maandag 30 juni 2014

Week 27 - Smachten naar God (2) '
'Ik heb gewoon geen dorst'

Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God.
HSV

Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God.
NBV

Psalm 42:2

Heer, ik wil U zoeken iedere dag opnieuw,
opdat mijn hart en ziel zich in U zullen verblijden.
Ik wil U blijven zoeken, ook als het moeilijk is;
laat Uw woord mij toch op al mijn wegen leiden.


Met het nadenken over dit thema, werd ik afgelopen week ook ergens anders bij bepaald.
Enige tijd geleden was ik eens bij mijn moeder en we kwamen zo op het onderwerp drinken.
Ik zat aan een glaasje water en vertelde haar dat ik mijzelf er weer toe had aangezet om netjes minstens 1 liter water per dag te drinken (naast koffie,thee, etc.), want het gebeurde steeds vaker dat ik er ’s avonds achter kwam, dat ik overdag toch weer te weinig gedronken had.
Ik hoor haar op een gegeven moment nog zeggen: ‘ja, maar ik heb gewoon geen dorst’.
‘Nou,’ zei ik, ‘ik ook niet, maar ik heb weleens ergens gelezen, of gehoord, dat als we dorst krijgen, het eigenlijk te laat is om te beginnen met drinken.’
Drinken moeten we dus eigenlijk doen om te voorkomen dat we dorst krijgen of uitgedroogd raken.

Dorst is een lichamelijke reactie op gebrek aan vocht; het is behoefte hebben aan drinken, maar ook een hevig of sterk verlangen, of hunkering.
De sporters onder ons kennen dit gevoel van (ontzettende) dorst vast wel heel erg goed.
Grote inspanning is één van de oorzaken waardoor wij erge dorst kunnen krijgen.
Bepaalde ziekten veroorzaken ook dorst, maar ook simpelweg te weinig drinken of door te lang wachten met drinken ontstaat dorst.
En dat laatste, vaak voortkomend uit de opmerking zoals van mijn moeder ‘ik heb gewoon geen dorst’, triggerde mij.
Deze woorden ‘ik heb gewoon geen dorst’ brachten mijn gedachten naar Gods woord.

Ik heb gewoon geen dorst …
Ik drink pas als ik dorst heb/krijg …
Zoals het lichaam reageert met dorst omdat het niet genoeg vocht krijgt, reageert onze ziel op een tekort aan geestelijk voedsel.
Als we maar wachten en wachten met het lezen van Gods woord, niet regelmatig Zijn woord tot ons nemen, verdroogt en verdort onze ziel, en ook dat heeft, net als niet genoeg drinken, gevolgen.
We hebben gezien dat dorst verschillende oorzaken kan hebben, en ik bedacht me zo dat dan eigenlijk ook de dorheid en droogte van ziel verschillende oorzaken kan hebben, waaronder dus ook onze ‘ik heb gewoon geen dorst’, oftewel ‘ik heb gewoon geen tijd, geen behoefte, geen zin, geen verlangen om Zijn woord te lezen.

Als we pas gaan drinken omdat we dorst hebben, moeten we eerst het tekort aanvullen voordat we weer enige reserve hebben opgebouwd, en duurt het dus veel langer om weer versterkt en verkwikt verder te kunnen.
En als we niet oppassen, bijvoorbeeld in tijden van een hittegolf, dan drogen we zo uit en ontstaan er allerlei klachten als: je slap voelen, duizeligheid, hoofdpijn, je wordt sloom en suf, misselijk, er volgt controle verlies, vaat- en spierkrampen, ingezonken ogen, stem verlies en uiteindelijk kun je zelfs bewusteloos raken.
Een hele lijst met allerlei klachten en als ik dit alles door ga trekken naar ons geestelijk leven, dan zie je dat daar eigenlijk in grote lijnen hetzelfde gebeurt.

Je niet regelmatig voeden met Gods woord betekent ook dat er een tekort ontstaat.
En wat als er dan mindere tijden aanbreken, er beproevingen of verzoekingen komen, er een woestijnperiode aanbreekt?
Zonder geestelijk voedsel zullen we slap worden, niet goed instaat zijn om aanvallen van ons af te slaan.
We zullen heen en weer geslingerd worden, niet goed weten welke kant we op moeten gaan.
Het kan ons zelfs echte hoofdpijn bezorgen of ons misselijk maken, omdat we niet goed meer weten wat te doen.
We gaan slecht slapen van de vele zorgen, onze ogen krijgen donkere kringen.
Onze stem klinkt steeds zachter en zachter; de kracht en autoriteit in onze stem verdwijnt.
En als we niet oppassen belanden we in een isolement, een verlaten gebied waarin God niet lijkt te zijn en de weg naar Hem terug onvindbaar.

Ik heb gewoon geen dorst.
Het was maar een gewoon zinnetje, een uitleg waarom ze niet meer dronk dan ze deed,
maar het kwam terug in mijn gedachten toen ik vorige week aan het nadenken was over het hert dat schreeuwde naar water, over David, die zo wanhopig verlangde naar God, naar Zijn aanwezigheid.
Davids dorst kwam voort uit het opgejaagd worden door Saul; hij werd verdreven naar de woestijn, ver weg van Gods tempel. (1 Sam. 23:14-28)
De reden van zijn dorst had een andere oorzaak, maar de gevolgen waren bijna hetzelfde, alleen met dit verschil, David bleef God zoeken.
In Psalm 63 schrijft hij:
‘God, U bent mijn God, U blijf ik zoeken.
Met lichaam en ziel verlang ik naar U, ik smacht naar U zoals droog en dorstig land naar water.
Daarom ging ik naar Uw tempel, om U te zien, om te zien hoe machtig U bent, hoe grootst.
Uw liefde is meer waard dan het leven, …

Naar U strek ik mijn handen uit, Uw naam zal op mijn lippen zijn.


Wat hunkerde David naar God.
Wat was hij zich bewust van wie God is en wat miste hij het om in Gods aanwezigheid, in de tempel te kunnen komen, om te zien en te horen van Zijn grootheid en Zijn macht.
Hij voelde zich als een hert dat schreeuwt om water, als droog en dorstig land.

Drinken van het levende water, ons voeden met Zijn woord is van levensbelang, net als ons gewone voedsel en drinken.
Het laat ons zien wie God is; het vertelt van Zijn macht, Zijn majesteit en Zijn heerlijkheid.
Het geeft ons Zijn leefregels, Zijn richtlijnen; het toont ons de wegen die God wil dat wij gaan.
‘Zijn woord is een lamp voor onze voet en een licht op mijn pad.’
Psalm 119:105
Het laat zien wat Hem vreugde schenkt en wat Hem verdriet doet; het vertelt ons wat goed is en niet.
Het onderwijst ons, geeft ons handvatten, ie een houvast en leidraad voor elke dag.
Het is vol bemoedigen en vol woorden van troost.
Het maakt ons sterk en krachtig, maakt ons weerbaar.
Het bevat eigenlijk gewoon alles wat we nodig hebben.
God heeft het ons ook gegeven als onderdeel van de wapenrusting.
Efeze 6:17: ‘…,en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, …’
We hebben Gods woord dus ook heel hard nodig om te kunnen strijden en vechten; ‘Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.’
(Efeze 6:12)
De Here Jezus gaf ons het voorbeeld toen Hij door de duivel werd verzocht in de woestijn.
(Mattheüs 4:1-11)
Hebreeën 4:12a zegt over Gods woord: ‘Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, …’

David hield van Gods woord.
Hij had geen Bijbel zoals wij, maar wat hij had koesterde hij, hield hij dicht aan zijn hart; bewaarde het in zijn hart.
In de manier waarop hij over Gods woord spreekt, ligt zoveel liefde, zoveel hartstocht; laat hij zien hoe kostbaar dit woord is, hoe waardevol, dat het ons eigenlijk zou moeten aansporen om zo met Gods woord bezig te zijn, dat Gods woord net zo voor ons wordt als het voor hem was.

De wet van de HEERE is volmaakt,
zij bekeert de ziel;
de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar,
zij geeft de eenvoudige wijsheid.
De bevelen van de HEERE zijn recht,
zij verblijden het hart;
het gebod van de HEERE is zuiver,
het verlicht de ogen.
De vreze des HEEREN is rein,
zij houdt voor eeuwig stand;
de bepalingen van de HEERE zijn waarachtig,
met elkaar zijn zij rechtvaardig.
Zij zijn begerenswaardiger dan goud,
ja, dan veel zuiver goud;
en  zoeter dan honing
en honingzeem uit de raat.
Psalm 19:8-11

Gods weg is volmaakt,
het woord van de HEERE is gelouterd,
Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen.
Psalm 18:31

Ik zoek U met heel mijn hart,
laat mij van Uw geboden niet afdwalen.
Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen,
opdat ik tegen U niet zondig.
Geloofd zij U, HEERE,
leer mij Uw verordeningen.

Mijn ziel wordt verteerd van verlangen
naar Uw bepalingen, te allen tijde.
Psalm 119:10-12;20


Lieve Vader in de hemel, soms hebben we gewoon ‘geen dorst’ en wachten we met drinken tot dat we dorst krijgen, en ik realiseer mij Vader, dat het dorst krijgen op deze wijze niet echt slim is.
Wat doen we U en onszelf enorm tekort.
Doe ons beseffen, Vader, dat we Uw woord nodig hebben net als ons dagelijkse voedsel.
Ja, we kunnen een bepaalde tijd zonder eten en/of drinken, maar de gevolgen blijven niet uit en kunnen op den duur zelfs dodelijk zijn.
Zo is het ook met Uw woord, Vader, als we dit niet dagelijks tot ons nemen, we niet dagelijks komen eten en drinken bij U.
Maak ons hart hongerig en dorstig naar U; bewerk ons hart door Uw Geest.
Laat er een goede honger en dorst naar U komen in ons hart; U staat immers klaar om ons te verzadigen.
Laat ons hart, onze ziel zijn, als een hert dat schreeuwt naar water, omdat we verlangen naar meer en meer van U; meer en meer van U te leren, meer en meer van U te ontvangen, meer en meer en meer naar U te verlangen.
Laat het ik heb gewoon geen dorst’ veranderen in ‘dorst of geen dorst, ik drink, want ik kan niet zonder’.
Laat ons, laat mij zijn,  als dit smachtende, naar water schreeuwende hert …

In Jezus’ Naam.

- Amen -


Uw woord is …

Heer,
Uw woord toont ons wie U bent.
Vertelt ons van Uw grootheid en heerlijkheid.
Laat ons zien, welk een machtig God U bent,
Die dagelijks met en voor ons strijdt.

Uw woord is voedsel voor onze ziel
en wijst ons de weg naar het leven.
Uw woord is echter ook een wapen
door Uzelf aan ons gegeven.

Heer,
Uw woord is ook vol troost en bemoediging,
laat ons zien waar wij schuilen mogen.
Laat ons zien hoe vol liefde U bent;
betrokken, ontfermend en bewogen.

