefd weet door zijn Schepper, Die door het vergoten bloed van Jezus dan niet meer alleen onze Schepper is, maar ook onze Vader.


Een doorboorde hand
reikt jou Zijn liefde aan
en verlangt te worden,
het centrum van jouw bestaan.

Een doorboorde hand
reikt jou Zijn rust en vrede aan,
en verlangt met jou te delen
elk detail van jouw bestaan.

Een doorboorde hand
reikt jou Zijn Genade aan.
Mag Hij voortaan deel  uitmaken
van  jouw bestaan?


Rusteloos is ons hart totdat het rust vindt in Hem; rusteloos is ook ons hart als het niet iedere dag opnieuw tijd doorbrengt met Hem.
Komen in Zijn aanwezigheid, tijd doorbrengen in Zijn nabijheid, Zijn stem horen en naar Hem luisteren, is wat we iedere dag opnieuw nodig hebben om hier op aarde te kunnen leven tot we straks voorgoed bij hem zullen zijn.

Daarin ligt onze zekerheid!
Daarin ligt onze rust en vrede!
Daarin ligt ons geliefd weten en voelen!
Daarin ligt onze kracht!
Daarin ligt onze sterkte!
Daarin ligt ons volhouden!


‘Laten we het oog gericht houden op Jezus, die ons op de weg van het geloof is voorgegaan en ons naar de volmaaktheid brengt.
Om de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij het kruis op Zich genomen en de schande niet geteld.
Nu zit Hij aan de rechterzijde van de troon van God.’

‘Laten we vasthouden aan het geloof dat we belijden: we hebben een Hogepriester die de hemel is binnengegaan – Jezus, de Zoon van God.
Onze Hogepriester kan volledig meevoelen met onze zwakheden.
Hij heeft alle beproevingen net zo ondergaan als wij.
Alleen, gezondigd heeft Hij niet.
We kunnen dus vol vertrouwen naderen tot de troon van de genadige God.
Daar zullen we barmhartig en genadig behandeld worden en op de juiste tijd hulp ontvangen.’

Hebreeën 12:2; Hebreeën 4:14-16
(GNB)


Lieve Vader in de hemel.
Als ik terugdenk aan het zinnetje waar ik mee begon ‘Rust vinden en je geliefd voelen is belangrijk voor een mens’, dan besef ik meer dan ooit, dat dit ook niet anders kan, omdat onze oorsprong voortkomt uit Uw liefde.
Ieder mens heeft het nodig om zich geliefd te weten en te voelen, en als dit niet zo is, dan ontbreekt het meest wezenlijke aan zijn bestaan. 
Liefde is wat U dreef toen U ons schiep.
Liefde is wat U dreef om te herstellen toen het kapot ging.
Liefde is altijd de sleutel en zal altijd de sleutel zijn.
En in Uw liefde voor ons liggen rust en vrede besloten.
Niet een rust en vrede zoals de wereld die geeft, maar Uw SHALOM, een vrede en rust die alle verstand te boven gaat.
Die in ons hart kan zijn te midden van de meest moeilijke en erbarmelijke omstandigheden.
Uw woord getuigd daarvan in personen als Stefanus, Paulus, Silas, Petrus, Johannes …
Een wolk van getuigen …
Lieve Vader, help ons om te onderkennen waar we in ons leven zo in beslag worden genomen, dat we niet of nauwelijks nog maar tijd doorbrengen met U.
Open onze ogen om te zien waar in ons leven de druk en drukte van de wereld heerst.
Help ons om te midden van alle druk en drukte de stilte op te zoeken om Uw stem te kunnen horen en te verstaan, zodat U ons kunt vullen met Uw liefde, Uw rust en vrede, Uw kracht en sterkte.
Help ons toch om te zien, hoe de boze ons op slinkse wijze bij U vandaan houdt, en zo berooft van alles wat we zo nodig hebben en alleen bij U kunnen vinden.
Breng ons waar nodig is terug op de weg naar U.
In Jezus’ Naam.

- Amen -


De stilte zoeken;
tot rust komen
in Uw aanwezigheid.
Niets zeggen,
alleen maar samenzijn
dicht aan Uw hart.
Uw harteklop horen:
‘Je bent geliefd,
kostbaar en waardevol;
ja, zo door Mij bemind.’

Hoe kostbaar en waardevol
zijn deze momenten
dicht bij U.
Rustend in Uw liefde,
genietend van Uw nabijheid,
maakt dat de zon ook
in het donker schijnt.
En zo ervaar ik,
ja, steeds opnieuw:
‘Ik ben Uw geliefde kind.’


Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,

Rita