zondag 22 februari 2015

Week 9 - Een juist hart en gehoorzaamheid (2)
Luisteren naar mensen

Maar Samuel zei:
‘Heeft de HEERE evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen aan de stem van de HEERE?
Zie,  gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen.’
HSV

Maar Samuël zei:
‘Zijn offers de Heer even lief als gehoorzaamheid aan Zijn bevelen?
Nee, gehoorzaamheid is beter dan offers; luisteren gaat boven het vet van rammen.’
GNB

1 Samuël 15:22


Door omstandigheden liep het deze week allemaal wat anders dan ik had gedacht en moest ik bepaalde keuzes maken in wat ik nu wel of niet zou doen en wanneer.
Hierdoor verscheen het beloofde (vervolg)stukje van ‘Een juist hart en gehoorzaamheid’ niet in de week die achter ons ligt, maar pas vandaag.

Luisteren naar mensen.
Mogen andere mensen ons zeggen wat te doen, mogen zij ons iets leren, zijn wij bereid te doen wat zij zeggen?
Staan we open om te leren?
Want hoewel gehoorzaamheid aan God op de eerste plaats staat (Hand. 5:29); God spreekt ook door mensen heen, en niet alleen wat betreft profetieën, maar ook met terechtwijzing, of goede raad.
Daarover gaat de derde dag van het leesplan van YouVersion ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid.*


Een paar regels uit de overdenking:
‘Veel mensen houden er niet van als ze verteld worden wat te doen. Er zijn bepaalde houdingen en harten die je gewoonweg niets kunt leren. Je kan een arrogant hart niet onderwijzen. Je kunt een ‘alwetend’ hart niet onderwijzen. Je kunt een verdedigend hart niet onderwijzen. Je kunt een trots hart niet onderwijzen….maar een nederig hart zal altijd leren.

Ik moet bekennen dat ik behoorlijk eigenwijs ben en dat ik me niet snel iets laat gezeggen.
Hoewel ik ben opgegroeid in een liefdevol gezin, het was ook in een sfeer van ge- en verboden, van dominantie, en ik denk dat ik daarmee een beetje ‘allergisch’ ben geworden voor ‘je moet dit, je moet dat; dit mag niet en dat ook niet; dit is niet goed, dat is niet goed’; zo is het en niet anders.
En ik ben er ook achter gekomen, dat evangelische kringen in dat opzicht echt niet veel anders zijn dan de ‘zware’ kerken, alleen hun prioriteiten in ge- en verboden, in wat zij een ander (op grond van Gods woord!?) zeggen/op willen leggen, zijn anders.
Ik vind het daarmee dus voor mijzelf best wel moeilijk om mij door anderen iets te laten gezeggen, vooral ook, omdat het heel vaak niet gebeurd in liefde en met een bewogen hart, met het welzijn van de ander voor ogen.
En dat is nu net hetgeen wat zo ontzettend belangrijk is, als we anderen iets willen zeggen of vertellen.
Daarnaast weet ik dat bepaalde dingen die in mijn leven gebeurd zijn, ook meespelen in mijn reactie op goede raad, terechtwijzing …
Dit wil niet zeggen dat ik niet opensta om iets te leren, alleen het kan soms even duren.
Door alles heen is wat God/Zijn woord zegt voor mij het belangrijkste geworden, en neem ik vaak pas wat aan van anderen mensen als het in overeenstemming blijkt met Gods woord, of dat ik denk/voel/geloof dat Hij dit door een ander heen zegt.


Dat God het echter ook belangrijk vindt dat we naar andere mensen luisteren, openstaan voor goede raad en waarschuwingen, blijkt wel uit de volgende woorden uit Spreuken.


Spreuken 10:17
‘Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen.’
(GNB - Wie raad aanneemt, is op de goede weg, wie waarschuwingen in de wind slaat, zit op een dwaalspoor.)

Spreuken 12:1
‘Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig.’
(GNB – Wie een vermaning aanvaardt, wil iets leren, maar wie elke terechtwijzing haat, is dom.)

Spreuken 19:20
‘Luister naar raad en neem vermaning aan, opdat u uiteindelijk wijs wordt.’
(GNB – Luister naar goede raad, laat je terechtwijzen, alleen zo zul je uiteindelijk wijs worden.)

Spreuken 23:12
‘Laat uw hart tot vermaning komen en uw oor tot woorden van kennis.’
(GNB – Sta open voor goede raad en luister als je wat wil leren.)


Hoe moeilijk het soms voor ons mensen schijnbaar ook is om goede raad, vermaning of terechtwijzingen aan te nemen –hoe eigenwijs zijn wij immers niet– toch laten deze woorden zien dat als wij dat wel doen, er alleen winst is te behalen.
Het zal leven geven en kennis, ons wijs maken, in plaats van dat we dom blijven dwalen, omdat we niets willen leren.

