zondag 28 december 2014

Week 1 - Niet zonder U!

Toen zei hij (Mozes) tegen Hem: Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan van hier niet verdertrekken.
HSV

Mozes antwoordde: Als Uzelf niet meegaat, kunnen we beter hier blijven.
GNB

      Exodus 33:15
>> Exodus 33


Als ik afgelopen week in mijn Stille Tijd aan het lezen ben in het Bijbelboek Exodus en wel hoofdstuk 33, zijn het deze woorden die eruit springen en zich vasthaken in mijn hart.
We staan (opnieuw) aan de vooravond van het oude naar het nieuwe jaar en met het lezen van deze woorden zei mijn ziel in mij: ‘Heer, ik wil ook niet wegtrekken het nieuwe jaar in als U niet Zelf met mij meegaat.’

Mijn gedachten gaan naar een goede gewoonte, die ik van mijn ouderlijk huis heb overgenomen: met Oudejaarsavond naar de kerk gaan en voor de klok 0.00 uur slaat nog een stukje uit de Bijbel lezen en bidden.
Op deze manier wordt het voor mij heel concreet en tastbaar dat God met mij (en mijn gezin) mee gaat het oude jaar uit en het nieuwe jaar in, maar ook omdat ik Hem wil danken voor alles wat Hij heeft gegeven en heeft gedaan, dat Hij erbij was elke dag opnieuw.
Het is een moment van terugblikken op wat is geweest, maar ook op wat nog komen gaat en de bewuste keuze, dat ook we ook het nieuwe jaar niet in willen gaan zonder Hem; dat we beseffen dat we afhankelijk zijn van Hem in alles.
Ook het lezen uit Zijn woord heeft zijn vaste plek, want door Zijn woord spreekt Hij immers (ook) tot ons.
Zijn woord, dat zo belangrijk is, want daarin staan niet alleen Zijn richtlijnen, maar ook al Zijn beloften, Zijn woorden van troost en bemoediging, van hoop voor de toekomst.
Hoe moeilijk ons leven soms ook is of kan zijn, hoe onzeker ook de tijden, Zijn woord laat zien dat Hij onveranderlijk is en dat Hij al Zijn beloften nakomt, toen, nu - vandaag de dag, en tot in alle eeuwigheid!
Door Zijn woord leer ik hem meer en meer kennen, ontdekken wie Hij is en wil zijn voor mij.
Maar ook hoe mijn leven dient te zijn, hoe ik Hem het meeste eer, wat Hij van mij verlangt, verwacht, wil zien.
En dan kom ik terug bij het woord dat mij de laatste weken zo bezighoudt en wat ik tot ‘mijn woord’ (incl. consequenties) voor het jaar 2015 wil maken: toewijding.


Zoals ik op 'mijn Pagina - Waar God mij leidt' heb aangegeven, weet ik niet wat ik dit jaar eigenlijk precies moet gaan doen met het oog op het schrijven op dit Blog.
Vanaf 2011 schrijf ik mijn stukjes n.a.v. wat er staat in mijn agenda voor dat jaar, of kalenders die mij aanspraken.
Maar dit jaar is er (nog?) niets.
En toch …, toch blijf het verlangen om één keer in de week heel intensief bezig te zijn met Zijn woord; één, soms twee dagen, of dagdelen, apart te zetten om van Hem te leren, te ontvangen, en te delen.
Misschien is het dit komende jaar voor mij wel een uitstappen in geloof en vertrouwen dat God mij ook hierin zal leiden.
Ik vind het spannend, heel erg spannend en eigenlijk ook best wel eng.
Schrijven n.a.v. iets is immers zoveel makkelijker dan ‘zo maar iets uit het niets’.
Met dat de laatste weken van de kalender in zicht kwamen, was mijn gebed al, Heer, breng alstublieft iets nieuws op mijn pad, laat mij zien waar ik het komende jaar mee bezig mag gaan…, maar er kwam niets en met het rondkijken was er ook niets dat als het ware er uitsprong waardoor ik wist, dit is het.
Moet ik dan niets doen dit jaar, of ‘gewoon’ afwachten wat U mij laat zien, geeft, …?
Ik vind het eigenlijk doodeng, maar dit laatste is iets dat steeds weer naar voren komt en waardoor ik kies om hier voor te gaan.
O, hoeveel te meer is dan het woord dat bovenaan staat niet mijn gebed!
Doe mij van hier niet wegtrekken als U niet met mij meegaat!
Want als Uzelf niet meegaat, dan …, dan heeft het allemaal geen zin.