Uw woord, Heer, is levend, krachtig en zuiver,
heeft de toets van het leven doorstaan.
Uw woord is rechtvaardig, ja, volmaakt,
het beste richtsnoer voor ons aardse bestaan.


zondag 29 juni 2014

Week 27 - Smachten naar God

Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God.
HSV

Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God.
NBV

Psalm 42:2

Schreeuwen van verlangen.
Smachten.
Dorsten naar.
Het zijn allemaal bewoorden die uitdrukking geven aan het intense en vurige verlangen van David naar God.

Verdriet en een wanhopig verlangen springen eruit in deze Psalm en ze raken mij diep, omdat de gevoelens waar David over schrijft me zo bekend zijn.
Ik proef zijn verlangen naar God, naar het gemis van het kunnen zijn in Gods huis, in Zijn aanwezigheid.
Ik voel zijn verdriet en onrust, zijn heimwee.
Ik hoor zijn schreeuw naar God bijna in mijn oren weerklinken en ik word meegetrokken in het kolkende water en voel als het ware met David hoe het water over ons beiden heen slaat.
En al bevind ik mij op dit moment niet in zo’n situatie, ik ken, en herken deze gevoelens maar al te goed.

Misschien vermengt jouw schreeuw zich op dit moment wel met die van David.
En misschien huil je op dit moment wel met hem mee; zijn de tranen die hij huilt, die hem zelfs dag en nacht tot voedsel zijn, ook wel jouw tranen, jouw voedsel.
Misschien word jij ook wel aangevallen op je geloof en ter verantwoording geroepen, of uitgedaagd, net als David.
Misschien denk ook jij wel met heimwee terug aan de tijd dat God zo dichtbij was, dat je Hem kon ervaren, kon voelen, en mis je dit nu zo, dat het verlangen naar Hem bijna ondragelijk is, en je hunkert naar Zijn redding, Zijn verlossing, naar Hem, als een uitgedroogd hert dat smacht naar water.

Soms vinden er dingen in ons leven plaats waar we niets aan kunnen doen, ze gebeuren en kunnen ons in een situatie brengen waar we niet om hebben gevraagd, net als bij David het geval was; we hebben niet altijd alles zelf in de hand.
David was op de vlucht voor Saul en was zo gedwongen om ver weg te leven van Gods tempel.
Hij kon er niets aan doen, zo waren de omstandigheden, en al begreep hij er niets van -hij was immers door God uitgekozen en gezalfd tot de nieuwe koning- hij vertrouwde erop dat God erbij was en Hij het op de één of andere manier zou uitwerken.
Hij kon er niets aan doen dat hij in deze situatie was terecht gekomen, maar hij had wel een keus hoe hij er mee omging, erop reageerde.
En dat is wat mij zo bijzonder treft en wat zo’n enorme les is voor mij, voor ons, de manier waarop David met dit alles omgaat, de keuzes die hij maakt.
Nee, David maakt ook niet altijd de juiste keuzes, hij blijft een mens als wij en gaat soms behoorlijk de mist in, maar in deze Psalm geeft hij ons wel het juiste voorbeeld.
Hij erkent dat deze gevoelens er zijn, ze zijn echt en horen soms bij het leven, en hij spreekt ze uit, maar hij spreekt zichzelf ook toe en maant zichzelf om op God te vertrouwen.
Hij weet dat God van hem houdt en dat houdt hij zichzelf voor.
Hij beseft dat zijn leven in Gods handen is.

‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.

Maar de HEERE zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden; 's nachts zal Zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God van mijn leven.’
(vers 6/12,9)

David legt zijn hele ziel bloot voor God, hij houdt zijn nood niet voor zichzelf, maar deelt zijn diepste gedachten en gevoelens met Hem, maar hij blijft God ook zijn Rots noemen(vers 10), en spreekt zichzelf toe: Hoop op God, je zult Hem eens weer loven!
Tot twee keer toe houdt hij dit zichzelf voor; tot twee keer toe!
David weet ten diepste dat, hoe hij zich ook voelt, God Dezelfde is en blijft, Degene op wie je kunt bouwen en vertrouwen.
Hij spreekt zichzelf moed in, wijst zichzelf erop dat dit tijdelijk is, dat er eens een eind aan komt.
David kiest ervoor, te midden van al zijn pijn en verdriet, en de leegte die hij voelt,  zichzelf te wijzen op wie God is.
En soms is jezelf één keer iets voorhouden niet genoeg, moet het vaker om het andere te overstemmen.

Hoe moeilijk onze omstandigheden ook kunnen zijn, laten we toch net als David vasthouden aan wie Hij is, aan Zijn woord dat zegt dat Zijn oog op ons is en dat Hij als een Vader voor ons zorgt.
Blijf zien op wat Hij eerder heeft gedaan, en vertrouw op Hem die Zijn woord en beloften nakomt.
Hij is de Bron van levend water, ga naar Hem toe en put en drink van dit water!
Laat je onrustige ziel tot rust komen bij God; Hij is de Enige die jouw ziel kan verbinden, je nieuwe moed en kracht kan geven.

David zegt in Psalm 63: ‘God, U bent mijn God, U blijf ik zoeken; …’
U blijf ik zoeken!
David gaf niet op, hij blijft God zoeken, keer op keer op keer op …
Laten ook wij niet opgeven als het moeilijk is, als het maar voortduurt, maar laten we net als David God blijven zoeken en op Hem vertrouwen.


‘De last op je schouders, draag hem over aan de Heer, Hij zal voor je zorgen; wie Hem trouw is, laat Hij niet bezwijken.
Psalm 55:23

Wie moe is, beurt Hij op, wie geen kracht heeft maakt Hij sterk.
Jes. 40:29

Waad je door het water, Ik sta naast je.
Steek je rivieren over, je wordt niet meegesleurd.
Loop je door vuur, je zult niet verbranden, de vlammen verschroeien je niet.
Want Ik ben de Heer, je God, de heilige van Israël, je bevrijder.
Jes. 43:2,3a

Ik droeg je vanaf je prilste bestaan, Ik nam je op de arm vanaf je geboorte.
En Ik blijf je dragen,, tot je oud en grijs bent.
Ik heb het gedaan en blijf het doen:
Ik neem je op de schouders, Ik red je.
Jes. 46:3b,4

Vertrouw ook op de Heer, steun ook op je God, als je door het duister moet gaan, als er geen lichtstraal tot je doordringt.
Jes. 50:10

Wie bescherming zoekt bij de Allerhoogste, in de nabijheid van de Almachtige verblijft, hij kan zeggen: 
‘U bent mijn schuilplaats, mijn vesting.
 Mijn God, ik vertrouw op U.’
Psalm 91:1,2





Lieve Vader in de hemel, het leven kan soms zo moeilijk zijn en zwaar, zo vol zorgen en noden, zo vol verdriet en pijn, waardoor we meer dan ooit wanhopig verlangen naar U, naar Uw aanwezigheid, naar Uw redding, naar Uw nabijheid.
David omschrijft het als een hert dat schreeuwt om water, en dat Vader, dat is precies wat we dan zo hard nodig hebben, Uw levende water, dat ons verkwikt en nieuwe kracht geeft.
Help ons, Vader, en leer ons waar dat nodig is, om ons hart net als David vrijelijk voor U uit te storten, onze ziel bloot te leggen voor U, erop vertrouwend dat U onze gebeden hoort en ons te hulp zal komen.
Leer ons om net als David er voor te kiezen om niet alleen te zien op onze omstandigheden en gevoelens, maar om onszelf ook voor te houden dat we op U kunnen vertrouwen, dat U van ons houdt en voor ons zorgt, en dat er weer een tijd zal komen dat we U zullen loven en prijzen vanuit een vreugdevol hart om wat U hebt gedaan.
Leer ons kracht putten uit Uw woord, dat zuiver en betrouwbaar is.
Open onze ogen opdat we zullen zien wie U bent.
De Allerhoogste, de Almachtige, de Alpha en de Omega, het begin en het einde.
Die was, en is, en komen zal.
Dezelfde voor altijd en eeuwig.

- Amen -


Zie op God!

O dorstig hart,
o smachtende ziel,
zie op God,
vestig je hoop
op Hem!

Blijf Hem zoeken,
op Hem vertrouwen,
Hij is je behoud,
op Hem kun je bouwen.

Zie op Zijn wijsheid,
zie op Zijn macht.
Zie Zijn grootheid,
zie Zijn kracht.

Hij zal jou
Zijn liefde geven,
en van Zijn water,
dat je doet leven.

O dorstig hart,
o smachtende ziel,
zie op God,
vertrouw toch
op Hem!


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




zondag 22 juni 2014

Week 26 - Ik wijs je de weg

Met uw eigen oren zult u een woord van achter u horen:
Dit is de weg, bewandel die.
Dit voor het geval u naar rechts of naar links zou gaan.
HSV

…, met eigen oren zul je een stem achter je horen zeggen:
‘Dit is de weg die je moet volgen. Hier moet je rechts. Ga daar naar links.'
NBV

Jesaja 30:21


Menigeen van ons verzucht vast weleens: ik wilde dat ik een briefje uit de hemel kreeg met een duidelijk antwoord; ik in ieder geval wel.
Wat zou het allemaal een stuk makkelijker zijn, als we naar God toe zouden kunnen gaan met een vraag en Hij zou ons op een briefje precies het antwoord geven dat we nodig hebben.
‘Nee, deze baan moet je niet nemen, die andere is beter voor je.’
Of, ‘verhuis daarheen, ga voortaan naar die kerkelijk gemeente, neem deze taak op je en sluit vriendschap met die en die.
Doe dit niet, maar doe dat.
Ga niet daarheen, maar ga hierheen.’
Enz. enz.

De tekst waar ik afgelopen week over mocht nadenken zegt: ‘Met je eigen oren zul je een woord van achter je horen: Dit is de weg, bewandel die. Dit voor het geval u naar rechts of naar links zou gaan.’

Met je eigen oren zul je horen …

Helaas zijn we soms zo gericht op onszelf, op wat wij eigenlijk graag willen, dat we niet doorhebben dat Hij al tot ons gesproken heeft.