Hoe is de gesteldheid van ons hart als het om deze dingen gaan?
Als we het citaat teruglezen, waar staan wij dan; hoe staat het er met ons hart voor?
Is ons hart nederig genoeg om iets te leren, of denken we het beter te weten dan een ander?
Of schieten we direct in de verdediging, waardoor er geen ruimte is voor een goede raad of terechtwijzing?
Of zijn we misschien te trots om toe te geven dat we wel goede raad of een terechtwijzing kunnen gebruiken en blijven we uit trots en hoogmoed onze eigen weg gaan, terwijl we diep van binnen (misschien) wel weten dat wat een ander zegt best wel goed en/of waar was/is?

We zien in het verhaal van Saul dat Saul weigert te luisteren naar wat Samuël zegt, hoewel hij heel goed weet dat Samuël de woorden van God doorgeeft en het bij het rechte eind heeft; dat hij terecht aangesproken wordt op zijn daden en keuzes.
Maar Saul’s hart is alle behalve nederig, en hij weigert zich terecht te laten wijzen, en onder allerlei uitvluchten probeert hij zelfs alles goed te praten.
Daarnaast schuift hij zelfs nog zijn eigen verantwoordelijkheid af op anderen.
‘Ja, maar het volk heeft …’


De overdenking geeft nog twee voorbeelden, namelijk die van de rijke jongeling en van Mozes en zijn schoonvader Jethro.

De rijke jongeling (Mattheüs 19:16-30)
De jongeman komt bij Jezus om Hem om raad te vragen over wat hij moet doen om het eeuwige leven te ontvangen, maar als Jezus hem zegt dat hij, naast het houden van alle geboden al zijn bezittingen moet verkopen en Hem moet volgen, haakt hij af en gaat hij terneergeslagen weg.
Alle geboden houden deed hij, maar zijn rijkdom opgeven kon hij niet.

Soms, en misschien wel vaak, zal het iets van ons vragen, ons iets kosten als we gehoorzaam willen zijn, en de vraag is dan, willen we echt iets leren of niet; willen we eigenlijk wel echt goede raad, of toch niet?
Mag het ons iets kosten, of zijn er zaken die ons luisteren naar anderen of onze gehoorzaamheid in de weg staan?
Is ons hart wel zo nederig als we denken?


Als we kijken naar Mozes en zijn schoonvader Jethro (Exodus 18:13-27), zien we een heel ander verhaal.
Jethro ziet wat Mozes allemaal te doen heeft en hij gaat naar Mozes toe en zegt hem dat hij het verkeerd doet, dat hij teveel van zichzelf vergt en dat hij, Jethro, hem een goede raad wil geven.
Vervolgens geeft Jethro Mozes advies en Mozes luistert naar de goede raad van zijn schoonvader, hij neemt zijn advies ter harte en doet er wat mee.
Mozes beseft niet alleen dat zijn schoonvader gelijk heeft, maar hij is ook niet te trots om het toe te geven, en hij is bereid om te luisteren en te leren.
En een zware last wordt van zijn schouders genomen, en hij krijgt daardoor meer tijd voor andere zaken.

Als men ons de juiste raad geeft, het juiste advies, of een juiste terechtwijzing, zal het ons winst opleveren; zal het uiteindelijk, ook al doet het misschien even zeer en kost het ons misschien wat, beter voor ons zijn.


Een heel belangrijk aspect bij het geven van goede raad, of terechtwijzingen is de manier waarop dit alles gedaan wordt.
Liefde is de sleutel, maar ook onderling vertrouwen speelt een belangrijke rol.
Al is het nog zo waar wat er gezegd wordt, is het het juiste advies, of een terechtwijzing die op zijn plaats is, als deze uitgesproken wordt zonder liefde en bewogenheid, zonder het welzijn van de ander voor ogen te hebben, zal het eerder afwijzing oproepen dan dat men zal luisteren.


Als Samuël naar Saul toe gaat, gaat hij naar hem toe met een bewogen hart.
‘U kunt God danken,’ zegt Saul tegen Samuël, ‘het is gelukt! Het bevel van de Heer heb ik uitgevoerd.’
Maar Samuël wist allang dat dit niet zo was, en met wat hij van God tegen Saul moest zeggen, had hij flink van leer kunnen trekken tegen Saul, maar hij deed dit niet.
Hij gaf Saul zelfs nog een kans om zijn woorden terug te nemen, en de waarheid te spreken.
‘Hoe kan ik dan schapen horen blaten en runderen horen loeien?’ vroeg Samuël.
En ook even verderop in het hoofdstuk met zijn vraag ‘Waarom, Saul, waarom heb je niet geluisterd naar de Heer; waarom heb je gehandeld in strijd met Zijn woord?’
Het ging hem aan het hart dat Saul ongehoorzaam was geweest aan God en hij niet openstond voor berouw en inkeer.