Mijn gedachten gaan ook naar het boek ‘Een vrouw naar Gods hart’ van Elizabeth George waar ik in begonnen ben.
Welk een verlangen is er niet om meer en meer een Vrouw te zijn naar God hart.
Welk een belangrijke plaats het Gebed van Toewijding niet gekregen in mijn dagelijks gebed.
Maar ook dit alles is zinloos als ik erin op weg ga zonder Hem, als Hij niet Zelf op die weg met mij meegaat.
Zo ook de Vrouwenbijbelstudiegroep, het Secret Sister Program …
Als Hijzelf daarin niet met mij meegaat, wie zal mij dan leiden?

Maar ook in mijn gezin, in mijn huwelijk, als Hij ook daarin niet met mij mee gaat, hoe zou ik Zijn wil kunnen vinden en doen, kunnen zijn en worden, die Hij wil dat ik ben en word, hoe zou ik vol kunnen houden in alle moeilijkheden, in beproevingen en in onzekere tijden?
En wat te denken van mijn gewone dagelijkse leven?
Hoe kan ik leven tot Zijn eer als Hij niet met mij mee gaat; hoe zou ik weten hoe dat moet als Hij er niet is om het mij te vertellen?

Maar met dat Hij met mij meegaat het nieuwe jaar in, verlangt Hij ook wat van mij; het is geen eenrichtingsverkeer.
God wilde niet met Mozes en het volk meegaan omdat het volk Israël zwaar had gezondigd; ze hadden namelijk een afgodsbeeld gemaakt en dat aanbeden in plaats van Hem.
Hoe waakzaam moeten wijzelf ook niet zijn dat andere dingen Zijn plaats in (gaan) nemen.
Zelfs de dingen die we voor Hem doen, kunnen een valkuil worden, een ‘afgod’.
Want alles wat op de eerste plaats komt in ons leven in plaats van God, is een afgod!
Exodus 34:14: ‘Vereer geen andere goden. Ik, de HEER, duld geen andere goden naast Me.’
God kan niet met ons optrekken, als Hij niet de eerste plaats in ons leven heeft; als niet Hij maar iets of iemand anders de eerste plaats heeft in ons leven.
Dit wil niet zeggen dat Hij ons niet ziet, maar wel dat Hij niet met ons mee kan gaan, Hij duld immers niets en niemand naast Zich!
Maar Hij blijft wel wachten en uitzien naar ons, dat we terugkeren van onze verkeerde wegen, want er is vergeving, er is genade, voor iedere zondaar die tot inkeer komt.
Dank U wel, Heer Jezus!

Of God met ons meegaat, is ook afhankelijk van het feit of wij Zijn wil zoeken en doen, en daarvoor is het nodig dat we tijd met Hem doorbrengen.
Mozes verkeerde vaak in de aanwezigheid van God en God sprak met hem als een man met een vriend.
Exodus 33:11a – ‘De HEERE sprak met Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een man met zijn vriend spreekt.’
Mozes had al heel wat tegengesputterd in zijn leven als het ging om wat God wilde, en God was hem ook regelmatig tegemoetgekomen, maar Mozes deed uiteindelijk wel altijd wat God van hem vroeg.
En als we zijn levensgeschiedenis nalezen, dan zien we een duidelijke verandering komen in zijn leven naarmate hij langer met God wandelt.

Een prachtig voorbeeld van iemand die er ook zo naar verlangt om zoveel mogelijk in Gods aanwezigheid te zijn, in Zijn nabijheid en die voor ons echt een voorbeeld mag zijn, is Jozua, Mozes’ dienaar.
Vers 11b – ‘Daarna keerde hij (Mozes) terug naar het kamp, maar zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, een jongeman, week niet uit het midden van de tent.’
Of ik het nu ooit gehoord heb in een preek, of ergens gelezen heb, ik weet het niet meer, maar het is me altijd bijgebleven hoe bijzonder het is dat Jozua in de tent bleef terwijl Mozes al vertrokken was naar het kamp; hoe daaruit het verlangen van Jozua sprak naar het zo dicht mogelijk bij God willen zijn en blijven.
Dat het er ook zo heel specifiek staat dat hij daar bleef, laat ook zien dat dit voor God heel belangrijk is.
En zo is het dus ook voor ons heel belangrijk om tijd met Hem door te brengen.

Hoe zullen we weten wat Zijn wil is, als we niet stil worden om naar Hem te luisteren?
Hoe zou Hij tot ons kunnen spreken als we door de drukte van onze bezigheden geen kans hebben om Hem ook maar te horen?
Hoe zou Hij ons kunnen bemoedigen en troosten, als we maar doorploeteren, alleen maar gericht zijn en blijven op onze zorgen en moeiten, problemen enz., en niet de tijd nemen om aan Zijn voeten neer te knielen en bij Hem uit te huilen of om alles bij Hem neer te leggen?