Het is al heel wat jaartjes weer geleden, dat ik een paar nachten beneden sliep op de bank, omdat ik nauwelijks kon lopen.
Slapen lukte die nacht ook niet en liggend op mijn rug met mijn benen op een stapel kussens, lag ik daar, vol verlangen uitziend naar de morgen, naar het licht van de dag, naar mensen die weer opstonden en mij wat afleiding zouden bezorgen.
Pijnstillers deden nauwelijks hun werk en midden in die donkere nacht kwam het verlangen naar Jezus, dat Hij zou komen en letterlijk bij mij zou komen zitten om mij te troosten en kracht te geven.
Ik denk dat het nog niet zo lang daarvoor was, dat ik daar wat over had gelezen, over mensen die Jezus hadden ontmoet, aan wie Hij was verschenen, en wat had ik Hem nodig deze nacht; wat had ik het nodig dat Hij zou komen om mij te helpen de pijn te dragen en de nacht door te komen.
Terwijl de tranen van pijn en vermoeidheid over mijn wangen stroomden, bad ik en bad ik, maar er gebeurde niets.
Er kwam geen Jezus uit de hemel die letterlijk naast mij op de bank kwam zitten.
Of toch wel?
Hier beging ik een grote fout en deed ik Hem enorm veel verdriet en mijzelf ontzaglijk te kort.
Terwijl ik daar lag en bad, ervoer ik dat Hij naast me kwam zitten; in gedachten kon ik Hem gewoon zien, maar ik keerde mij af van dit beeld en daarmee van Hem, want ik wilde Hem letterlijk zien, lijfelijk voelen, en boos en teleurgesteld heb ik mijn hoofd omgedraaid.
Hoewel dit jaren geleden is, komt dit beeld vanmorgen, terwijl ik schrijf, opnieuw zo duidelijk terug op mijn netvlies, alsof het afgelopen nacht was dat het gebeurde.
Ik zie mezelf nog liggen op die bank, mijn hoofd naar de rugleuning gedraaid, terwijl Hij op het randje van de bank naast me zit, klaar om …
Ik weet en ervaar, Hij heeft het mij vergeven, maar wat deed ik Hem een verdriet door mij zo van Hem af te keren.
Hij was er, klaar om mij in Zijn armen te nemen en me de nacht door te helpen, maar Hij kreeg de kans niet, omdat ik mij van Hem afkeerde omdat het anders was dan ik wilde, omdat het niet was waarom ik had gevraagd.
De volgende dag drong het pas echt tot mij door wat ik had gedaan.
Hoe Hij weldegelijk mijn gebed ge- en verhoord had, maar dat ik Hem had afgewezen.
Met dat het nu terugkomt in mijn gedachten, besef ik eens te meer, hoe ik me had gedragen als een boos en nukkig kind dat haar zin niet kreeg en het zichzelf daarmee moeilijker en zwaarder maakte dan nodig was geweest.

De belangrijkste les die we uit dit woord van God kunnen leren is denk ik daarom dan ook de les van stil worden, luisteren, aannemen en gehoorzamen.
God is een sprekende God en spreekt op velerlei wijze.
God spreekt door Zijn Geest, door Zijn woord.
God spreekt door voorgangers en evangelisten.
Maar God spreekt door een woord van een vriend of een vriendin, door een mailtje of een kaartje, een boek dat je leest, een film die je kijkt.
God spreekt door de natuur, een vogel, of een vlinder, de majestueuze berg die je misschien tegen kom in je vakantie, of de golven van de branding, die af en aanzwellen en waarmee God als het ware al je zorgen en beslommeringen bedekt en ze meeneemt in de diepte van de zee en in de wijdte van de oceaan, en je zo doet ervaren: Ik ben bij je, Ik zorg voor jou.
God spreekt op zoveel manieren, door zo vele dingen heen, de vraag is echter: willen wij horen, willen wij zien, willen wij luisteren?
Nemen wij de tijd om Zijn antwoord te horen?
Zoeken wij wel Zijn aangezicht, of leven wij vanuit het feit dat Hij onze gedachten wel kent, en toch weet wat er in ons omgaat?
Vanuit ‘…, immers, nog voor er een woord over onze lippen komt, zie Here, U kent het volkomen!’ en vragen we daarom niets meer, of alleen (nog) voor een ander?

Wie vragen wij om raad?
Vragen we wel om Zijn raad?
Luisteren we wel naar Hem?

Bij wie zoeken wij onze bescherming?
Bij wie schuilen wij?
Bij wie zoeken wij onze toevlucht?

Volgen we Zijn richtlijnen wel op?
Willen we Zijn waarheid wel horen, of willen we alleen horen wat ons uitkomt, of wat in ons straatje past?
Willen we alleen beloften van gouden bergen?
Zijn we bereid nieuwe wegen in te slaan, of negeren we Hem?

Als we Jesaja 30 in zijn geheel lezen, dan zien we dat het volk Israël precies alles doet wat juist niet moet.
Vers 1 en 2: ‘Wee de opstandige kinderen, spreekt de HEERE, om een plan te maken,
maar niet van Mij uit; om een verdrag te sluiten, maar niet vanuit Mijn Geest; het is om zonde op zonde te hopen. Zij gaan om af te dalen naar Egypte – maar naar wat Mijn mond spreekt, vragen zij niet – om zichzelf in veiligheid te brengen bij de macht van de farao, en om hun toevlucht te zoeken in de schaduw van Egypte.’

Vers 9 -11: ‘Want het is een opstandig volk, het zijn leugenachtige kinderen, kinderen die niet willen luisteren naar de wet van de HEERE; die tegen de zieners zeggen: U mag niet zien; tegen de schouwers: U mag niet voor ons schouwen wat waar is. Spreek tot ons vleierijen, schouw bedriegerijen. Wijk af van de weg,keer af van het pad, houd de Heilige van Israël bij ons vandaan.’

(om de verzen in een andere vertaling te lezen, klik >>Hier<<)

Hoe is het met ons?
Ik moet zeggen dat ik nog heel veel heb te leren.
Ja, bijna iedere dag houd ik mijn Stille Tijd, breng ik tijd door met God, maar hoe zit het met stil worden om echt antwoord(en) van Hem te ontvangen op mijn vragen, of om Zijn wil te zoeken over welke wegen Hij wil dat ik ga, welke keuzes Hij wil dat ik maak?
De afgelopen week word ik herhaaldelijk teruggebracht bij het feit, dat ik veel meer en veel vaker tijd met Hem moet doorbrengen, stil moet worden en luisteren.
O ja, er gebeurt ook veel gaandeweg een dag, absoluut.
Mijn ‘wat moet ik doen, Heer’ wordt soms ook wel beantwoord terwijl ik bezig ben met mijn gewone dagelijkse werk, of geeft Hij gedachten aan bepaalde mensen om voor hen te bidden, of om een kaartje te sturen, of om te bellen, of …, maar toch word ik er ook heel erg bij bepaald, dat ik nog heel veel zelf invul en niet genoeg tijd neem om echt te luisteren naar wat Hij mij te zeggen heeft.
Het valt ook niet mee om dit te doen, er zijn vaak allerlei storende factoren die mij(misschien jou ook wel) daarvan weerhouden.
Kinderen die thuis zijn en om de haverklap bij je komen, en die ‘Niet storen’ briefjes gewoon negeren; werk dat moet worden gedaan, dingen die ‘leuker’ zijn en heel hard trekken, bezoekjes die moeten worden afgelegd en niet kunnen wachten, een boek dat zo mooi is, een telefoon, computer, tv …
En toch, …
En toch, het zijn vaak ‘smoesjes en slappe excuses’, want als ik echt iets graag wil, iets heel erg graag wil …

Want zo zegt de Heere HEERE, de Heilige van Israël:
Door terugkeer en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn, maar u hebt niet gewild.
Jesaja 30:15

Maar u hebt niet gewild …

Vaak weten we het allemaal wel; deze Bijbeltekst is bekend en geliefd, maar dan met name dit ene gedeelte: door stilheid en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen uw sterkte zijn.
Maar zoals het zo vaak: weten en doen zijn twee heel verschillende dingen.
Als we immers echt iets willen, dan zullen we ook zo veel mogelijk ons best doen om dat te bereiken of voor elkaar te krijgen.
Hoe groot is ons verlangen?
Hoe ver reikt onze passie?
Hoe diep is onze liefde?
Wat heeft ons hart?
Waar willen we voor de volle 100% voor gaan?
Als ik zie wat mensen in deze dagen opzij zetten om de voetbalwedstrijden te kunnen kijken, hoeveel moeite zij doen om er niet één te missen, hoe soms alles moet wijken voor deze wereldkampioenschappen …?
Wat als je moet kiezen tussen tijd met God of een voetbalwedstrijd?
Ik noem nu even dit voorbeeld, maar een ieder van ons weet wel wat voor hem of haar van toepassing is.
Een mooi boek of Bijbellezen?
Een film kijken of de stilte en daarmee Zijn aanwezigheid opzoeken?
???
Nee, er is niets mis met een voetbalwedstrijd kijken, noch met een goed boek of een film(oké, ligt er wel aan welke), maar hoe vaak gaat dit voor tijd met Hem?

We kunnen klagen dat God onze gebeden niet hoort of verhoord, maar hebben wij wel de tijd en ruimte genomen, gemaakt om Zijn aangezicht te zoeken en stil te worden zodat wij Zijn stem ook kunnen horen?
En staan we dan ook open voor Zijn antwoord, ook als dat anders is dan wij graag willen horen?
Zijn we ook bereid om te doen wat Hij zegt of van ons vraagt?

Ik wijs je de weg …

Ken Mij in al je wegen,
dan zal Ik je paden rechtmaken.
Spreuken 3:6

Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
Johannes 15:4

Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.
Johannes 15:10

Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan;
Ik geef raad, Mijn oog is op u.
Psalm 32:8

Met uw eigen oren zult u een woord van achter u horen:
Dit is de weg, bewandel die.
Dit voor het geval u naar rechts of naar links zou gaan.
Jesaja 30:21


Lieve Vader in de hemel, vergeef ons, dat we onze prioriteiten vaak zo verkeerd leggen.
Vergeef ons, dat we vaak voor van alles en nog wat tijd hebben of maken, maar niet voor U.
Vergeef ons, dat we ons zo vaak laten afleiden, en laten verleiden tot dingen of bezigheden, in plaats van tijd met U door te brengen.
Zelfs het bezig zijn met dingen van U, kan ons afhouden van een persoonlijke ontmoeting met U.
En dat, lieve Vader, is nu net het belangrijkste van alles.
We weten het wel allemaal, Vader, maar we laten ons vaak steeds weer afleiden, en verleiden, tot andere bezigheden.
Vergeef ons, lieve Vader, en help ons om in te zien dat we het juist zo hard nodig hebben om alleen te zijn met U, in de stilte waar we niets en niemand anders zien en horen, dan U, en U alleen.
Waar Uw liefde als een warme deken om ons heen is en onze ziel tot rust komt.
Waar Uw vergeving een voelbare genezende balsem is en waar onze kracht wordt herstelt, omdat Uw vreugde ons kracht wordt.
Waar ons hart kan samensmelten met dat van U en hoort wat U vreugde schenkt en wat verdriet doet, zodat we weten zullen waarmee we U kunnen dienen en eren, volgen en grootmaken, in U blijven en vruchtdragen.
O, vul zo ons hart, vul zo mijn hart, met een onverzadigbaar verlangen naar U!
Wees mijn passie, het centrum van mijn bestaan, ja, mijn alles in al: de liefde van mijn leven.
Neem alle gematigdheid van mij af en laat in mijn binnenste een fontein van hartstocht voor U ontspringen, opdat alles in mij U zal zoeken om te dienen, te eren en groot te maken, in U te blijven om vrucht te dragen.
Alles ter eer en glorie van Uw onvolprezen Naam.