In de woorden van Samuël proef ik een grote pijn en een groot verdriet: ‘Waarom, Saul, waarom heb je toch niet naar de Heer geluisterd? Waarom heb je toch niet gedaan wat Hij heeft gezegd?! Waarom? Waarom?!
Saul, je ongehoorzaamheid is opstandigheid, is rebellie, en dat is gelijk waarzeggerij, en je eigenzinnigheid, Saul, is gelijk aan afgoderij, en beiden zijn even erg en slecht!
En Saul, doordat je Gods bevel naast je neer hebt gelegd, moet ik je zeggen, dat je niet langer meer koning zult zijn. God-heeft-je-aan-de kant-gezet, Saul, zoals jij Zijn woord aan de kant hebt gezet!’
O, hoe moeilijk had Samuël het daarmee!
Als God tegen Samuël zegt dat Hij er spijt van heeft Saul ooit tot koning te hebben gemaakt, ligt de profeet de hele nacht op zijn knieën om God in bidden en smeken te vermurwen.

Als wij het idee hebben dat we een ander iets moeten zeggen, gaan we dan meteen op hoge poten naar iemand toe, of gaan we eerst in gebed, en zoeken we Gods aangezicht om toch zeker te weten dat Hij het is die dit van ons vraagt?
Is ons hart liefdevol en bewogen met de persoon die we iets ‘moeten’ zeggen, hebben we zijn welzijn voor ogen, of maakt het ons niet uit en doen we gewoon dat waarvan we denken dat het onze ‘plicht’ is, of dat het God is die dit van ons vraagt?
En als we zeggen bewogen te zijn, het welzijn van de ander voor ogen hebben, is dit dan wel echt zo?
Zijn we daarin ook wel bereid tot zelfonderzoek?
Hoeveel mensen lopen er niet beschadigd rond, ver weg van God en Zijn gemeente, omdat er op verkeerde wijze is omgegaan met terechtwijzing?!
‘Veel mensen houden er niet van als ze verteld worden wat te doen’ zegt de schrijver, maar komt dat veelal ook niet door de manier waarop dit vaak wordt gedaan?
We kunnen het deze keer hebben over het feit of mensen wel of niet bereid zijn om te luisteren, maar is het daarvoor ook niet heel hard nodig om eerst naar onszelf te kijken of ons eigen hart de juiste gesteldheid heeft daarvoor?


Maar wat zou het eigenlijk het mooiste zijn als een ieder van ons een vriend of vriendin zou hebben met wie we zo’n open en eerlijke relatie hebben, dat je elkaar alles kunt zeggen; waar zo’n onderlinge liefde en vertrouwen is, dat je weet dat de ander altijd het beste voor jou voor ogen heeft.
Dat wat hij/zij ook zegt, niet is om je af te breken, maar om je op te bouwen.
Of misschien een geestelijk vader, of geestelijke moeder met wie we op kunnen lopen en van wie we kunnen leren.

Ter overdenking een laatste aanhaling uit Dag 3 van het leesplan:
‘Wij hebben allemaal mensen nodig die ons soms redden van onszelf!’


Lieve Vader in de hemel, boven alles wil ik U opnieuw eerst bedanken voor Uw geduld met mij, met ons mensen, en belijd ik U mijn eigenwijsheid, waardoor ik me soms zo moeilijk iets laat gezeggen.
Maar ik dank U ook dat U mij niet zomaar afwijst als ik mijn eigen wegen gaat en me niet één, twee, drie iets laat gezeggen.
Bewaar mij, Heer, voor een hart dat niet bereid is om te leren, en maak het juist steeds toegankelijker en meer open om te leren wat U wil dat ik leer, opdat ik een wijs hart bekom en het pad zal bewandelen dat naar het leven leidt.
Breng de juiste mensen in mijn leven, Vader, mensen die zo dicht bij U leven, dat zij Uw stem horen en verstaan, en mij onderwijzen met goede raad en als het nodig is met terechtwijzing.
Laat mij weten dat het van U komt, en help mij om alles te toetsen aan Uw woord en in mijn gebeden.
Ik bid U ook, dat Jezus steeds mijn voorbeeld zal zijn, in hoe Hij omgaat met mensen, in de manier waarop Hij handelt en spreekt; terecht wijst en goede raad geeft.
Ik bid U in Jezus’ Naam.

- Amen -


Liefde is de sleutel

Of we nu zelf goede raad
of terechtwijzing ontvangen,
of dat we deze geven
aan een ander,
laat het toch altijd
Gods liefde zijn die ons leidt.
Opdat elk woord
dat gesproken wordt
niet af zal breken
maar tot opbouw zal zijn,
leven zal brengen,
en een hart verblijdt.