We willen zo graag dat Hij met ons meegaat, maar hoe snel gebeurt het niet dat wij alweer bij hem vandaan lopen?
En dat hoeft echt niet altijd bewust te zijn, misschien soms eerder onbewust, doordat we door de drukte die onze huidige maatschappij met zich meebrengt, niet de tijd nemen om te horen wat Hij wil.
‘Heer, ik wil graag dat U met mij mee gaat vandaag, maar we moeten wel opschieten, want ik moet dit nog doen en dat nog; en dan moet ik nog daarheen en daarheen; en o, dat moet ik ook nog even vlug doen … Kunt U dan nog even hier helpen en daar, en God? Here God? Heer, Heer, waar bent U nu? Hè, net als ik U zo nodig heb, dan …’


‘Als Uzelf niet meegaat, kunnen we beter hier blijven’, maar krijgt God wel de kans in ons leven om met ons mee te gaan, of lopen we meerdere keren op een dag achterom te kijken om te zien waar Hij blijft?
Ik moet bekennen en belijden, dat mij dit vaker gebeurt dan me lief is, en het is dan ook mijn grote verlangen om het nieuwe jaar in te gaan en mij toe te wijden ook aan het met Hem optrekken en niet voor Hem uithollen; naast Hem te wandelen, zodat ik Hem zie en in gelijke tred met Hem zal gaan en zo kan horen wat Zijn wil voor iedere dag van mijn leven.

En jij?


Lieve Vader in de hemel, zo aan de vooravond van het nieuwe jaar kom ik bij U en leg al deze woorden die ik hier geschreven heb neer voor Uw troon en ik bid U, dat U met mij meegaat ook dit komende jaar.
Laat mijn hart toch steeds vurig zijn, vurig in het volgen en dienen van U; toegewijd en gericht om een Vrouw naar Uw hart te zijn.
Heer Jezus, Maria had het goede deel gekozen en ik verlang ernaar om ook dat goede deel te kiezen, steeds weer, maar hoewel mijn geest gewillig is, mijn vlees is zwak.
Kom mij tegemoet, Heer Jezus, met de hulp van Uw Geest, opdat mijn woorden ook omgezet kunnen worden in daden.
En waar mijn geloof te klein is en ik tekortschiet, Heer, schenk mij geloof!
Leer mij zo om naast U te wandelen, kalm en rustig aan, zodat ik kan horen wat U tot mij wilt zeggen, kan zien wat U mij wilt laten zien, en kan doen wat Uw wil is dat ik doe.
Heer, hoe zinloos en doelloos is het leven zonder U; hoe betekenisloos de dingen die ik doe.
Gaat U daarom met mij mee, en zegen mij en het werk van mijn handen, opdat het zal zijn tot eer en glorie van Uw grote Naam.
Dank U wel, dat U er bent, er was, en er altijd zult zijn; tot in alle eeuwigheid.
Ik prijs Uw Naam.

- Amen -


Heer Jezus,
leer mij volgen,
leer mij gaan.
Niet voor U uit,
maar dicht
achter U aan.

Leer mij luisteren,
leer mij verstaan.
In de stilte
kan ik U horen,
Uw stem verstaan.

Ga met mij mee,
ook dit nieuwe jaar.
Leer mij volgen,
leer mij luisteren,
Leer mij vertrouwen
op Uw woord dat zegt:
‘Ik ben daar!’


Gods rijke en onmisbare zegen voor het nieuwe jaar.
Dat we allen ons zullen laten leiden door Hem; dat er regelmatig momenten zullen zijn in ons leven, waarin we stil zullen staan om te kunnen luisteren naar Hem, om tijd met Hem door te brengen, opdat ook onze omgang met Hem vertrouwelijk zal zijn of worden.
Zijn dichte nabijheid en de leiding van Zijn Geest bid ik je toe voor het komende nieuwe jaar.
In Jezus' Naam.

Een liefdevolle groet,




Tot slot:

Vertrouw op de Heer met heel je hart en wees niet eigenzinnig.
Houdt de Heer voor ogen bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg.
Wees niet eigenwijs, heb ontzag voor de Heer en ga het kwaad uit de weg.
Spreuken 3:5-7
>>HSV

Overweeg wel iedere stap, zodat je gang vast blijft.
Spreuken 4:26
>> HSV

Vertrouw je werk toe aan de Heer en je plannen zullen slagen.
Spreuken 16:3
>> HSV

In eigen ogen heeft een mens altijd juist gehandeld, maar de Heer kijkt tot op de bodem van zijn hart.
Spreuken 21:2
>> HSV

Wie bang is voor mensen, zet zichzelf een val, wie op de Heer vertrouwt is veilig.
Spreuken 29:25
>> HSV

Charme is bedrieglijk en schoonheid verdwijnt snel, lof verdient alleen een vrouw die leeft in ontzag voor de Heer.
Spreuken 31:30
>> HSV

Bewaak daarom boven alles je eigen hart, want daar ligt de bron van het leven.
Spreuken 4:23
>> HSV

Alles wat God ons heeft gezegd, is door de tijden heen waar gebleken; Hij is een schild voor wie bij Hem schuilen.
Spreuken 30:5
>>HSV


dinsdag 23 december 2014

Week 52 - What's in a name?