- Amen – 


Ik wacht, en zie uit …

Mijn kind,
vertel Mij alles,
betrek Mij
in alles wat je doet,
en over welke wegen
je wilt gaan.

Ik hou van jou,
zo ontzaglijk veel,
meer dan jij beseft.
Ik verlang er zo naar
om regelmatig met jou
alleen te zijn.

Ik wil je ook laten weten
hoe belangrijk het is
dat je in Mijn liefde blijft;
Mijn geboden in acht neemt,
naar Mij luistert
en Mij gehoorzaam bent,
zodat je leven vrucht
kan dragen.

Ik wil je ook laten weten
hoe belangrijk het is
dat je in Mijn liefde blijft,
Mijn geboden in acht neemt,
naar Mij luistert
en Mij gehoorzaam bent,
zodat je leven vrucht
kan dragen.

Mijn kind,
Mijn geliefde kind,
kom, Ik wacht en zie uit
naar een ontmoeting
met jou.
Kom toch,
Ik hou zoveel
van jou!


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




zondag 15 juni 2014

Week 25 - De Vader in de hemel

Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.
HSV

Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.
NBV

Mattheüs 6:32


‘Als jij het Onze Vader bidt, verwacht je dan dat de Vader je verhoort?’
Dit is de allereerste vraag die mij deze week in mijn Stille Tijd werd gesteld.
Een aantal dingen zijn verwarrend deze week, waaronder deze vraag en wat daarop volgt, namelijk, dat dit wel de veronderstelling is van Jezus, dat de Vader ons kan en wil verhoren als we op de juiste manier bidden.
Even verderop wordt aangekaart dat God niet alle gebeden verhoord, ook niet die van de Here Jezus: ‘Vader, als U het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.’ (Luc. 22:42)
Betekent dit dan dat (ook) Jezus op de verkeerde manier bad?

Johannes 5:14 zegt:
‘En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil.’ 

De juiste manier wil dus zeggen, naar Zijn wil.
Bad Jezus dan niet naar de wil van God, Zijn Vader?
Ja, dat deed Hij wel, dat geloof ik met heel mijn hart (ik geloof dat Hij niet anders zou kunnen: ‘…, maar laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.’
En Gods antwoord was ‘nee’.
Soms zegt God ‘nee’ tegen ons.
God zei ‘nee’ tegen Jezus toen Hij vroeg of de beker aan Hem voorbij mocht gaan, God zei ‘nee’ tegen Paulus toen hij vroeg of God de doorn uit zijn vlees wilde halen, God zei ‘nee’ tegen Elia toen hij onder de bremstruik ging liggen en zei: ‘Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.’
En als God ‘nee’ zegt, betekent het dan dat we niet op de juiste manier gebeden hebben?
Of kun je op de juiste manier bidden, en dan toch ‘nee’ als antwoord krijgen?
Het zijn zomaar wat gedachten en vragen die direct bij mij boven komen met het lezen van deze dingen; ‘bidden op de juiste manier’ en dat ‘het gebed van Jezus ook niet werd verhoord’.
Alle radertjes in mijn hoofd draaien op volle toeren en ik dwing mijzelf om terug te gaan naar het begin.
De vraag die ik daarom persoonlijk eerder zou stellen is: ‘Geloof ik dat God mij hoort? geloof jij, dat God jou hoort?’


We zeggen weleens: ‘de hemel lijkt wel van koper’, met andere woorden, het lijkt wel alsof onze gebeden terugkaatsen en niet in de hemel aankomen.
Of ook wel: ‘onze gebeden lijken niet verder te komen dan het plafond.’
Het zijn momenten in ons leven waarin we het gevoel hebben dat God ons totaal niet hoort, laat staan verhoort.
Maar wil dat ook zeggen dat dit zo is?
Mattheüs 6:8 zegt: ‘…,want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt.’
En Psalm 139:4: ‘Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles.’
Er zijn meerdere redenen waarom we toch moeten bidden ondanks dat God alles al weet wat we willen zeggen, en één daarvan is, dat als de Here Jezus het doet, wij het zeker ook moeten doen.
Tussen twee haakjes; mijn man weet dat ik van hem houd, maar hij vind het wel heel fijn om te horen dat ik het tegen hem zeg, en andersom ook …
Eén conclusie kunnen we uit het bovenstaande dus duidelijk trekken: God hoort ons!
Wat we ook voelen of denken, Gods woord zegt dat Hij alles weet en hoort, dus het is zo.
Maar hoe zit het dan met het verhoord worden?
Gods woord zegt dat als we bidden naar Zijn wil, hij ons verhoord.

En er zijn meerdere teksten die wijzen op verhoren van gebeden.
Matth. 7:7 - ‘Bidt en u zal gegeven worden, …’
Matth. 21:27 - ‘En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen.’
Joh. 14:13 – ‘En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden.’
Joh. 16:24 – ‘Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden.’
1 Joh. 3:21 – ‘…en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is.’

Het lijkt zo eenvoudig, bidden in Zijn Naam, geloven en niet twijfelen, Zijn geboden in acht nemen … en onze gebeden worden verhoord.
Als ze dus niet verhoord worden, bidden we verkeerd, of hebben we geen geloof, is er toch twijfel in ons hart, of misschien is er toch zonde in ons leven …!?
Heel wat mensen zijn teleurgesteld omdat gebeden onbeantwoord bleven of niet verhoord werden en hebben zich van God afgekeerd, of zijn opgehouden met bidden.
Heel wat mensen zijn gekwetst en/of beschadigd door ondoordachte opmerkingen of uitspraken van medebroeders en zusters.
(Misschien heb ik mijzelf er ook wel schuldig aangemaakt zonder het te beseffen (vergeef mij als dit zo is); ik worstel nog steeds iedere dag met mijn mond …)
Om mij heen, maar ook in mijn eigen leven is zoveel gebrokenheid, zijn zoveel onverhoorde gebeden (naast verhoorde gebeden); om nog maar niet te spreken over de wijze waarop (achteraf gezien) gebeden toch weer wel verhoord bleken te zijn, maar op een geheel andere wijze en met een heel andere uitkomst dan ik had gewild of gedacht.
Als ik kijk naar het leven van bepaalde mensen, bijvoorbeeld Christa Rosier of Joni Eareckson Tada, dan zie ik vele onverhoorde gebeden, maar het zijn vrouwen die mij inspireren, mijn hart raken en die mij door hun getuigenis (in geschreven en gesproken woorden, en/of beelden) brengen bij ‘het antwoord’ op onverhoorde gebeden en bij het thema van deze week:

 ‘Onze Vader in de hemel’

De schrijfster van deze overdenking op mijn Stille Tijd-kalender nodigt mij uit om mijn ogen eens dicht te doen en deze eerste zin van het Onze vader eens in geloof en eerbied uit te spreken en als het ware alle ingrediënten uit deze woorden te proeven.
‘Onze
Vader,
Die
in de hemelen
zijt.’

Onze; van jou en mij als we Hem toebehoren; gekocht en betaald zijn met het vergoten bloed van de Here Jezus Christus, Zijn Zoon.
Vader; ik ben Zijn kind, en Hij zorgt dus voor mij, beschermt mij, is blij met mij, heeft het beste met mij voor, doet wat goed is voor mij.
Die; Hij, en Hij alleen.
in de hemelen; ver weg, hoog(verheven), boven alles en iedereen, onaantastbaar.
zijt; daar is Hij, ik hoef Hem niet te zoeken, ik weet hierdoor gewoon waar Hij is, waar ik Hem kan vinden.

‘Onze Vader, Die in de hemelen zijt.’
Als Hij dus mijn Vader is, en ik ben Zijn kind, dan geeft dat ook de verhouding aan tussen Hem en mij, de soort relatie.

We leven in een tijd waarin alles vaak maar moet worden uitgelegd aan kinderen, want dan zullen ze beter luisteren …
Ja, ja; dus niet. (vind ik)
Ik heb nooit mijn kinderen altijd alles maar uitgelegd, het waarom wel of niet achter mijn antwoord; soms was het gewoon ‘nee’.
Oké, ik beken heel eerlijk, het was soms gewoon ook omdat ik daar geen zin in had, geen tijd voor had, of het gewoon niet nodig vond.
Maar soms was het ook gewoon ‘nee’, omdat ik wist dat ze het niet zouden kunnen begrijpen.
Later misschien wel, (of ook niet), maar voor dat moment wist ik het zeker, ze zullen er niets van snappen waarom iets van mij(ons) niet mocht.
En ja, dan werden ze soms boos, heel boos, en gingen ze huilen, of zeuren en drammen, of bokken.
Ik denk dat we allemaal wel het beeld kennen van huilende of krijsende kinderen op de grond van bijvoorbeeld een supermarkt.
Als kinderen ouder worden zien we nog steeds ditzelfde gebeuren.
Nee, ze zullen niet meer gillend of krijsend over de vloer rollen van een supermarkt of thuis, maar wel door opstandig gedrag, door weglopen, en soms zelfs het contact verbreken.
(Ik ga weer een heel andere kant op dan ik in gedachten had, maar goed …)

Afgelopen week had ik mijn kleindochter weer een dagje; een heerlijk meisje van twee jaar.
Heel spontaan, lief, beleefd (ja, echt waar, zo leuk) en een heel lief, vriendelijk en open gezichtje.
Totdat …
We gingen nog even een paar boodschapjes doen; eerst even het dorp in (in de buggy) en vervolgens naar de supermarkt, waar ze zelf mocht lopen met een klein karretje.
Het eerste stukje gaat goed tot we bij de ballonnen komen.
‘Mag ik een ballon?’
Natuurlijk mag Naomi een ballon.
Ik zoek wat bij de groenten en wil doorlopen, maar nee, onze lief dametje wil nog een ballon en dat mag nu net niet van oma.
Ons lieve kleine dametje met haar vriendelijke gezichtje, blijft stokstijf staan, slaat haar armpjes over elkaar en haar kinnetje gaat naar beneden terwijl haar vriendelijke gezichtje van lief in zeer boos verandert en ze verzet geen voet meer.
De ballon ligt half verloren in het kleine karretje en twee boze oogjes kijken mij van onder haar wimpertjes aan.

In dit laatste beeld herken ik ook mijzelf naar God toe.
Hoe vaak heb ik niet zo gestaan?
Boos en bokkig omdat mijn gebeden niet werden verhoord; zelfs hier en daar kan ik het gillend en krijsend op de grond liggen terugvinden in mijn leven, en het koppige zwijgen, of niet meer willen bidden voor iets want het helpt toch niet.
Het eigenwijs mijn eigen weg gaan, het ‘ikkezellufdoen’, …
Maar we hebben een genadig God, die ontzettend veel liefde en geduld heeft met Zijn kinderen en in de loop van de jaren leer ik steeds meer om mijn wil over te geven aan Hem.
Ik leer Hem steeds meer en beter kennen en daardoor groeit weer mijn vertrouwen, en tegelijk besef ik ook dat dit een levenslang proces zal zijn, tot Hij terugkomt, of mij thuishaalt.
Het allermooiste echter dat ik de afgelopen jaren heb mogen ontdekken, is de kracht die uitgaat, en mijn deel wordt, van het zien op wie Hij is.
Onze Vader, Die in de hemelen zijt!

‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de HEERE.

Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.’
Jesaja 55:8,9

‘En Hij zei tegen hen: U bent van beneden, Ik ben van boven; u bent van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld.
Johannes 8:23

‘Wie van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen.’
Johannes 3:31

Het zijn slechts enkele voorbeelden uit de Bijbel die laten zien, dat God boven alles en iedereen staat; al had ik natuurlijk ook gewoon kunnen verwijzen naar de eerste hoofdstukken uit de Bijbel, omdat God daar de aarde en de hemel, mens en dier, schiep.
In de bovenstaande Bijbelteksten zegt God het echter gewoon heel duidelijk en heel
nadrukkelijk.
Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en Mijn wegen zijn niet uw wegen, …!
Ik ben van boven, u bent van beneden…!
God is zoveel groter dan wij ooit kunnen bevatten.
David zegt het ook in Psalm 139: ‘Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.’

God kent ons beter dan wie dan ook, zelfs beter dan wij onszelf kennen.
Hij kent het verleden, het heden, maar ook de toekomst.
God is Degene Die het totaalplaatje ziet en niet slechts het gister en nu.
En als we in de Bijbel gaan kijken naar wie God is, hoe groot en indrukwekkend, naar hoe Hij door alle eeuwen heen Zijn beloften heeft gehouden en Zijn liefde en genade  heeft getoond, dan zullen we gaan beseffen , dat als onze gebeden niet verhoord worden, het toch op de één of andere manier goed zal zijn, het past in Zijn plan, of …
Rust en vrede zal ons hart binnenkomen, en er zal zelfs vreugde zijn te midden van verdriet.
Nee, geen rust, vrede en vreugde over, maar in, ondanks, te midden van.
Het betekent wel onze wil overgeven aan die van Hem; niet mijn wil, maar Uw wil, en daarin vertrouwen op Zijn liefde, Zijn wijsheid, Zijn alwetendheid, gewoon vertrouwen op Hem, om wie Hij is en wat Hij reeds heeft gedaan en ook nog zal doen!
Als we dit gaan omarmen en ophouden met ons verzetten tegen Hem als de dingen anders gaan dan wij willen, of hopen, of wensen en bidden; ons hoofd buigen, onze wil voegen naar Zijn wil, ook als die anders is dan wij graag willen, dan getuigen we niet alleen meer met onze mond dat Hij, God, de Allerhoogste is, maar dan belijden we dit ook met ons hart en wordt het zichtbaar in ons leven.

Het is allemaal heel simpel om te op te schrijven, maar ik weet ook uit eigen ervaring dat soms/vaak heel moeilijk is om in praktijk brengen en dat het gaat gepaard met vallen en opstaan.
Onze gevoelens ondergeschikt maken aan onze wil, is vaak één van de moeilijkste dingen om te leren, tenminste, voor mij wel.
Maar ik weet ook, dat Hij ook daarin met ons is,bij ons is, ons aanmoedigt om steeds weer op te staan en ons te blijven uitstrekken naar Hem.

Niet opgeven, door blijven gaan met Hem zoeken, zien op wie Hij is, ondanks maakt ons sterker en weerbaarder en de duivel zal steeds minder vat op ons krijgen en ons onderuit kunnen halen.
Hem te zoeken, op zoek te gaan in de Bijbel naar wie Hij is en dat ook onthouden, geeft houvast voor tijden van moeiten en zorg, pijn en verdriet.
God vraagt het ook van ons om dit te doen.

Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is,
roep Hem aan terwijl Hij nabij is.
Jesaja 55:6

Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit.
Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, …
Kolossenzen 3:1,2

Richt u op de HEER en zijn macht;
zoek voortdurend zijn aanschijn.
Gedenk de wonderen die Hij deed,
zijn tekenen en de rechtspraak uit zijn mond, …
1 Kronieken 16:11,12

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de Heer is, en vecht …
Nehemia 4:8

Als we ons hart op Hem richten, gaan lezen en proclameren wie Hij is, ons Zijn machtige daden voorhouden, als ook Zijn liefde, trouw en genade, dan verandert er iets binnenin ons.
Ik heb gemerkt dat ik onmogelijk hardop uit Gods woord kan lezen over wie Hij is, zonder dat er iets gebeurt.
Ja, soms moeten we wat langer lezen voordat alles in ons stil wordt, maar als we volhouden en doorgaan, zullen onze eigen stemmen tot zwijgen worden gebracht en wordt ons hart gevuld met vrede en vreugde.
Maakt onrust en onvrede plaats voor dankbaarheid, omdat we weten dat we kunnen vertrouwen op onze Vader in de hemel, Die precies weet wat we nodig hebben en wat goed voor ons is.


Lieve Vader in de hemel, dank u wel dat U mijn Vader bent, dat ik U zo mag noemen.
Ik prijs Uw Naam om wie U bent, om Uw grootheid, om Uw liefde, Uw genade, Uw trouw, Uw goedheid, Uw …
Ik loof U, om Uw wijsheid.
Ik breng U de eer om Uw indrukwekkende daden.
Woorden schieten te kort om te verhalen hoe groot en machtig, hoe indrukwekkend U bent, maar ik wil mij daardoor niet laten weerhouden  om een schamele poging te doen.
Ik houd van U, Vader, en dank U van uit het diepst van mijn hart voor Uw grote liefde voor mij.
Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij!
Vergeef mij mijn struikelen, mijn vallen, mijn wandelen op zijpaden en zijwegen en leidt mij toch steeds opnieuw op Uw rechte spoor.
Leer mij om in mijn dagelijkse leven iedere dag opnieuw te zien op wie U bent, en mij te voegen naar Uw wil.
Laat Uw woord toch steeds opnieuw alle stemmen in mij tot zwijgen brengen, als zij in opstand zijn of komen tegen U en laat Uw vrede, die alle verstand te boven gaat, mijn hart en ziel vullen.
In Jezus’ Naam bid ik U dit.

- Amen - 


Onze Vader, Die in de hemelen zijt

Als ik tot U kom,
o Heer, mijn God,
met al mijn gebeden,
wil ik mij voorhouden,
dat U, God, de Allerhoogste bent;
de God van eertijds,
van de toekomst
en van het heden.

Ik wil zien op wie U bent,
niet op wat ik wil, of hoe ik
de dingen graag zou zien.
Ik wil bedenken en onthouden,
mijzelf in herinnering brengen,
dat Uw gedachten en wegen
hoger zijn dan die van mij;
dat ik een ontzagwekkende God dien.

Als ik tot U kom,
o Vader, Die
in de hemelen zijt,
buig ik mijn hoofd en wil
voor U, de Allerhoogste Heer en God,
En ik dank U, dat U Zich
als een Vader over mij
ontfermt en leidt.


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




zondag 8 juni 2014

Week 24 - Nieuwe kleren (2)

En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is.
HSV

En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
NBV

Kolossenzen 3:14


Er viel deze week weer veel na te denken over het thema, de gegeven Bijbelgedeelten en alles in combinatie met wat op het kalendertje staat.
Kon ik het vorige week al moeilijk bij elkaar brengen, ook deze week lukt het me niet echt.
Soms kan ik het thema of de Bijbeltekst waar het om gaat, niet meer terugvinden in de overdenking, of mijn gedachten gaan met de gegeven thema’s en Bijbelteksten/gedeelten een heel andere kant op.
Maar goed, het is mijn Stille Tijd, en daar het de bedoeling is om na te denken aan de hand van (in dit geval) deze kalender, is het dus helemaal niet erg als ik heel ergens anders uitkom of naar toe ga.
En soms kom ik uiteindelijk ook gewoon weer uit bij de kalender, alleen dan via een omweg(getje).

Er staan prachtige dingen in de overdenking van deze week, maar als ik naar de tekst voor deze week ga, mis ik een aantal dingen, waaronder oa. een gedeelte van de tekst.
‘Kleed u in liefde’ is eruit gelicht, terwijl er aan vooraf staat: ‘En bovenal …’; ‘En doe boven dit alles …’
Misschien vind je me een pietlut, maar voor mij ontbreekt hiermee zoiets belangrijks.
‘Kleed u in liefde’ laat het in mijn beleving allemaal wat ‘vrijblijvender’ klinken, terwijl ‘en bovenal’ of ‘en doe boven dit alles’ het veel indringender maakt; eigenlijk laat het geen enkele ruimte meer voor vrijblijvendheid of voor halfslachtig gedrag.
En het verwijst ook nog eens duidelijk naar andere dingen die we ook aan dienen te trekken, maar dat de liefde daarin het belangrijkste is.
Persoonlijk kan ik deze dingen niet van elkaar scheiden of losmaken, en ik ga dus een aantal verzen terug en neem ze erbij.

>> Kolossenzen 3:1-17
Dit gedeelte gaat over de oude en de nieuwe mens, ons leven zonder Christus en ons leven met Christus.
Met het aannemen van Christus als onze Heer en Heiland, onze Redder en Verlosser, hebben we onze oude mens ‘uitgetrokken’ en de nieuwe mens ‘aangedaan’.
Over de oude mens (onze oude natuur, onze oude levenswandel, dus voor onze bekering) zegt Kol. 3 vers 5:
‘Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.
(maak een einde aan aardse praktijken (GNB), of laat alles wat aards in u is afsterven (NBV))
Met andere woorden: we dienen ons, zoals de eerste verzen van dit hoofdstuk ons laten zien, te richten op de dingen die van boven zijn, op wat Gods wil is en dat voor ogen houden, daarnaar leven en niet (meer) naar de maatstaven en de dingen van de wereld.
‘Maar nu moet ook u dit alles vaarwel zeggen: woede, drift, kwaadaardigheid, gevloek en vunzige taal! En vertel elkaar geen leugens meer. Trek de oude mens met zijn gedragingen uit,  bekleed u met de nieuwe mens, die wordt vernieuwd tot het ware inzicht, naar het beeld van zijn schepper.’ (vers 8-10)
God zegt als het ware door Paulus heen: ‘Gooi al je oude kleren weg en trek je nieuwe kleren aan.
Je bent Mijn uitverkorene, Mijn heilige, Mijn geliefde, en doe weg al die dingen waarmee je Mij ongehoorzaam bent en die Mij zo’n pijn en verdriet doen, en richt je op alles wat mij vreugde schenk, waarmee je Mij eert en gehoorzaam bent.

‘Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. Verdraag elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo moet ook u doen.’

