zondag 24 januari 2016

De Heer zal voor mij strijden!

‘De Heer zal voor jullie strijden,
jullie hoeven niets te doen.’
GNB

‘De Ene zal voor u strijden 
en u hebt te zwijgen!’
NB 

Exodus 14:14


Het is inmiddels alweer meer dan vijf jaar geleden, dat dit woord een zichtbare realiteit was in het leven van mijn man en mij.
Onze dochter, toen net 16 jaar oud, was de inzet, de ’speelbal’.
Ze kreeg verkering met een jongen en om een lang verhaal kort te maken, de pleegouders van deze jongen, en dan met name de moeder, had haar zinnen gezet op onze dochter, om haar bij hen in huis te halen.
Naar de werkelijke reden kunnen we slechts gissen, al hadden we al snel door dat hier een enorme geestelijke strijd achter schuilging.
In de paar maanden dat onze dochter verkering had met deze jongen, was er gewoon contact met deze mensen, maar van uit het niets deden zij een melding bij het AMK (algemeen meldpunt kindermishandeling), doken vervolgens een heel weekend onder met haar, en kwamen wij in het crisiscircuit van jeugdzorg terecht.
In die tijd plaatste deze vrouw een aantal hele nare reacties op mijn Blog en mail.
Reacties met allerlei Bijbelteksten, zelfs een heel hoofdstuk werd niet geschuwd uit Mattheüs met sommige stukken rood onderstreept.
Waar het maar mogelijk was, werd onze dochter tegen ons opgezet.
Alles waar wij in geloofden en voor stonden, werd belachelijk gemaakt en zij gingen finaal  over onze regels heen en namen onze dochter daar in mee.
Alles wat zij van ons niet mocht, mocht ze daar wel, en wat ze van ons niet kreeg, kreeg zij van hen.
Ze mocht niet naar hen toe, maar ach, ze kwamen haar gewoon halen met de auto, of gaven haar geld voor de trein.
Kwetsbaar als zij was, werd ze zo een speelbal in de handen van het kwaad.
Later kwamen we er achter, dat ze van veel dingen die deze vrouw deed, niet eens afwist, noch had ze door wat er werkelijk allemaal gebeurde en speelde.

Het was een heel zware tijd, en ik geloof dat ik in heel mijn leven niet zoveel tranen heb vergoten als toen.
Details doen er niet toe, waar het om gaat, is het woord dat God gaf in deze tijd: ‘Niet door kracht noch geweld, maar door Mijn Geest! zegt de Here der Heerscharen.’ (Zacharia 4:6)
Wij ervoeren in die tijd heel sterk, dat God van ons vroeg om te doen wat van ons werd gevraagd door Jeugdzorg en binnen onze (Zijn) grenzen, maar om voor de rest alles ‘los te laten’ en in Zijn handen te leggen.
Vaak kregen we te horen van ‘o, als het mijn dochter was, dan zou ik …’, of ‘ik zou dit of dat doen naar die mensen’ …
Hieraan verbonden was de vraag waarom we verder niets deden.
Men begreep niet veel van waarom we ‘niets’ deden.
Maar deden we werkelijk niets?
Voor het oog van de mensen deden we misschien niets, maar we deden wel wat God van ons vroeg: we baden!
En niet alleen mijn man en ik, maar voor heel lange tijd kwamen er drie mensen bij ons uit de kerk om samen met ons voor haar, voor ons, en voor  de situatie te bidden.
Voor bijna een jaar (of misschien was het wel een heel jaar of meer) kwamen we bijna iedere week bij elkaar om te bidden.
Ook de voorganger die we toen hadden, was nauw bij dit alles betrokken.
Naast dat we bij hem terecht konden op elk moment van de dag, is hij verschillende keren biddend op pad geweest om/voor haar.