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is  ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk,  Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader,
Vredevorst.
HSV

Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op Zijn schouders. Deze namen zal Hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige Vader, Vredevorst.
NBV

Jesaja 9:5


Dit is (alweer) het laatste stukje naar aanleiding van de kalender ‘Mijn moment met God’.
Door ziekte een paar dagen later dan normaal, maar hier als nog.


Terugkijkend is ook dit jaar omgevlogen.
Als ik mijn eerste berichtje op dit Blog nog weer eens even lees, weet ik dat er al met al niet zo heel erg veel anders was dit jaar dan de andere jaren; slechts een enkele keer, waaronder net afgelopen weekend.
En toch weet ik dat ik me redelijk gehouden heb aan de afspraak die ik met mezelf had gemaakt. (Zie eerste blogje: >> Welkom op Quality Time; mijn momenten met God)
Hoewel er moeilijke momenten waren in het keuzes maken; toch was het niet altijd mijn perfectie meer die mij dreef, of de angst om vertrouwen te beschamen, of mensen teleur te stellen, maar zat er heel vaak de drive achter van het besef wat ik er zelf van leer, van het willen weten wat God mij deze keer wil laten zien, ontvangen wat Hij wil geven, en de vreugde ervaren die het (bijna) iedere keer gaf om zo intensief met Hem en Zijn woord bezig te zijn.
En nu?
Nu is het alweer het laatste stukje van deze bijzondere weekkalender en zoals je kunt lezen is de Bijbeltekst voor deze laatste week precies degene welke juist vorige week ook bij mij naar voren kwam.

In eerste instantie vond ik dit zondag, toen de kalender op de laatste week opensloeg, best wel even lastig; oei, wat nu?
Maar ergens in deze week kwam op een gegeven moment het boekje dat we met onze Vrouwenbijbelstudiegroepje gebruiken in mijn gedachten: ‘Jouw identiteit – Gods zelfportret’ van Diane Fink.
En Hoofdstuk 2 van dit boekje heet heel ‘toevallig’: ‘Wat zegt een naam?’
In dit hoofdstuk komt heel duidelijk naar voren hoe belangrijk namen zijn in de Bijbel.
Soms kreeg een kind de naam omdat hij of zij een opvallende eigenschap had, zoals bijvoorbeeld Esau, wat harig betekent (Gen.25:25), en een andere keer omdat het bijvoorbeeld iets zegt over omstandigheden of de gevoelens van ouders, zoals bijvoorbeeld Isaak, wat gelach betekent en de vreugde beschrijft van zijn moeder bij zijn geboorte. (Gen. 21:6)
Maar namen werden ook gegeven omdat het iets zegt over het karakter, de natuur of de toekomst en het duidelijkst is dit zichtbaar in de Namen van God.
Door heel de Bijbel heen laat God door Zijn namen heen zien wie Hij is, wat Zijn karakter is, en dit geldt precies evenzo voor de namen van de Here Jezus.

Over twee dagen vieren we het Kerstfeest; herdenken we de geboorte van de Here Jezus en daar worden we met de gegeven Bijbeltekst ook op gewezen; maar tegelijk zegt deze tekst ons ook veel over wie Hij is.
Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
En al deze namen zeggen iets over Zijn karakter, Zijn natuur, over de toekomst, en de Bijbel getuigt van Zijn Namen:

Wonderbare Raadsman:
Jesaja 11:2 – Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en de vreze des HEEREN.

Sterke God:
Deuteronomium 10:17 - Want de HEERE, uw God, is de God der goden en de  Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende (andere vertalingen – Sterke)God, Die  niet partijdig is  en geen geschenk in ontvangst neemt, …
Jer. 32:18 - U, Die goedertierenheid bewijst aan duizenden, Die de ongerechtigheid van de vaderen vergeldt in de schoot van hun kinderen na hen, U, grote, machtige (andere vertalingen – Sterke)God – HEERE van de legermachten is Zijn Naam.

Eeuwige Vader:
Jesaja 63:16 - Toch bent U onze Vader, want Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet. U, HEERE, bent onze Vader; onze Verlosser van oude tijden af is Uw Naam.

Vredevorst:
Jesaja 2:4 - Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun  zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.

Als we de diepte van de betekenissen van deze namen tot ons door laten dringen en ze aannemen, welk een hoop hebben we dan niet voor de toekomst en welk een kracht voor iedere dag!
Zie toch eens op wie wij onze hoop mogen/kunnen vestigen!