Helaas is dit niet zo simpel en makkelijk als het lezen van deze woorden; dit kost wat, dit vraagt wat van ons.
Het vraagt keuzes van ons, iedere dag opnieuw.
Er moet een verandering komen in ons denken.
Soms zie je radicale en rigoureuze veranderingen, maar dat neemt niet weg dat ons denken vernieuwd moet worden voor veranderingen die blijvend zijn.
Als dat niet zo was, zou het niet in Gods woord staan.
Ook als we christelijk opgevoed zijn, als we Hem van kleins af aan hebt toebehoren, is het goed om steeds opnieuw terug te gaan naar de Vader met de vraag: ’Draag ik nog wel de juiste kleren? Of zijn mijn kleren stoffig en vies geworden door mijn wandel op deze aarde en zijn ze dringend toe aan een wasbeurt of vernieuwing?

en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, …
Ef. 4:23

(Efeze 4:17-32 is ook een gedeelte dat gaat over de nieuwe mens en op de kalender wordt aangehaald; ook dit gedeelte laat duidelijk zien wat onze oude kleding is en wat onze nieuwe hoort te zijn)

Oude mens - nieuwe mens.
Verloren, zondig en onrein - gered, uitverkoren, geheiligd en geliefd.
Oude manier van denken - nieuwe manier van denken.
Oude kleren - nieuwe kleren.

‘En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is.’
‘En bovenal, kleed u in de liefde, …’

Boven al deze dingen, boven de kleding van innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, verdraagzaamheid en vergeving, dienen we de liefde aan te doen.
1 Korinthe 13:13 zegt het ook: …, maar de meeste van deze is de liefde!
De liefde is het voornaamste.
Als je het hele hoofdstuk (1 Korinthiërs 13)  ook leest, dat zie je hoe belangrijk de liefde is.

De Here Jezus is de belichaming van Liefde.
Hij leefde liefde, Hij ademde liefde, Hij is liefde.

Ooit heb ik iemand eens horen zeggen: zet de naam Jezus eens in de plaats van het woord liefde in 1 Korinthe 13:4-8a.
Dan krijgen we het volgende:

Jezus is geduldig,
Jezus is vriendelijk,
Jezus is niet jaloers,
Jezus pronkt niet,
Jezus doet niet gewichtig,
Jezus handelt niet ongepast,
Jezus zoekt niet Zijn eigen belang,
Jezus wordt niet verbitterd,
Jezus denkt geen kwaad,
Jezus verblijdt Zich niet over de ongerechtigheid,
maar verheugt Zich over de waarheid,
Jezus bedekt alle dingen,
Jezus gelooft alle dingen,
Jezus hoopt alle dingen,
Jezus verdraagt alle dingen.
Jezus vergaat nooit!

Wilden we weten wat deze liefde dan inhoudt, wel, dan hebben we daar nu het antwoord wel op gevonden, dacht ik zo.
Duidelijk mag zijn dat liefde veel meer is dan een gevoel alleen.

De liefde aan doen, is als het ware Jezus aandoen.

En doe boven dit alles de liefde aan, die de band van de volmaaktheid is.
HSV

Liefde:
De band van volmaaktheid!
Jezus!


Lieve Vader in de hemel.
Welk een indringende boodschap heeft u deze week: ‘Doe boven alles de liefde aan!’
Deze boodschap komt pas nadat U in en door Uw Zoon zichtbaar gemaakt hebt wat U daarmee bedoelt, zodat wij ook weten kunnen wat dit betekent.
En deze boodschap, deze opdracht komt ook pas nadat U Uw Heilige Geest heeft uitgestort, want zonder Uw Geest, zonder de hulp van Uw Geest, zouden we dit niet kunnen.
Dank U wel, Heer Jezus, voor de Heilige Geest die U hebt gezonden!
Lieve Heer Jezus, vandaag is het precies 1e Pinksterdag, de dag dat wij terugdenken aan de uitstorting van de Heilige Geest op Uw discipelen en dat wij vieren dat Uw Geest ook in een ieder van ons, die U aangenomen hebben als Heer en Heiland, is.
Ik bid U, Vader, dat de liefde van Uw Zoon, onze Here Jezus Christus, ons net als Paulus zal dringen om te leven naar Uw wil en te doen wat U vreugde schenkt.
Verander ons denken, Vader, door Uw Geest, opdat wij iedere dag opnieuw ons zullen kleden met de kleren die U hebt gegeven en men aan ons kan zien, dat wij U toebehoren.
In Jezus’ Naam vraag ik U dit.

- Amen -


Het meest bijzondere kleed

’s Ochtends is er steeds
hetzelfde ritueel.
Het tijdstip mag soms
anders zijn,
maar mijn nachtkleding uitdoen
en mijn gewone kleding aan,
hoort er elke dag bij.

Ook de kleding kan verschillen,
soms is ’t maar net
waar ik zin in heb,
of wat nodig is.
De ene dag ben ik tevreden
met wat ik in de spiegel zie
en soms ben ik in ’t geheel niet blij.

Dan heb ik ook nog kleren
voor speciale gelegenheden,
je kunt immers niet altijd
hetzelfde dragen.
Dus heb ik ook kleding voor op chic
en voor klussen in en rondom het huis;
o ja, en ook nog speciale zwemkledij.

Ik geloof dat ik nu
alles zo’n beetje heb gehad;
ik geloof niet dat ik nog iets
vergeten ben.
Hier en daar misschien nog
een likje ‘verf’, maar voor de rest
zit het nu wel goed met mij.

Als ik dan ’s morgen tevreden
nog een laatste blik in de spiegel werp,
hoor ik ineens een zachte stem:
‘Vergeet je niets; ben je werkelijk klaar?’
Beschaamd buig ik mijn hoofd,
hoe kon ik dit nu toch vergeten:
mijn meest bijzondere kledij.

Ik keer mijn spiegel de rug toe
en pak aan wat mijn Vader voor mij heeft.
Het mooiste van het mooiste
ooit door iemand geweven.
Mijn vinger volgt even heel voorzichtig
de zuivere, bloedrode draad;
o, Heer Jezus, U stierf voor mij!

Liefde dringt mijn hart en ziel binnen
als ik in gedachten één word met het kleed.
Anders wordt mijn kijk op dingen,
op de wereld waarin ik leef.
Zachtjes begint het in mij te zingen;
de dag zie ik met vreugde tegemoet.
Hoe kan het ook anders, nu is Hij zo dichtbij!

Door genade ben ik vergeven,
en met gerechtigheid heeft Hij mij bekleed.
Met Zijn Kracht heeft Hij mij vervuld,
en met Zijn liefde houdt Hij mij omgeven.

Ik ben een nieuwe mens; 
uitverkoren, geheiligd en geliefd.
Al wat Hij van mij vraagt,
is dit aan een ander voor te leven.


Een Gezegend Pinksterfeest
en Gods rijke zegen voor de komende week.

Een liefdevolle groet,




donderdag 5 juni 2014

Week 23 - Nieuwe kleren (1) - vervolg

Vorige week (zie: stukje afgelopen zondag) stond in het teken van ‘met kracht bekleed worden’.
De gegeven Bijbelgedeelten op het kalendertje stonden allemaal in het teken van kleding en ik miste, met het oog op het naderende Pinksterfeest, wat de Bijbel zegt over de Heilige Geest.
Dit keer heb ik wel even gespiekt bij de volgende week (deze week dus) of dit voor deze week aan de orde was, zodat ik niet op de dingen vooruit liep of iets aankaartte wat nog zou komen, maar dat bleek niet het geval.
En dus, was ik vorige week ook op zoek gegaan naar wat de Bijbel zegt over de Heilige Geest.
Met Kracht bekleed worden was één ding, maar wat was er nog meer?
Waaruit bestaat die Kracht?
En ik heb een aantal Bijbelteksten en gedeelten opgezocht, gelezen en opgeschreven die meer zeggen over deze Kracht, die ons meer vertellen over de Heilige Geest en ik wil dit ook vastleggen, omdat er anders voor mijn gevoel toch iets ontbreekt.
Het kwam er niet van om hier zaterdags ook over te schrijven; het was goed zo als het was, maar het laat me niet los en voor ik morgen of overmorgen verder ga, dringt mijn binnenste mij om dit eerst nog te doen.


En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.
HSV
Lucas 24:49

De discipelen  moesten van Jezus in Jeruzalem blijven wachten op de Heilige Geest, op de kracht waarmee zij bekleed zouden worden en dit deden zij ook.
Ze zaten niet stil tijdens dit wachten; het was niet zo dat de ene dag in de andere overging en zij zuchtend uitkeken van ‘wanneer komt Hij nou?’ en als de dag voorbij was weer verzuchtend zeiden: ‘nee, vandaag weer niet.’
In Handelingen 1:14 staat dat zij allen voortdurend met elkaar, samen met enkele vrouwen, onder wie Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers, bleven bidden.
In dit samen bidden, zien we hun verwachting, hun uitzien naar.
Maar ze deden meer.
Ze zochten ook een vervanger uit, die de plaats van Judas in kon nemen.
Handelingen 1: 15-26
En zo waren zij zich aan het voorbereiden op de komst van de Heilige Geest.
Biddend en Gods wil zoekend.

Als ik dan op zoek ga naar wat de Bijbel (ik bekijk het alleen even vanuit het Nieuwe Testament) zegt over de Heilige Geest, kom ik als eerste in Lucas 2:25-35, waar we Simeon ontmoeten.

‘Nu woonde er in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man. Hij zag uit naar de dag waarop God Zich over Israël zou ontfermen. De Heilige Geest rustte op Hem. En aan hem was door de Heilige Geest voorspeld dat hij niet zou sterven vóór hij met eigen ogen de Messias had gezien die de Heer beloofd had. Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel …’
(Lucas 2:25-27a)

Als eerste werd ik getroffen door het wachten, door het geduld wat in beiden doorklinkt.
De discipelen gingen naar Jeruzalem en wachtten op de Kracht van boven; Simeon wachtte op de komst van de Here Jezus.
Beloften waren gegeven en beiden keken uit, en bleven uitkijken, naar de vervulling van de beloften.
Wij mensen zijn vaak zo ongeduldig in ons wachten.
Vooral in de tijd waarin we nu leven moet alles snel, snel, gebeuren en wachten is eigenlijk iets wat niet goed meer bij deze tijd past.
Ook in onze gebeden zijn we vaak ongeduldig en willen het liefst zo spoedig mogelijk een antwoord van God en ook naar zoals wij het het liefste zelf invullen, in plaats van dat we geduldig wachten en openstaan op Zijn leiding, op wat Zijn wil is.
Hoewel de discipelen nog op de vervulling van de Heilige Geest moesten wachten, was hun hart zo vol verlangen om te ontvangen wat hun Heer hen had beloofd, dat zij deden wat Hij hun gezegd had.
Verlangen, vol verwachting uitzien naar, geduld, zijn de dingen die mij diep treffen  en de eerste les voor mij vormen als ik op zoek ga in het Nieuwe testament naar wat de Bijbel zegt over de Heilige Geest.


Ik weet dat ik alles rond de geboorte van de Here Jezus heb overgeslagen; ik wilde eigenlijk gelijk door, maar besef nu, dat dit niet goed is.
Want ook aan het begin van de Evangeliën komt de Heilige Geest op bijzondere wijze ons leven binnen in de verhalen van de levens van Zacharia en Elisabeth, van Maria en Jozef.