De overwinning kwam nadat hij ’s nachts biddend om het huizenblok van deze mensen had gelopen.
Of het nog dezelfde week was, of de week erop dat weet ik niet meer precies, maar de verkering ging hierop uit.
O, nog gaf deze vrouw (of moet ik zeggen de boze?) niet op; ze kwam haar zelfs de dag nadat het was uitgegaan gewoon ophalen, dit zonder mijn medeweten of toestemming; onze dochter was gewoon ineens weg.
Maar de overwinning was een feit!
Enkele weken daarna kwam het ook tot een definitieve breuk tussen deze vrouw en onze dochter.
De weg erna was ook in het geheel niet makkelijk, want wat hadden ze onze dochter gehersenspoeld, maar toch, langzaamaan, bij stukje en beetje …


Nu zijn we inmiddels vijf jaar verder en deze herinnering komt boven met dit woord, dat God voor ons zal strijden en wij stil moeten zijn.
Mijn gedachten gingen automatisch terug naar die tijd, want daar waren deze woorden een zichtbare realiteit geworden.
God zei ons stil te zijn: ‘Niet door kracht noch geweld!’
Wat voor ons inhield: deze mensen mijden, niet in discussie gaan met hen, niet reageren op wat ze schreven via de mail of op mijn Blog, geen aanklachten indienen bij de politie, geen verhaal gaan halen …
God zou voor ons strijden: ‘Maar door Mijn Geest!’
Ons hoofd buigen, bidden, wachten en vertrouwen.
Het was Zijn strijd, en het was Zijn eer en glorie waar het om ging, dat die gezien zou worden.
Als ik deze woorden schrijf, klinkt het heel makkelijk ‘hoofd buigen, bidden, wachten en vertrouwen’, maar zo makkelijk was het in de praktijk niet.
Het was wat we ervoeren dat God van ons vroeg, maar dat betekent niet dat het ook makkelijk is om te doen in de praktijk.
Aan de rand van wanhoop heb ik gestaan, niet wetend wat ervan te denken, met weinig tot geen hoop en/of vertrouwen.
Alleen dat woord ‘Niet door kracht noch geweld, maar door Mijn Geest! zegt de Here der Heerscharen’, dat was er en dat bleef.


Als ik dan terugga naar de tekst uit Exodus 14:14 ‘De Ene zal voor u strijden 
en u hebt te zwijgen!’ - ‘De Heer zal voor jullie strijden, jullie hoeven niets te doen’, dan zie ik opnieuw hoe God inderdaad voor ons heeft gestreden en dat het goed was om te zwijgen, om ‘niets’ te doen.
Echter, als er in de tekst staat ‘u hebt te zwijgen’ of zoals de GNB zegt ‘jullie hoeven niets te doen’, dan houdt dit niet in dat we dan maar met onze armen over elkaar moeten gaan zitten en wachten tot de strijd voorbij is.
Zo hadden wij dat ook niet ervaren, en ik geloof ook niet dat God dit zo bedoeld.
Voor mijzelf is dit woord sinds die tijd eigenlijk zo onlosmakend verbonden met het woord uit Zacharia 4 (vers 6).
Wij mensen hebben zo vaak de neiging om ergens op in te springen, te vechten (al dan wel of niet letterlijk), te doen, te handelen, zelf de touwtjes in handen te nemen …, maar als we de strijd aan God overlaten, gaan we alles in Zijn handen leggen (bidden), en vertrouwen we erop (al is het met vallen en opstaan) dat Hij het (wat dit ook mag zijn) zal doen; dan gaan we Hem danken, loven en prijzen.
Ja, zelfs tegen al onze gevoelens en onze gedachten in.
(wat een leerproces was en is; in ieder geval wel voor mij)


Mijn gedachten gaan met deze dingen ook naar het verhaal van Josafat in 2 Kronieken 20:1-30; hier zijn we namelijk precies met onze VrouwenBijbelstudiegroep deze maand aangekomen.
De Moabieten, Ammonieten en een aantal Meünieten, die hen steunden, trokken met een enorm leger op tegen Josafat en hem sloeg de schrik om het hart.
Josafat wendde zich tot de Heer en kondigde een vastentijd af voor heel Juda.
In Jeruzalem kwamen van alle kanten mensen bijeen om de Heer om hulp te vragen.
Geen stad bleef achter, staat er.
En in tegenwoordigheid van al deze mensen bad Josafat tot de Heer, vers 6-12, waar hij eindigt met de woorden: ‘U bent onze God. Straf hen af, want wij zijn niet opgewassen tegen deze oprukkende legermacht. We weten niet wat we moeten doen, maar onze hoop is gevestigd op U.’