Gods rijke zegen en een liefdevolle groet,





* Het leesplan ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid’ kun je vinden op >>YouVersion<<; na een account aangemaakt te hebben, kun je het leesplan (of andere leesplannen) volgen/meelezen.

zondag 15 februari 2015

Week 8 - Een juist hart en gehoorzaamheid (1)
Aan God

Maar Samuel zei:
‘Heeft de HEERE evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen aan de stem van de HEERE?
Zie,  gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen.’
HSV

Maar Samuël zei:
‘Zijn offers de Heer even lief als gehoorzaamheid aan Zijn bevelen?
Nee, gehoorzaamheid is beter dan offers; luisteren gaat boven het vet van rammen.’
GNB

1 Samuël 15:22


Deze week staat ‘gehoorzaamheid’ centraal.
Via Google (>> Gehoorzaamheid) vond ik de volgende, en mijns inziens ook de juiste en beste omschrijving van gehoorzaamheid, namelijk: ‘Onder gehoorzaamheid verstaat men het ondergeschikt maken van de eigen wil aan die van iemand anders.’
In het geval van ons, als kinderen van de Allerhoogste, dus onze wil ondergeschikt maken aan die van God.
Hem liefhebben en gehoorzaam zijn boven alles.
‘Uw wil geschiede.’


De overdenking op YouVersion(Dag 3)* over een juist hart en gehoorzaamheid gaat eigenlijk over of wij ons iets door anderen laten gezeggen, mag een ander ons zeggen wat te doen; staan wij open om iets te leren.
Ik miste in deze overdenking echter dat we in de eerste plaats altijd gehoorzaam dienen te zijn aan God en aan wat Hij ons zegt in Zijn woord.
De Bijbeltekst die ik tot centrale tekst heb genomen, wordt in de overdenking genoemd, maar er wordt direct doorgegaan op of anderen ons iets mogen zeggen wat we moeten doen; of we openstaan om iets te leren.
Ja, Samuël was Gods spreekbuis naar Saul toe, maar in mijn ogen staat gehoorzaamheid aan God in dit Bijbelgedeelte voorop, en niet of we bereid zijn om ons door anderen iets te laten zeggen.
De les van dit gedeelte is denk ik eerder hoe ontzettend belangrijk gehoorzaamheid voor God is, dat er naar Hem geluisterd wordt, en hoe zwaar Hij er aan tilt als dit niet gedaan wordt.
En op de tweede plaats komt dan in mijn ogen pas het feit dat Samuël door God wordt gebruikt om Saul te zeggen wat hij moest doen en hem vervolgens aan te spreken op zijn daden.
Daar het te veel en het stukje anders te lang wordt, houd ik het vandaag bij het nadenken over gehoorzaamheid aan God en hoop ik deze week het aan te vullen met  gehoorzaamheid/luisteren naar mensen.


De schrijver van de overdenking van YouVersion geeft al aan dat gehoorzaamheid tegenwoordig niet zo’n populair woord is, maar als ik mijn Bijbel lees, dan is het vandaag de dag eigenlijk niet echt zo heel anders dan vroeger.
Schijnbaar is het op de één of andere manier voor ons mensen gewoon verschrikkelijk moeilijk om gehoorzaam te zijn, en te blijven.


Het verhaal van koning Saul in 1 Samuël 15 laat ons heel duidelijk zien hoe belangrijk gehoorzaamheid is voor God.
Saul had Gods bevel (zie vers 3) slechts gedeeltelijk uitgevoerd; alles wat ‘minderwaardig en waardeloos’ was in de ogen van Saul en van zijn mannen hebben ze vernietigd, maar de rest hebben ze gespaard, en onder het mom van ‘het aan God als offer aanbieden’ tracht Saul zijn daad zelfs te rechtvaardigen.
Maar met gedeeltelijke gehoorzaamheid is het net als met een halve leugen, het is en blijft ongehoorzaamheid, zoals een halve leugen een hele leugen is voor God.

‘Waarom hebt u dan niet naar de Heer geluisterd? Waarom handelde u in strijd met Zijn wil …?’ (vs.19)

‘Ik heb wel naar de Heer geluisterd, antwoordde Saul, ‘al Zijn aanwijzingen heb ik opgevolgd. Koning Agag van Amelek heb ik meegevoerd, maar de Amalekieten zelf heb ik vernietigd. Maar het volk heeft de beste schapen en runderen voor vernietiging gespaard om die in Gilgal te offeren aan de Heer, uw God.’ (vs. 20,21)

Diep van binnen weet Saul best wel dat hij zich niet aan Gods bevel heeft gehouden en door middel van allerlei mooipraterij probeert Saul zich er al liegend uit te wurmen.
Maar Samuël haalt door al Saul’s woorden een streep als hij zegt:

Zie, gehoorzaamheid is beter dan offers; luisteren gaat boven het vet van rammen.’  (vs.22)

God wilde dat Saul Hem gehoorzaamde, dat Saul naar Hem zou luisteren en precies zou doen wat Hij had gezegd, dat was (en is) voor Hem het belangrijkste en er is geen enkel excuus dat ooit ongehoorzaamheid aan God rechtvaardigt.