Als in Lucas 1:11 een engel aan Zacharias verschijnt terwijl hij dienst doet in de tempel, spreekt de engel van de zoon die zij zullen krijgen (!), maar dat die zoon al vanaf de moederschoot door God vervuld zal worden met de Heilige Geest en dat hij voor Hem uit zal gaan, in de geest en de kracht van Elia en hij zal …
Lees maar verder in Lucas 1:5-25)

Even later komen we de Heilige Geest tegen in het leven van Maria (en daarmee ook van  Jozef) als de engel bij Maria komt en haar verteld dat ze zwanger zal worden.
Schitterend zijn de woorden waarmee de engel Maria uitlegt hoe dit allemaal zal kunnen gebeuren; vers 35:  ‘De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden.’
Enkele andere vertalingen zeggen: ‘… de kracht van de Allerhoogste zal u als een schaduw bedekken.’

O, het bekleed worden met de Heilige Geest houdt zoveel meer in dan wij vaak beseffen of bij stilstaan …
Zie wat er allemaal niet gebeurt, uit voortkomt …

En wat te denken van het moment in Lucas 1:41 en 42 als Maria op bezoek gaat bij haar nicht Elisabeth, binnenkomt en Elisabeth begroet: ‘Toen Elisabeth Maria’s begroeting hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Zij werd vervuld met de Heilige Geest  en riep luid: ‘Je bent de meest gezegende van alle vrouwen en gezegend is het kind dat je draagt! … Want toen ik je groet hoorde, sprong het kind van blijdschap op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat in vervulling zal gaan wat haar door de Heer is gezegd.’ 
Zie wat de Heilige Geest brengt: vreugde, profetie, geloof, lofprijs, aanbidding!
Proef, voel de kracht die daar vanuit gaat!

 O, er staat veel te veel in de Bijbel om dit allemaal nu uit te pluizen en op te schrijven, het stukje wordt alweer aan de lange kant, maar hoe kan het ook anders.
Gods woord is zo rijk, zo vol beloften en vervulling van beloften om ons aan te moedigen en te bemoedigen.
Het blijft me verbazen hoe ik ergens begin maar heel ergens anders uitkom dan wat mijn ‘planning/bedoeling’ was.
Ik wilde immers ‘even gewoon’ wat dingen opschrijven over de heilige Geest, wie Hij is en wat Hij doet.
Maar, ik ga daar nu wel naar toe.
Al heeft het bovenste mijn hart gevuld met grote vreugde en blijdschap en ik hoop het jouwe ook.
Misschien was dit wel nodig om mijn/ons hart te openen voor Hem, om binnen te kunnen laten komen wie de Heilige Geest is en wat Hij doet, wie zal het zeggen?!


… want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
Hand. 1:5

… maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.
Hand. 1:8

En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
Hand. 2:4

En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan …
Hand. 2:40

Vervuld van de Heilige Geest, antwoordde Petrus hun: ...
Hand. 4:8

Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en merkten dat zij ongeleerde en eenvoudige mensen waren, verwonderden zij zich en herkenden zij hen als mensen die met Jezus samen geweest waren.
Hand. 4:13

Petrus zei echter: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen!
En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en onmiddellijk werden zijn voeten en enkels vast.
Hand. 3:6,7

De Heilige Geest maakt getuigen van ons.
Nee, we hoeven niet allemaal naar het buitenland, op reis, of waar dan ook naar toe te gaan, getuige zijn begint in de eerste plaats op de plek waar we zijn, in ons eigen huis, onze eigen omgeving.
De Heilige Geest geeft ons de vrijmoedigheid die we nodig hebben, neemt de angst en onzekerheid weg; ja, legt ons Zelf de woorden in de mond om te spreken.
Al wat wij dienen te doen is onze mond te openen, te gaan, te gehoorzamen.

Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.
Joh. 14:26

Welk een vrijmoedigheid zien we ineens bij de discipelen, terwijl ze nog maar kort daarvoor waren weggevlucht toen Jezus gevangen genomen werd.
Het waren maar vissers, ze hadden niet gestudeerd, waren niet geleerd, en toch …
Weg is hun angst, weg is hun onzekerheid, weg is hun twijfel.
Zie, welk een grote wonderen en tekenen zij ook mogen doen in de Naam van Jezus en door de kracht van de Heilige Geest!

Wat mijn hart ook altijd zo raakt is het verhaal van Stefanus. (Hand. 6 vanaf vers 8 & Hand. 7)
Stefanus was vol geloof en kracht (vers 8) en deed grote wonderen en tekenen; hij was vol van de Heilige Geest en sprak door die Geest met een wijsheid waar niemand tegen op kon (vers 10) en hij wordt erom gevangen genomen.
Als je het verhaal lees, proef je de nijd en jaloezie, de kwaadaardigheid en de haat; zo erg dat ze (vers 9,12) mensen omkochten om te liegen, mens en volk ophitsten, en Stefanus meesleurden en voor de Hoge Raad sleepten.
En dan staat er in vers 15: 'En allen die in de Raad zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel.'
Whauw!

Als Stefanus de mogelijkheid krijgt om zich uit te spreken, is er geen spoor van angst of onzekerheid te bekennen.
Hij spreekt en getuigt met een vrijmoedigheid die alleen mogelijk is door de Heilige Geest; hij spreekt de woorden die God hem in de mond legt.
Als je leest in Handelingen 7 wat hij allemaal zegt, dan zie je hoe God alles in Zijn hand heeft, want het is onvoorstelbaar dat Stefanus daar zo de mogelijkheid, de tijd en de ruimte heeft om  te zeggen wat hij zegt.
Het is te lang, te veel, te indringend en te confronterend om uitgesproken te worden als God Zelf dit niet mogelijk zou maken.
Daar ben ik van overtuigt.
Lees maar mee wat de woorden van Stefanus tot gevolg hebben, vers 54 (en v.v.):‘Toen zij dit hoorden, barstten hun harten van woede en knarsten zij hun tanden tegen hem.’
Maar Stefanus was zo vol van de heilige Geest, hij zag en voelde niets van hun woede en haat.
(zo komt het op mij over; het raakte hem niet, beïnvloedde hem niet)

Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht (Stefanus geheim - eigen toevoeging) en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God.
En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God.

O, wat wordt mijn hart geraakt door deze woorden, en welk een verlangen naar zo vol te zijn, vol te worden van Zijn Geest komt er in mijn hart.
Maar tegelijk is er ook een stukje vrees, omdat ik weet wat deze woorden tot gevolg hebben; dat is mijn mens zijn, maar ik mag ook weten dat God kracht geeft op het moment dat wij het nodig hebben en niet ervoor.

Maar zij riepen met luide stem, stopten hun oren dicht en stormden eensgezind op hem af. En zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem, en de getuigen legden hun kleren af aan de voeten van een jongeman, die Saulus heette.’

Maar Stefanus was, en bleef, totaal vervuld van de Heilige Geest; alsof er helemaal niets meer van hemzelf, van zijn oude natuur in hem zat, maar hij enkel en alleen nog bestond uit Gods Geest; alsof alleen zijn lichaam nog op deze aarde was en de rest al boven.

En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest. En terwijl hij op de knieën viel, riep hij met luide stem:  Heere, reken hun deze zonde niet toe! En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.’

Zo vol zijn van de Heilige Geest …
Vrijmoedig, zonder angst, Hij, en Hij alleen, gehoorzaam, gericht op de dingen die van boven zijn, krachtig, volhardend, overvloedig in de hoop, vol liefde en vergeving, genadig, …
‘Bekleed met de kracht die van boven komt …’

Eigenlijk laat het verhaal van Stefanus ons alles zien wie de Heilige Geest is, wat Hij doet en uitwerkt.
En dit geldt niet alleen voor Stefanus, maar dit wil Hij ook in ons en door ons heen doen.
De Heilige Geest had in Stefanus leven de volledige ruimte gekregen; hoeveel ruimte geef ik, geven wij Hem?
Of stoppen we onze oren toe, net als de leden van de Hoge Raad?

Alle vruchten van de Geest (Galaten 5:22,23): liefde, vreugde(blijdschap),vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen(geloof), zachtmoedigheid en zelfbeheersing, zien we terug in  dit verhaal van Stefanus.
Vruchten die ook in ons leven zichtbaar dienen te zijn, te worden en het is iets wat de Geest doet groeien en rijpen, zoals de GNB zo mooi zegt.
Uit ons eigen, zelfzuchtige ik, ons vlees, komen hele andere dingen voort.
(vers19-21)
‘Overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; …’
Een aantal van deze dingen zien we weer duidelijk terug bij wat de leden van de Hoge Raad doen, en die anderen die erbij betrokken waren.
Toch, in dit alles ziet God het hart aan.
Dat zien we later in het leven van Paulus.
Paulus (toen nog Saulus) was erbij toen Stefanus werd gestenigd, hij paste toen op de kleren van de getuigen (Hand. 7:58), maar later (Hand. 9)  wordt Paulus door Jezus Zelf geroepen en komt hij tot inkeer en geloof, en wordt van een vervolger een vurig prediker.

Ik zou nog uren kunnen doorgaan, maar ik weet dat het voor nu genoeg is.
Nog een paar woorden wil, nee, moet ik opschrijven en niet alleen voor jou die het leest, maar in de eerste plaats voor mijzelf, om mijzelf voor te houden, om zelf te onthouden.
En naar te leven.


Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God
die in u is door de oplegging van mijn handen,
aan te wakkeren.
Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid,
maar van kracht en liefde en bezonnenheid.

Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere,
en ook niet voor mij, Zijn gevangene,
maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie,
overeenkomstig de kracht van God.

Hij heeft ons zalig gemaakt
en geroepen met een heilige roeping,
niet overeenkomstig onze werken,
maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade,
die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, …
maar nu is geopenbaard
door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus,
Die de dood tenietgedaan heeft,
en het leven en de onvergankelijkheid
aan het licht gebracht door het Evangelie,
waarvoor ik aangesteld ben als prediker,
 apostel en leraar van de heidenen.

Daarom onderga ik ook deze dingen.
Maar ik schaam mij niet,
want ik weet Wie ik geloofd heb,
en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is
mijn pand,
bij Hem weggelegd,
te bewaren tot die dag.
Houd u aan het voorbeeld van de gezonde woorden,
die u van mij gehoord hebt,
in geloof en liefde,
die in Christus Jezus zijn.

Bewaar door de Heilige Geest,
Die in ons woont,
het goede pand,
dat u toevertrouwd is.


God heeft u lief en heeft u geroepen om hem toe te behoren.
Ik wens u de genade en de vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.
(Rom.1:7 GNB)

Gods rijke zegen zij voor jou die dit leest
en een liefdevolle groet van mij.