Maar Zijn Naam is ook:
Het Licht der wereld (Joh. 8:12)
De Weg, de Waarheid en het Leven (Joh.14:6)
De Alpha en de Omega (Openb. 1:8)
Bemiddelaar (1 Tim. 2:5)
Het Brood des Levens (Joh. 6:35)
De goede Herder (Joh. 10:11,14)
Zoon des Mensen (Matth. 8:20)
Verlosser, Redder (Rom.11:26)
Zoon van de Allerhoogste ( Luc.1:32)

En er zijn er nog veel meer.
(Zie: >> Creatov)


De Namen van God, van Jezus zijn van onschatbare waarde in ons leven van alle dag, van enorme betekenis in elke omstandigheid van ons leven en niet alleen omdat het iets zegt over wat Hij heeft gedaan -voor ons- en nog zal doen.
Nu wij met onze Vrouwenbijbelstudiegroepje bezig zijn met een studie over identiteit en daardoor ook met de namen en hun betekenissen in de Bijbel, nam ik ook voor dit stukje weer even het dagboek ‘Gods Namen – Jouw gebed’ van Ann Spangler ter hand en werd met het doorbladeren ervan weer even teruggeworpen in de tijd dat ik dit dagboekje heb gebruikt.
Wat een waardevol dagboek was/is dit!
Door de namen van God, van Jezus te ‘kennen’ (er over te lezen, te overdenken, op te zoeken, te onthouden – dit laatste valt me niet altijd mee, dus herhaling is iedere keer noodzakelijk voor mij) leer je Hem beter kennen en met dat we Hem steeds beter leren kennen, groeit onze persoonlijke relatie, en met dat onze relatie groeit, groeit ook ons vertrouwen.
Maar het kennen/onthouden van Zijn Namen helpt ons ook enorm als we het moeilijk hebben, als er problemen zijn/komen of stormen.
Als het leven onzeker is, angst ons leven binnenkomt, pijn, verdriet, eenzaamheid.
Als we dierbaren verliezen, of dreigen te verliezen.
Maar ook als we blij zijn, ons leven gekenmerkt is met vreugde en dankbaarheid.
Als we het spoor bijster zijn, we ons geen raad meer weten, verloren, verdwaald, wanhopig.

Ik wil je daarom ook heel graag een paar Namen van God uit het boekje meegeven tot bemoediging, om mee te nemen iedere dag van je leven; voor het eerst, of misschien wel opnieuw.


HEER – Jaweh - IK BEN DIE IK BEN; IK ZAL ER ZIJN
Exodus 3:14,15 - En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN (andere vertalingen: Ik zal zijn, die Ik zijn zal; Ik zal er zijn). Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.
Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie.

God is Die Hij is; als alles in ons leven onzeker is, op z’n kop staat, … en we Iemand nodig hebben die onveranderlijk en vast is, ten volste betrouwbaar, dan kunnen we op Hem ons vertrouwen stellen, want Hij, de God van Abraham, Izak en Jacob, is vandaag de dag nog steeds dezelfde als toen.


El Elyon – De hoogste God
Psalm 97:9 - Want U, HEERE, bent de Allerhoogste over de hele aarde, U bent zeer hoog verheven boven alle goden.

Nog een houvast voor iedere dag: God is de Allerhoogste: El Elyon!
Hoe de boze ons ook zal belagen, zijn best doet om ons angst aan te jagen of ons aan het twijfelen te brengen, of …, als we El Elyon voor ogen houden, ons vastklampen aan de Allerhoogste God, zal hij ons nooit omver kunnen gooien.
Want Jezus heeft de boze overwonnen en aan zijn heerschappij op deze aarde komt spoedig een einde.

El Olam – de Eeuwige God
Jesaja 40:28,29 - Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord? De eeuwige God, de HEERE,
de Schepper van de einden der aarde, wordt niet moe en niet afgemat. Er is  geen doorgronding van Zijn inzicht. Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.

In dit prachtige Schriftwoord wordt de eeuwigheid van God gekoppeld aan het feit dat Hij ook nooit moe wordt of afgemat raakt, maar ook in Zijn wijsheid niet is te doorgronden.
Door alle eeuwen heen geeft Hij die vermoeid zijn kracht en sterkte.
Hoe vaak hebben we dit niet nodig in ons drukke leven, in alles wat er op ons af komt, wat er van ons wordt verwacht, wat er gebeurt …


El Roï – De God Die me ziet
Genesis 16:13,14 - En zij gaf de HEERE, Die tot haar sprak, de naam: U bent de God Die naar mij omziet! Want zij zei: Heb ik hier dan Hem gezien Die naar mij omgezien heeft?
Daarom gaf men die put de naam: de  put Lachai-Roï;  zie, hij ligt tussen Kades en Bered.