Och, ook wij wisten niet wat we moesten doen; ook wij waren niet opgewassen tegen wat deze mensen deden.
Ons ouderlijk gezag werd aan alle kanten ondermijnd, onze regels met voeten getreden, en laten we eerlijk zijn, als je als kwetsbare puber kan kiezen tussen een plaats waar je alles mag en een huis met regels, en je wordt daarin gesteund en voorzien in wat je daarvoor nodig hebt …
Ook wij konden ook geen andere kant op dan naar de Heer; ook onze hoop was gevestigd op Hem.

Tijdens die bijeenkomst (vers 14-17) werkte de Geest van de Heer in op Jachaziël, een Leviet, en God sprak: ‘Wees niet bang, laat u geen schrik aanjagen door deze legermacht, want dit gevecht gaat niet tussen hen en u, maar tussen hen en Mij. ...  U hoeft geen slag met hen te leveren. Integendeel, stel u op een afstand op en kijk hoe Ik u de overwinning bezorg. …  ’
De Ene, de Heer, zal voor u strijden!

Nou, ik kan niet zeggen dat ik niet bang was, en dat dit alles me geen schrik aanjoeg, maar de zekerheid dat Hij voor ons aan het strijden was, was heel duidelijk.
En al kon ik de overwinning vaak  maar moeilijker voor me zien, toch …

De volgende morgen vroeg (vers 20), toen zij op weg wilden gaan naar de plaats waar ze wezen moesten, nam Josafat het woord en bemoedigde de bewoners van Juda en Jeruzalem.
En in overleg met het volk (vers 21) deden ze het volgende: Helemaal vooraan het leger werden enkele mannen in feestgewaden opgesteld om voor de Heer muziek te maken en Hem eer te brengen: ‘Breng eer aan de Heer, want eeuwig duurt Zijn liefde!’
En zodra zij begonnen te juichen en te zingen, bracht de Heer de vijand zo in verwarring dat zij elkaar te lijf gingen en uitmoordden.

Nog herinner ik me het telefoontje (het was op een vrijdagavond) van deze vrouw met de mededeling dat zij onze dochter ’s avonds voorgoed het huis had uitgestuurd.
Van alles had ze tegen haar, terwijl zij in wezen zelf verantwoordelijk voor alles was …


God, die voor ons strijd; wij, die stil moeten zijn, of zoals de ander vertaling het zegt, die niets hoeven te doen.
Even had ik moeite met de woorden ‘jullie hoeven niets te doen’, er ligt namelijk iets vrijblijvends in, terwijl de andere vertaling duidelijk in een gebiedende vorm staan.
Maar er klinkt in de woorden ‘jullie hoeven niets te doen’ ook een stuk ontspannenheid.
We kunnen ontspannen en alles aan Hem overlaten.
Als God voor ons strijd, hoeven we ons niet zenuwachtig en druk te maken of het Hem wel of niet zal lukken, hoeven we ons niet druk te maken of Hij het wel of niet aan zal kunnen, en we hoeven Hem zeker geen handje te helpen, maar kunnen we ontspannen en uitzien naar de dag dat de overwinning zichtbaar wordt.

Als ik nu, na vijf jaar naar deze dingen kijk, en de woorden lees, is alles zo helder, zo duidelijk, lijkt het allemaal zo makkelijk.
Komt bijna de vraag in mij op waarom ik toch soms zo met God gestreden heb, zo gevochten, en Hem niet gewoon Zijn gang heb laten gaan.
Zijn woord was daar, zo over duidelijk, en toch …
Nu terugkijkend, wil ik alles opnieuw diep tot me door laten dringen en in me opnemen, om nooit meer te vergeten, dat als God strijd, de overwinning een feit is en ik het echt met een gerust hart aan Hem kan overlaten.