Gezegend Pinksterfeest!





zondag 1 juni 2014

Week 23 - Nieuwe kleren (1)

En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.
HSV

Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.
NBV

Lucas 24:49


Afgelopen week hebben we Hemelvaart mogen vieren en dachten we terug aan de dag dat de Here Jezus terugging naar Zijn Vader en aan alles wat daar uit voortkwam en komt.
Vorige week mocht ik daar iets over schrijven. (Zie: Week 22 - Een hemels huis)
Maar voor het zover was, gaf Hij hen Zijn laatste boodschap en opdracht.

In de dagen na Zijn opstanding verscheen Jezus nog een aantal keren aan verschillende mensen; zo werd Zijn opstanding uit de dood vastgelegd met vele getuigen.
We weten dat Hij als eerste verscheen aan de vrouwen bij het graf, maar vervolgens ook aan de Emmaüsgangers en Zijn leerlingen.
Paulus vertelt ons in 1 Korinthe 15:6 dat Jezus aan meer dan 500 mensen is verschenen na Zijn opstanding.
Alleen bepaalde ontmoetingen zijn op schrift vastgelegd.
(Mattheüs 28Marcus 16Johannes 20 en 21 en Lucas 24)  
En vanuit dit laatstgenoemde Bijbelboek kijken we naar enkele woorden die Jezus in Zijn laatste dagen op aarde tot Zijn discipelen heeft gesproken.
De discipelen ontvangen van Jezus de opdracht om Zijn getuigen te zijn, om het Goede Nieuws -het Evangelie- overal bekend te maken, maar ze moesten daarvoor eerst in Jeruzalem blijven wachten op de Heilige Geest.

‘En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.’


De kalender waaruit ik mijn Stille Tijd houd en deze stukjes dus voortkomen, geeft vele voorbeelden in de Bijbel over hoe belangrijk kleding was.
Ze begint met Genesis (2 en 3) waar Adam en Eva door de zondeval ontdekken dat zij naakt zijn en waar God voor hen kleding maakte van dierenhuiden en hen daarmee bekleedde.
Vervolgens worden er nog vele voorbeelden genoemd, zoals bijv. over de priesterkleding in Exodus 28, 29:9 , over het bruiloftskleed in Matth. 22:10-14 en over koningsgewaad dat Jezus wordt aangetrokken, de doornenkroon die op Zijn hoofd wordt gedrukt en de kleren die Hem aan het kruis weer worden ontnomen (Marcus 15:17-20, 24) en de witte kleren waar het Bijbelboek Openbaring over spreekt (Openb. 3:4,5,18; 7:9,13-14; 16:15)
Maar ook bijv. in Genesis 37-41,  2 Samuël 13:18-19 en op nog vele andere plaatsen laat de Bijbel zien de (diepere) betekenis achter kleding; de status, komaf of …
Waarmee men zich kleedt of hoe men zich kleedt, zegt iets over hen.

Ook vandaag de dag vertelt kleding nog veel over de persoon die ze draagt.
Kijk maar naar de kleding van de Amisch, de mensen van de ‘zwaardere’ kerk, bepaalde groeperingen zoals bijv. Gothic, Metal, Punk, …
Om  maar niet te spreken wat sommige mensen doen in bepaalde tijden, waarin ze ineens hun ‘gewone’ kleding in de kast laten hangen en zich hullen (of misschien is uitdossen een beter woord) in enkel oranje, of rood, wit en blauw, omdat ze heel duidelijk willen laten zien waar ze bij horen en (voor) wie ze zijn.
Hun enthousiasme en trots straalt er vanaf. (totdat …)
Hoewel ik persoonlijk hier helemaal niets van begrijp en dit totaal niet kan volgen, zie ik er wel een diepere boodschap in.


De discipelen moesten in Jeruzalem wachten tot ze met kracht uit de hemel zouden worden bekleed.
Met de kracht uit de hemel wordt de Heilige Geest bedoeld waar Jezus meerdere keren over gesproken en naar verwezen heeft.
Zonder Zijn hulp zouden zij niet dat kunnen doen waartoe Jezus hen geroepen heeft.
De kalender blijft met de Bijbelgedeelten stilstaan bij kleding of bekleed zijn, en geeft vele verwijzingen naar de Bijbelgedeelten/teksten, maar eindigt met de vraag wat de Heilige Geest voor ons persoonlijk betekent; wat het betekent ‘met kracht uit de hemel’ te zijn bekleed.

Heel lang is de Heilige Geest voor mij ‘iets’ geweest waar ik geen raad mee wist, waar ik weinig vanaf wist en nog minder begreep.
Voor mijn gevoel werd er in de kerk waar ik ben opgegroeid Pinksteren gevierd zonder de Heilige Geest, of met maar met een fractie van Hem, van wie Hij is.
Het is pas jaren later, eigenlijk vanaf dat ik de Alphacursus in de gemeente waarin we nu zitten deed, dat ik persoonlijk werd geconfronteerd met de Heilige Geest.
‘Wie is de Heilige Geest voor jou?’, en ik raakte bijna in paniek omdat ik er achter kwam dat ik eigenlijk niet eens kon zeggen wie of wat de Heilige Geest eigenlijk precies was.
Nee, ik heb dat weekend geen bijzondere ervaring gehad zoals sommigen, geen pats boem verandering of bovennatuurlijke ervaring, maar God is vanaf dat moment wel Zijn weg met mij aan het gaan en ik mag steeds meer gaan leren en ontdekken over wie de Heilige Geest is, wat Hij doet en ook wil doen in mijn leven.

God is zo groot, zo bijzonder, zo liefdevol, Hij weet precies wat bij ons past, wat goed voor ons is, wat past in Zijn plan met een ieder van ons; Hij werkt zo, dat het goede werk dat Hij in ons begonnen is, voltooid zal worden.
In de afgelopen jaren is de Heilige Geest voor mij een realiteit geworden, hoewel ik besef, dat er nog veel meer ruimte voor Hem in mijn leven moet komen.
Ik merk dat mijn ‘opvoeding’ (de kerk waar mijn wortels liggen) een grote blokkade vormt, een blokkade van angst voor onbekende dingen, voor controleverlies, voor dingen die ik niet eens precies weet te benoemen, maar die ik voel dat ze er zijn.
En tegelijkertijd ben ik zo ontzettend dankbaar voor Hem dat niets van dit alles voor Hem weer een blokkade is om mij niet te kunnen gebruiken in Zijn dienst, in Zijn koninkrijk.
Gaande weg mag ik leren en Hij heeft daarin zoveel liefde en geduld voor en met mij, dat is gewoon onvoorstelbaar.
Stap voor stap gaat Hij Zijn weg; soms zijn de stappen heel groot, wel sprongen, en soms zijn ze heel, heel klein.
Maar boven alles weet ik dat ik Zijn Geest nodig heb, dat ik het vanuit mijzelf niet kan.
Dat alles wat ik doe vanuit mijzelf, geen eeuwigheidswaarde heeft en verbrandt als Zijn vuur het bewerkt.
Ik heb Zijn kracht en autoriteit mogen ervaren en zien, maar heb ook ontdekt dat ik Zijn Geest kan doven, waardoor ik mijn kracht verlies en het leven haar glans.

Al jaren met Pinksteren hoop/bid ik stilletjes dat er iets bijzonders mag gebeuren; op de één of andere manier zou ik ook zo graag iets spectaculairs meemaken.
Wind, vuur, … poef …
Maar als ik terugkijk en lees dan zijn er eigenlijk al zoveel bijzondere dingen gebeurd.
Nee, geen wind, geen vuur, geen poef …, maar wel diepe, verrijkende en kostbare dingen, leermomenten, ervaringen, ontmoetingen.
Mijn gedachten gaan naar een bepaald gedicht dat ik een paar dagen na Pinksteren in 2011 schreef.
‘Wandelen door de Geest’ heet het, je kunt er >>hier<< over lezen.
Wat mij vooral raakt in dit gedicht, als ik het plaats in het licht van het thema van deze week,  is het middelste couplet:

‘Wandelend aan mijn Vaders hand
zal Zijn Geest mij doorstromen.
Zichtbaar zal worden
uit wie ik leef, beweeg en besta;
Wie de grootste plaats
in mijn leven heeft ingenomen.’

Als ik terugdenk aan de voetbalfanaten waar ik eerder op doelde, dat ziet iedereen aan hen waar ze vandaan komen, waar hun leven (soms even) om draait, wat het belangrijkste is, en hoewel ik hun ‘gekte’ niet begrijp, dit weet ik wel, zo wil ik wel Hem laten zien.
Hij heeft mij, ons - Zijn kinderen, bekleed met de kracht van de Heilige Geest.
Hij heeft ons bekleed, maar het is aan ons of en hoe wij dit kleed dragen.
De voetbalfanaten laten het aan iedereen zien, ze blijven niet stilletjes in hun huizen zitten, maar trekken zelfs soms de gehele wereld over, en dat is de diepere boodschap, de diepere les die er voor mij in ligt.
Kan/mag iedereen zien waar ik oorspronkelijk vandaan kom, Wie ik toebehoor, uit Wiens kracht ik leef, naar Wie ik toe ga?
Of bedek ik het, laat ik het onder het stof komen, of kapot gaan?
Of  ben ik er zuinig op, koester ik het en draag ik het met verve en gebruik ik het waartoe Hij het heeft bedoeld en gegeven?


Lieve Vader in de hemel, U heeft mij bekleed met de kracht van de Heilige Geest en ik dank U daarvoor met heel mijn hart.
Vergeef mij, dat ik vaak zo slordig met deze kleding omga, zo onzorgvuldig.
Dat ik vergeet dat U mij met deze kleding hebt bekleed en er zonder er bij na te denken weer iets anders over aantrek.
Dank U wel, voor Uw liefde en geduld.
Ik weet, Heer, ik zeg dit vaak, heel vaak, maar ik meen ieder woord.
Dank U wel, voor Uw liefde en geduld met mij!
En dank U wel, dat U Uw weg met mij gaat en het tot een goed einde zal brengen.
Ik hou van U, Vader, Heer Jezus, en zie uit wat U, door Uw Heilige Geest, nog in en door mij heen gaat doen.
Hier ben ik; van U wil ik zijn, geheel en al.

- Amen – 


Met Kracht bekleed

Met Kracht bekleed
om Zijn getuige
te kunnen zijn.
Met Kracht bekleed
om het Goede Nieuws
uit te dragen.

Met Kracht bekleed
om de weg te gaan
die Hij ons wijst.
Bekleed met Kracht
om vol te houden
ook in tegenslagen.

Met Kracht bekleed;
die angst verdrijft
en vrijmoedigheid geeft.
Met Kracht bekleed
om te leven naar Zijn wil
en tot Zijn welbehagen.

Pinksteren:
‘Met Kracht bekleed …’
Wat zouden we nog meer
kunnen vragen?!


Mag ik jou ook de vraag uit het stukje meegeven in de week naar het Pinksterfeest toe?
'Wat betekent de Heilige Geest voor jou en wat betekent het voor jou om met Hem te zijn bekleed?

Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,