God is ook de God die ons ziet, die jou ziet!
Hij zag Hagar in de woestijn, en Hij ziet ook jou en mij, elke dag en in elke omstandigheid.
Ik moet dan ook altijd denken aan een tekst uit 2 Kronieken 16:9 waar staat: ‘Want des Heren ogen gaan over de ganse aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaan.’
Is dit geen geweldige bemoediging, geen geweldig woord om mee te nemen iedere dag?!


Jehova/Jaweh Nissi – De Heer, mijn banier
Exodus 17:15,16 – En Mozes bouwde een altaar en gaf het de naam: De HEERE is mijn Banier! Hij zei: Voorzeker, de hand op de troon van de HEERE!  De strijd van de HEERE zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie!

O, dit is ook zo’n mooie: ‘De HEER is mijn banier!’
Vaandels of banieren dienden vroeger als identificatieteken en symbool van een volk; legers droegen deze dan ook altijd bij zich.
Een banier, een vlag, was al van grote afstand te zien en diende zo als verzamelpunt voor de troepen in de strijd.
Als wij de HEER tot onze Banier hebben, dan is Hij het centrale punt van ons leven.
Het identificatieteken, het symbool, het herkenningsteken.
Zoals de vlag het centrale punt is voor iedere soldaat in de strijd, zo is de Here Jezus het centrale punt van alle gelovigen. (Joh. 3:14,15)
Toen ik met dit hoofdstuk in het boekje bezig was, had ik graag een speciale vlag gehad om uit te hangen als zichtbaar symbool naar de Heer als mijn banier, maar de adelaar in onze tuin kan ik ook zien als een soort van banier, want deze adelaar staat daar als een zichtbaar symbolische herinnering aan wat Hij zegt in Zijn woord; dat Zijn eeuwige armen onder ons zijn.


Jehova/Jaweh Tzuri – De Heer, mijn rots 
2 Samuël 22:2-4 – Hij zei: De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder, mijn God, mijn rots,  tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting; mijn toevlucht, mijn Verlosser; van geweld hebt U mij verlost. Ik riep de HEERE aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden.

Het leven is niet makkelijk; de beelden op tv, de berichten in de kranten en op het nieuws, werkeloosheid, echtscheiding, ziekte, vervolging, hongersnoden …, hoe
belangrijk en waardevol is het niet om de Heer als je rots te hebben.
Hij is onwankelbaar!
Wat er ook gebeurt, hoe de aarde ook beeft, ons leven wordt geschud, met Hem als onze rots, hebben we ten alle tijd een onwankelbaar houvast.


Abba – Vader 
2 Korinthiërs 6:18 –  …, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige.

Abba, Vader; misschien niet zo makkelijk voor iedereen, onze aardse vaders zijn niet allemaal zo als God het bedoeld heeft.
Maar als we Hem toestaan om dit te genezen en wij Hem als onze Vader leren kennen, dan hebben we een Vader voor eeuwig.
Een Vader die onvoorwaardelijk van ons houdt en altijd het beste met ons voor heeft.
Een Vader, die er altijd voor ons is, elk moment van de dag en nooit zal zeggen: kom  morgen maar terug, of ik luister straks wel, of …
Een Vader, bij wie je terug kunt keren als je bent weggelopen, en Die dan met open armen op je wacht.
Een Vader, bij wie we veilig en geborgen zijn; Die voor ons zorgt, over ons waakt, ons leidt.

Och, en zo zou ik nog wel door kunnen en willen gaan, maar het stukje is al (weer) aan de lange kant …
Ik hoop echter, dat als je één van deze namen, of één van de vele andere namen, hoort, dat je even stil zult staan, of later even de tijd zult nemen om de naam ook als het ware te proeven.
De Namen van God, van Jezus, van Heilige Geest (heb ik het nog niet eens over gehad), zijn een houvast voor ons leven.
God heeft niet voor niets al deze namen aan ons bekend gemaakt, Hij wilde dat wij ze zouden  kennen, opdat we Hem zullen kennen en zullen weten wie Hij is en wil zijn voor ons!


Lieve Vader in de hemel, ik wil U zo bedanken dat U Zich zo ook aan ons bekend heeft gemaakt; eerst aan Uw volk, maar nu ook, door de Here Jezus, aan ons.
Dank U wel, voor zoveel liefde, zoveel trouw, goedheid en genade!
Help ons, lieve Vader, om Uw Namen te onthouden; te onthouden wat Uw woord erover zegt, het zal ons een houvast zijn in tijden van nood, maar ook de reden tot dankbaarheid en lofprijs .
Het zal ons leren (voor zover dat hier op aarde mogelijk is) U de plaats te geven die U toekomt, en het zal onze hoop levend houden.
Het zal onze toewijding groter maken, evenals onze eerbied en ons ontzag, om uiteindelijk als we voor altijd bij U zijn, U te eren en te aanbidden met alles wat in ons is, zoals U het heeft bedoeld.
Dank U wel, voor Uw geduld.
Dank U wel, voor Uw trouw.
Dank U wel, voor Uw genade.
Dank U wel, voor Uw eindeloze, onvoorwaardelijke liefde.
Ik prijs Uw grote Naam.
Halleluja!