Het brengt mij ook bij de Here Jezus, bij de overwinning die Hij heeft behaald aan het kruis op Golgotha; Zijn opstanding uit de dood, waarmee Hij de satan voorgoed heeft verslagen.
Het brengt mij bij het feit, dat ik in deze overwinning mag staan en mag leven.
En dat Zijn opstandingskracht, de kracht die Hem deed opstaan uit de dood, in mij is.
‘Want Hij die in mij leeft, is machtiger dan hij die de wereld bezielt!’
(1 Johannes 4:4b)
En het brengt mij ook bij de tekst die mij, zowel vorig jaar als dit jaar, zo na aan het hart ligt, mij zo bezighoudt: ‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.
Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.’

Zijn Geest vragen te komen in elke situatie van ons leven, in het bijzonder in die situaties waarin we zelf niets kunnen doen, en Hem laten strijden.

Geloven …
Vertrouwen …
Ons hoofd buigen, bidden, wachten …
Hij strijdt!


Lieve Vader in de hemel, ik was niet bepaald ontspannen, en echt uitzien naar de overwinning die U zou geven deed ik ook niet; het was allemaal zo moeilijk en zwaar; er was zoveel strijd ook in huis en ik werd zo belaagd van alle kanten.
Maar ik heb wel enorm veel geleerd in- en van deze tijd.
Nu kan ik zeggen, dat, hoewel ik niet voor deze moeilijke periode gekozen zou hebben, ik het ook niet had willen missen, want wat heb ik hierdoor veel geleerd, en wat heb ik veel mogen zien van U, van Uw grootheid, Uw macht, Uw majesteit.
Meer dan ooit is tot me doorgedrongen hoe belangrijk en krachtig gebed is.
Dit even teruggaan in de tijd, in mijn herinneringen aan toen, doen mij dit opnieuw beseffen, en ook raak ik opnieuw onder de indruk van Uw grote liefde en trouw.
Ik heb nog veel te leren, Vader, zeker als het gaat om ontspannen, om loslaten en aan U over te laten.
Als het gaat om geduldig (af)wachten, en zien op de overwinning die U geeft.
Zien op de overwinning, die U, Heer Jezus, lang geleden behaalde aan het kruis op Golgotha.
De overwinning, die zichtbaar werd, toen U opstond uit de dood.
Niet zien op wat ik denk, maar vertrouwen op U.
U in alles betrekken, elke omstandigheid, elke situatie, zodat ik kan rusten in U en mag weten dat het in Uw handen goed is, ongeacht hoe alles loopt.
Veranker lessen als deze in mijn hart, en breng het mij te binnen wanneer dat nodig is.
Ik prijs Uw heilige Naam!
U komt toe alle lof en eer!
U hebt de overwinning behaald!
Halleluja!

- Amen -


‘k Mag alles in Uw handen leggen
en weten dat U voor alles zorgt.
Ik mag rusten en vertrouwen,
ja, weten: U bent het, die
met en voor mij strijdt.

‘k Mag alles in Uw handen leggen,
echt alles aan U toevertrouwen.
Ik mag leven in Uw vrede,
want U bent het die
mijn weg bereid.

‘k Mag alles in Uw handen leggen …

Mijn ziel is verkwikt
en verblijd.


Als jij ook in een strijd verwikkeld ben en niet weet wat je moet doen, ga naar de Heer en laat Hem voor je strijden.
Vraag Zijn Geest te komen in de situatie, en geloof en vertrouw dat Hij de overwinning geeft op Zijn tijd en wijze.

Ik bid je Zijn rijke zegen toe,
Zijn dichte nabijheid en kracht,
Zijn Shalom diep in je hart.

Een liefdevolle groet,
Rita



2 opmerkingen:

  1. Heftig, hoor! Ik las deze tekst ook vandaag. Heel toevallig. Be Still and Let God do it

    "You will not have to fight this battle. Take up your positions; stand firm and see the deliverance the Lord will give you, Judah and Jerusalem. Do not be afraid; do not be discouraged. Go out to face them tomorrow, and the Lord will be with you."
    2 Chronicles 20:17, NIV
    Gods zegen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een heftig verhaal Rita ,maar er spreekt zoveel Gods vertrouwen uit .ben zo blij dat ik je heb leren kennen en van je schrijven kan leren en anderen ermee kan bemoedigen .

    liefs jane

    BeantwoordenVerwijderen