Door heel de Bijbel heen zien we welk een belangrijke plaats gehoorzaamheid aan God inneemt.
Hoe hoog was immers niet de prijs die moest worden betaald om het tussen ons mensen en God weer in orde te maken!!!

‘Alle mensen hebben gezondigd en moeten het stellen zonder Gods heerlijke aanwezigheid. Maar ze worden gerechtvaardigd louter en alleen door Zijn genade, door de bevrijding die Hij gebracht heeft in Christus Jezus. God heeft Hem geofferd, en zo is Hij in Zijn dood het middel van verzoening geworden voor wie gelooft.’
Romeinen 3:23-25a


Wat mij echter iedere keer weer zo ontzettend treft, is dat dit niet zo maar iets is wat Jezus ‘even’ deed.


‘Hij, Jezus, had de gestalte van God, maar heeft Zich niet willen vastklampen aan Zijn gelijkheid met God.
Hij heeft Zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden.
Hij leefde als een mens en Hij vernederde Zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis.’
Filippenzen 2:6-8


Hij gaf alles op wat Hij had bij de Vader; Zijn God-zijn, Zijn grootheid en Hij aanvaarde de gestalte van een slaaf, Hij werd een dienaar; Hij werd aan ons mensen gelijk en Hij leefde als een mens.
Hij vernederde Zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis, een symbool van schande en vervloeking.
Nee, gehoorzaamheid was niet zo maar iets vanzelfsprekend voor Hem omdat Hij nu eenmaal Gods Zoon was; nee, ook Hij, Jezus, heeft gehoorzaamheid moeten leren, en wel door lijden heen.


‘Ofschoon Hij de Zoon van God was, heeft Hij door alles wat Hij geleden heeft, gehoorzaamheid geleerd. En toen Hij de volmaaktheid had bereikt, is Hij oorzaak van eeuwig heil geworden voor wie Hem gehoorzamen, …’
Hebreeën 5:8,9

Hij liep van hen weg tot op een steenworp afstand, knielde neer en begon te bidden: ‘Ik smeek U, Vader, neem deze beker van mij weg! Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt moet gebeuren. En uit de hemel verscheen er een engel om Hem kracht te geven. Hij raakte in doodsangst en Hij begon nog vuriger te bidden. Zijn zweet viel als bloeddruppels op de grond.’
Lucas 22:41-44

Gehoorzaamheid: niet mijn wil, maar Zijn wil.

Jezus gehoorzaamde Zijn Vader uit liefde; liefde was Zijn drijfveer om gehoorzaam te zijn.
Gehoorzaamheid kan ook voortkomen uit angst, maar hoe anders is het dan met ons gesteld, want angst houdt in dat je bang bent voor de consequenties.
Bang voor wat God (of mensen) zal doen als jij niet luistert, niet gehoorzaamt.
Bang voor straf, bang voor …
Maar als we doorhebben dat God gehoorzaamheid van ons vraagt omdat Hij immers weet wat het beste voor ons is en Hij daarbij ook altijd het beste voor ons op het oog heeft, dan wordt liefde onze drijfveer om hem gehoorzaam te zijn.
Dan is het onze liefde voor Hem waardoor we gewoon niets liever willen dan Hem gehoorzaam zijn, omdat we Hem daar mee eren, aanbidden, Hem vreugde schenken.
En zoals Jezus dit heeft moeten leren door lijden heen, zullen ook wij dit door lijden heen moeten leren, en dit ‘lijden’ is voor iedereen verschillend, omdat wij allemaal verschillend zijn en Gods met een ieder van ons Zijn eigen weg gaat.
Ik geloof ook dat het ‘lijden’ niet alleen moeilijkheden, beproevingen en/of lichamelijk lijden is, maar ook dat wat kan ontstaan voor onze wil zich schikt naar die van Hem, onze strijd en worsteling die daarmee gepaard kan gaan.


‘Wie Mij wil volgen, moet zichzelf verloochenen, elke dag zijn kruis opnemen en Mijn weg gaan.’
Lucas 9:23


Elke dag!
Niet één keer in de week, of één keer in de maand, of één keer per jaar, maar iedere dag!
Iedere dag onze wil aan de kant zetten en Zijn wil doen, Hem trouw zijn boven alles, Zijn wegen gaan en niet die van onszelf, van onze eigen verlangens en wensen.
Als we Hem willen volgen, zullen we ons eigen ik aan de kant moeten zetten om Zijn wegen te kunnen gaan.
Dat betekent ook dat we het kruis, dat Hij ons te dragen geeft –ziekte, moeilijkheden, strijd, vervolging, pijn, verdriet, …–  op ons nemen en dragen naar ons beste vermogen in het vertrouwen dat Hij ons daarbij de kracht zal geven die we ervoor nodig hebben, met onze blik gericht op wat ons wacht als we straks voor eeuwig bij Hem zullen zijn.