- Amen -


De rijkdom van Uw Naam

Doe ons ontdekken, Heer,
de verborgen rijkdommen
in Uw Naam.
Open de ogen van ons hart,
en maak ons voor wat U wilt zeggen
opmerkzaam.
Doe ons toch zien wie U bent,
door wie U zegt dat U bent
in Uw Naam.

Laat zo Uw Naam zijn
tot een houvast, iedere dag
van ons leven.
Maar laat het ook eerbied en ontzag,
vreugde en dankbaarheid
naar U toe geven.
Opdat we elke dag een beetje meer
tot Uw eer en glorie
zullen leven.


Ik wil iedereen heel hartelijk bedanken voor het meelezen en/of reageren, het zij hier of via Facebook.
Wat het volgende jaar betreft, ik heb nog niet echt een idee wat het gaat worden, maar doorgaan met het schrijven op dit Blog is wel mijn verlangen.
Ik hoop jullie ook dan weer hier te mogen begroeten.
(al zal de eerst volgende keer nog in dit jaar zijn, hoewel het dan is wel week 1. is)

Mag de HEERE een ieder van jullie rijkelijk zegenen.

Dat de ster van Bethlehem
het licht ontsteekt in ons hart.
De herders uit het veld
onze voeten brengen bij de kribbe.
De wijzen uit het Oosten
ons eerbiedig neer doen knielen.
De engelen uit de hemel
het loflied leggen in onze mond.
De geboorte van Jezus
ons brengt bij het kruis,
waar wij genade ontvangen.


Shalom
en een liefdevolle groet,





zondag 14 december 2014

Week 51 - Rust!

Zie, de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de naam Immanuel geven; vertaald betekent dat: God met ons. 
HSV

‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons.’
NBV

Mattheüs 1:23


Voor velen is Kerst de meest gezellige tijd van het jaar.
Men is in de weer met van alles en nog wat en zien uit naar het samenzijn met familie en/of vrienden.
Maar dit is niet voor iedereen zo; niet iedereen ziet uit naar deze maand, er zijn ook vele mensen die deze maand het liefst over zouden slaan.
De mooie tafereeltjes van gelukkige families en vriendenkringen rondom een prachtig versierde tafel die de folders en de reclames op tv ons voorspiegelen, is in veel gevallen niet bepaald een realiteit.
Daar lijkt alles ‘peis en vree’, stressloos en iedereen voldoet schijnbaar aan elkaars verwachtingen.
Voor pijn en verdriet, gebrokenheid, eenzaamheid, spanningen, vermoeidheid, materiële tekorten of wat dan ook, is geen plaats.
De decembermaand, en met name de dagen rond Kerst, ‘horen’ gewoon warm, gezellig en vredig te zijn.
Dat er velen zijn die tegen deze dagen opzien, voor wie deze dagen misschien zelfs een crime zijn, wordt niet of nauwelijks over gesproken.
En het maakt eigenlijk niet uit of je Jezus nu kent of niet, Kerst ‘hoort’ gewoon voor iedereen goed te zijn, sfeervol, warm en gezellig.

Op deze één na laatste week van dit jaar op de kalender is er ruimte voor hen die het moeilijk hebben; voor hen voor wie deze dagen juist heel moeilijk zijn.
Voor de stress van de moeders van kinderen met extra behoefte aan structuur duidelijkheid en veiligheid; voor hun vraag: ‘Hoe komen we de vakantie door?’
Voor de strijd die soms juist extra oplaait in deze dagen, gebroken relaties, voor lichamelijke pijn die echt niet ineens met de kerstdagen weg is.
Voor emotionele pijn, verdriet, rouw, eenzaamheid, leegte, spanningen, spijt, vermoeidheid, materiële tekorten, stilte …
Als ik zondagmorgen het stukje op de kalender voor het eerst lees, ben ik hier heel blij mee, want ook voor ons is de decembermaand vaak niet de makkelijkste maand.
En ik ben er ook heel blij mee, omdat de boodschap die er doorheen klinkt mijn hart zo bemoedigd en ik op mijn beurt met mijn schrijven de mogelijkheid heb om anderen te bemoedigen.