Als ik al deze dingen zo schrijf, is het in de eerste plaats een les voor mijzelf, want wat heb ik nog veel te leren hierin.
Maar het doordringt mij wel opnieuw van hoe belangrijk gehoorzaamheid is voor God  en dat de keuze aan mij is in hoeverre ik Hem wil volgen, wil dienen, wil eren, wil aanbidden; met andere woorden: Hem gehoorzaam wil zijn.

Ik sluit af  met nog enkele Bijbelverzen rond gehoorzaamheid die mij erg aanspraken toen ik bezig was met dit stukje:


‘Want zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen ook dankzij de gehoorzaamheid van Eén alle mensen rechtvaardig gemaakt worden.’
Romeinen 5:19


‘Wie Mij liefheeft, zal zich aan Mijn woorden houden. Mijn Vader zal hem liefhebben, en Mijn Vader en Ik zullen naar hem toegaan en wij zullen bij hem wonen.’
Johannes 14:23


‘Als je bij iemand in dienst treedt, ben je zijn ondergeschikte en moet je hem gehoorzamen. Dat weet u. Of u dient de zonde, wat uitloopt op de dood, of u gehoorzaamt God, wat tot gevolg heeft dat God u tot de rechtvaardigen rekent.’
Romeinen 6:16


‘Verlies uw hart niet aan de wereld of aan iets dat bij de wereld hoort. Als iemand zijn hart verliest aan de wereld, is er in hem geen plaats voor de liefde van de Vader. Want al het wereldse, alles waarop de mensen hun zinnen zetten en waarvan ze hun ogen niet vanaf kunnen houden en alle aardse zaken waarvan de mensen zo hoog opgeven, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. Die wereld met al haar verlokkingen gaat voorbij, maar wie de wil van God doet, blijft eeuwig leven.’
1 Johannes 2:15-17


Lieve vader in de hemel, gehoorzaamheid is niet een echt populair woord, en zeker ook niet als het gaat om U en Uw woord.
Wat wordt er eigenlijk ook weinig over gehoorzaamheid gesproken, onderwijs over gegeven, terwijl gehoorzaamheid voor U juist zo belangrijk is.
En dan bedoel ik niet dat er maar bepaalde dingen uit Uw woord moeten worden gehaald om daar de nadruk op te leggen, maar ik bedoel over gehoorzaamheid aan U en wat Uw woord er over zegt in het algemeen.
Uw woord laat ons immers zien, dat gehoorzaamheid iets is, dat geleerd moet worden.
Ouders moeten het kinderen bijbrengen, en zo wilt U het ook ons leren.
En niet op een manier, waardoor we bang van U worden, maar dat we U juist meer en meer lief gaan hebben, omdat we  steeds meer gaan inzien dat Uw wegen de beste wegen zijn; wegen die naar het leven leiden en niet naar de dood.
Waardoor gehoorzaamheid aan U ons verlangen wordt, en wij in de eerste plaats open gaan staan voor de leiding van Uw Heilige Geest.
Dat ons verlangen om Uw wil te doen steeds groter wordt, doordat we vreugde vinden in  het U behagen en ontdekken dat Uw vreugde en vrede dan ons deel wordt, en onze kracht.
Heer, ik geef U mijn hart en bid U, dat U mij een hart geeft dat openstaat om zich te laten leiden door Uw Geest; een hart, dat openstaat voor correctie, openstaat om te leren, om te gehoorzamen; een hart dat gericht is om te doen wat U vreugde schenkt.
En al gaat dit leerproces door pijn en verdriet heen, laat mij daarin dan altijd voor ogen houden dat U het het beste weet, en ook het beste met mij voorheeft op alle wegen in dit leven.
Geef mij een juist hart, Vader, een hart dat U gehoorzaam is boven alles.
Ik wil U ook bedanken, Vader, voor Uw geduld met mij in dit leerproces.
Dank U wel, dat ik mag worstelen, mag strijden; dank U wel, voor de ruimte die U mij daarin geeft, en geduldig en vol liefde op mij wacht.
Ik weet, ik maak het mezelf soms onnodig moeilijk, en U zult vast en zeker regelmatig Uw hoofd schudden om mij, maar dank U wel, dat U zoveel van mij houdt, dat U telkens wacht tot ik mijn hoofd buig en Uw wil doe.
Dank U wel!
Ik prijs Uw Naam!

– Amen –


Gehoorzaamheid,
luisteren,
Heer, het valt
niet altijd even mee.
Hoe graag gaan we
immers niet onze wegen,
doen we waar we zelf
naar verlangen en gaan we
op deze wijze soms zonder
het te beseffen
met de boze in zee.
Hoe makkelijk praten we
soms dingen niet goed;
een leugentje om bestwil;
ja, maar die ander …;
och, ik ben zo moe.
En toch, wat doen we U
zo ondoordacht veel verdriet;
doe ons toch beseffen, Heer,
dat elke vorm van ongehoorzaamheid,
hoe klein ook, er voor U toe doet.
Heer, geef ons een hart,
dat Uw wil wil doen
en Uw wegen wil gaan.
Dat gehoorzaam is
uit liefde om wat U
voor ons heeft gedaan.

– Amen –


Gods rijke zegen en een liefdevolle groet,




* Het leesplan ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid’ kun je vinden op >>YouVersion<<; na een account aangemaakt te hebben, kun je het leesplan (of andere leesplannen) volgen/meelezen.


zondag 8 februari 2015

Week 7 - Een juist hart

Schep mij een rein hart, o God,
en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.
HSV

Mijn God maak mijn hart zuiver
en mijn geest standvastig.
GNB

Psalm 51:12


Allereerst wil ik iedereen even bedanken voor alle beterschapswensen.
Inmiddels ben ik weer aardig opgeknapt; het restant zal waarschijnlijk gewoon moeten slijten.
Het is in ieder geval weer heel fijn om weer achter mijn laptopje te kruipen en te kunnen schrijven.


De tweede dag van het Leesplan van YouVersion ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid‘* gaat over een juist hart en de tekst die daarbij het meest tot mijn hart spreekt, is Psalm 51:12.
Het verlangen van David naar een rein, zuiver hart en een standvastige geest.
In het Leesplan wordt gewezen op het uitstekende hart van Daniël en het gebed van David om een juist hart, en de vraag die daarop gesteld wordt, is hoe het met mijn(ons) hart is; wat mijn (ons) hart beheerst; ‘is het vrij of zit het vol met ergernissen of pijn uit het verleden?’
Wat mij ook behoorlijk raakt in de overdenking en tot nadenken stemt, is het volgende:
‘Als iemand een vervuild hart heeft, komt het tot uiting in hun gave, wat hun gave ook is.

Als je hart niet juist is, komt dat tot uiting in wat je doet, omdat ons hart als het ware ‘lekt’.’


Als eerste word ik getrokken naar Daniël en ik ga op zoek naar wat de Bijbel over hem vertelt.
Al in het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Daniël staat het antwoord over de gesteldheid van zijn hart.
Daniël was weggevoerd uit zijn eigen land en terechtgekomen aan het hof van de koning van Babel, maar hij weigerde van het begin af aan ook maar iets te doen dat in strijd was met Gods voorschriften.
Koning Nebukadnessar had namelijk bepaald dat Daniël, en al de anderen -waaronder ook Chananja(Sadrach), Misaël(Mesach) en Azarja(Abed-nego)- die geschikt bevonden waren om dienst te doen in het paleis, naast onderwijs in de geschriften en taal van de Babyloniërs, ook moesten eten en drinken van de gerechten en de wijn die werden geserveerd aan de koninklijke tafel, en dan na drie jaar opleiding konden ze dan bij de koning in dienst komen.
En dan staat er in vers 8:
Daniël nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen.’
De Naardense Bijbel zegt zelfs bindt zichzelf op het hart dat hij zich niet zal …’

Als er gesproken wordt over het ‘uitstekende’ hart van Daniël, dan zien we aan deze woorden dat alles draait om het (willen) doen van wat God zegt, ongeacht de plaats, ongeacht de situatie.
Ook in dat verre vreemde heidense land wilde Daniël zijn God trouw zijn.
Er staat niets over Daniël’s gevoelens, alleen dat hij de keuze maakte met zijn hart(!) om niets te doen wat in strijd was met God’s voorschriften en vervolgens zette hij de daarvoor benodigde stappen.
En we zien in vers 9 hoe God dit ‘beloont’: ‘God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen.’
En in vers 17: ‘Aan deze vier jongemannen nu gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften, en wijsheid, en Daniël gaf Hij inzicht in allerlei visioenen en dromen.’

Daniël en zijn vrienden laten zien dat een juist hart alles te maken heeft met wie we de eerste plaats geven in ons leven, naar wie of wat we willen luisteren, wie of wat heerst in ons hart.
Hun keuze toont ons dat er geen enkel excuus te vinden is om God niet ten allen tijd op de eerste plaats in ons leven te zetten, maar om Hem gewoon boven alles gehoorzaam te zijn, en om ook de stappen te zetten die daarvoor eventueel nodig zijn.
En we zien dat God dit zegent.
Ook later zien we hoe deze mannen God trouw blijven ongeacht de consequenties die boven hun hoofd hangen. (Daniël 3 – Vurige oven; Daniël 6 - Leeuwenkuil)

Een juist hart, een hart dat God de eerste plaats geeft, een hart dat Hem wil behagen, een hart dat Hem zoekt, ongeacht de omstandigheden, ongeacht wat er gebeurt, ongeacht wat dan ook.
En daarin zijn Daniël en zijn vrienden ons een groot voorbeeld!


Een juist hart is ook een hart dat openstaat voor de leiding van Gods Geest, voor correctie, voor berouw, om andere wegen te gaan.
‘Schep mij een rein hart, o God!’ bidt David, als Nathan hem gewezen heeft op zijn zonde met Bathseba.
David laat zich niet alleen terechtwijzen door de profeet Nathan, hij keert zich met een berouwvol hart naar God.
(Lees Psalm 51 maar eens in zijn geheel)

David, over wie de Bijbel over spreekt als de man naar Gods hart (Hand. 13:22) laat ons zien dat een juist hart openstaat voor correctie, openstaat om terechtgewezen te worden en vervolgens tot berouw komt en andere wegen wil gaan.
Van dat laatste getuigen zijn woorden als hij bidt om een standvastige geest.
‘Vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest.’
Hij beseft dat hij zwak is geweest en dat zijn geest het nodig heeft om opnieuw standvastig te worden, zodat hij niet nogmaals zal bezwijken voor verleiding.
Een standvastige geest, een geest die zich houdt aan wat God zegt en vraagt, en die niet bezwijkt voor wat wordt gevoeld, of gezien, of gehoord, of …
En David beseft dat hij Gods hulp daarbij heel hard nodig heeft.

Wat een bijzondere mannen die ons als voorbeeld gegeven worden voor een juist hart; wat kunnen we veel van hen, van hun leven, hun keuzes, leren.


Daarnaast gaan mijn gedachten, eigenlijk al vanaf voor ik ook maar begon met schrijven, naar Psalm 139 en wel de laatste twee verzen, 23 en 24.

‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
beproef mij en ken mijn gedachten.
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg.’

De Groot Nieuws Bijbel zegt het zo:
‘Mijn God, doorgrond mij,
kijk in mijn hart, 
onderzoek mij, 
peil mijn gedachten.
Dreig ik van U af te dwalen,
breng mij dan terug op de weg naar U.’

Deze woorden brengen mij weer naar het begin, naar de woorden uit de overdenking.
Hoe is het met mijn hart; wat beheerst mijn hart?
Is het vrij of zit het vol met ergernissen of pijn uit het verleden?’
Of zijn er/spelen er andere dingen?

Soms kunnen dingen door de tijd heen zo met ons leven verweven zijn geraakt, en ‘gewoon’ zijn geworden, dat we niet eens meer doorhebben dat God daardoor niet, of niet volledig, tot Zijn doel met ons leven kan komen.
Onvergevingsgezindheid, haat, onwil, bitterheid, boosheid, …
Of, we hebben dingen op een bepaalde manier geleerd, maar is dit ook zoals God het zegt of bedoeld heeft?
Of vraagt God wat anders van ons dan dat we zelf voor ogen hebben?
Of gaan we voor wat mensen van ons verwachten, verlangen of willen?

Dingen kunnen in onze ogen soms heel onschuldig lijken, of niet de oorzaak zijn van …, maar als ik de onderstaande zinnetjes, die uit de overdenking komen, nog eens lees en deze woorden zet naast Spreuken 4:23 …
(zie ook: Week 5 – Bewaak je hart!)

‘Als iemand een vervuild hart heeft, komt het tot uiting in hun gave, wat hun gave ook is.

Als je hart niet juist is, komt dat tot uiting in wat je doet, omdat ons hart als het ware ‘lekt’.’

Hoe belangrijk is het dus wel niet om, als we een juist hart willen hebben, regelmatig naar God toe te gaan en Hem ons hart te laten onderzoeken, zodat Hij ons, als het nodig is, steeds weer op de juiste weg terug kan brengen, zodat ons hart een juist hart zal zijn.
Een hart dat Hem op de eerste plaats heeft, een hart dat gericht is om Zijn wil te doen en Zijn wegen te gaan.


Mijn  God en Vader,
ik bid U:
doorgrond mijn hart,
kijk, ja zie, tot in het diepste,
donkerste puntje van mijn hart
of er ook maar iets is wat mij
doet afdwalen van U,
of mij verkeerde wegen
doet gaan.
Maak het mij bekend, o God;
laat Uw Geest het mij tonen,
mij weten, zien of horen,
opdat er niets zal zijn
wat tussen U en mij
in zal staan.
Vernieuw zo ook 
in mijn binnenste,
in het diepst van mijn hart,
een standvastige geest,
opdat ik te allen tijd
U zal dienen en eren
met een toegewijd hart,
en onbevreesd.

– Amen –


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




* Het leesplan ‘Mijn hart, mijn verantwoordelijkheid’ kun je vinden op >>YouVersion<<; na een account aangemaakt te hebben, kun je het leesplan (of andere leesplannen) volgen/meelezen.

zondag 1 februari 2015

Week 6 - Ziek

Hoewel ik inmiddels wel weer aan de beterende hand ben, is er deze week door ziekte geen stukje.
Ik weet dat ik één van de velen ben, dus vanaf hier voor iedereen die ook ziek is: Van harte beterschap!

Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,