Een klein stukje van de kalender:
‘Zie jij op tegen de komende dagen? Dan heb ik goed nieuws voor jou! Jezus zegt tegen jou: IK BEN.
IK BEN – dat is Mijn Naam.
Ik was, Ik ben, Ik zal er zijn.
Ik ben bij jou. Ik ben voor jou. Ik ben Immanuel. Ik ben mét jou.
Kom toch bij Mij, want IK BEN!’

Ik ben erbij in die vakantie, in je verdriet, in je pijn, in je eenzaamheid, in …
In alles.

De er voor deze week bij gegeven Bijbelteksten/-gedeelten laten iets zien van wie Jezus is en wat Hij zegt, zowel vanuit het Nieuwe Testament als het Oude, maar als ik op de ochtend waarop ik begonnen ben aan het schrijven van dit stukje in mijn Stille Tijd er nog  over nadenk en bid, in mijn Bijbel zoek, word ik via Jesaja 9:5, Jesaja 11 en 12 geleid naar Lucas 4:18,19, en eindig uiteindelijk bij Psalm 146:5-9a, Psalm 147:3-5 en Psalm 145:14,18-20a.
Als er op de kalender gesproken wordt over Immanuel – God met ons, dan laten deze Bijbelverzen/-gedeelten ons dit ook duidelijk zien wat dit betekent en inhoudt.
En ik hoop en bid zo, dat dit ook jou zal bemoedigen zoals het mij bemoedigd heeft.


Immanuel – God met ons!

Jesaja 9:5
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is  ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’

Jezus is voor ons naar deze wereld gekomen; en alle namen die hier gegeven worden,  en de ‘status’ die Hij heeft, laten zien dat God werkelijk op elke manier bij ons is.
- Jezus kwam als een baby, een kind, een mens naar deze wereld; groeide op en werd aan ons mensen gelijk en kan zo ook in alles echt met ons meevoelen.
- Hij werd door God aan ons als een Genadegeschenk gegeven.
- Hij is ook Degene aan wie God alle macht heeft gegeven, dus wat er ook speelt in ons leven, wat er ook gebeurt, we kunnen met een gerust hart naar Hem toegaan, want niemand anders dan Hij heeft het laatste woord.
- Hij is Degene wiens wijsheid alles overtreft.
- Hij is een betrouwbare, sterke rots op wie je kunt bouwen.
- Zijn liefde en bescherming zullen ons altijd omringen, zullen er altijd zijn.
- Zijn vrede kunnen we ervaren ongeacht onze omstandigheden, omdat Zijn vrede een andere vrede is dan die van de wereld. (De laatste Bijbeltekst die op de kalender gegeven werd, gaat over deze vrede – Johannes 14:27)

Immanuel – God met ons ...

Enkele verzen uit Jesaja 11 en 12:

Jesaja 11:
Vers 2 – Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte. de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN. 
(Raadsman)

Vers 10 – Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als een banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken vragen. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
(Toekomst, Zijn heerschappij, onze Redding, onze Hoop)

Jesaja 12:
Vers 2,3 – Zie, God is mijn heil, ik zal vertrouwen en geen angst hebben, want mijn kracht en psalm is de HEERE HEERE, en Hij is mij tot heil geworden. U zult met vreugde water scheppen uit de bronnen van heil.
(Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst)


Lucas 4:18-21 (ik begin even in vers 16) En Hij, Jezus, kwam in Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging naar Zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge, en Hij stond op om te lezen. En aan Hem werd het boek van de profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats waar geschreven stond: De Geest van de HEERE is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de HEERE te prediken. En toen Hij het boek dichtgedaan en aan de dienaar teruggegeven had, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gevestigd. Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan.
(Jezus - Yeshua = Redder – Verlosser)

Immanuel – God met ons ...

Psalm 146:5-9a – Welzalig is hij die de God van Jacob tot zijn hulp heeft, die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God, Die de hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daar in is; Die voor eeuwig de trouw bewaard. Die de onderdrukten recht doet, Die de hongerigen brood geeft. De HEERE maakt de gevangenen los, de HEERE opent de ogen van blinden, de HEERE richt de gebogenen op, de HEERE heeft de rechtvaardigen lief. De HEERE bewaart de vreemdelingen, Hij houdt wees en weduwe staande …

Psalm 147:3-5 – Hij geneest de gebrokenen van hart, Hij verbindt hen in hun leed. Hij telt het aantal sterren, Hij noemt ze alle bij hun naam. Onze HEER is groot en geweldig in kracht, Zijn inzicht is onmetelijk.

Psalm 145:14,18-20a – De HEERE ondersteunt allen die vallen, Hij richt gebogenen op.
… De HEERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem in  waarheid aanroepen. Hij vervult het verlangen van wie Hem vrezen. Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen. De HEERE bewaard allen die Hem liefhebben …

Immanuel – God met ons!


Welzalig is hij die de God van Jacob tot zijn hulp heeft!
Die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God!

Welzalig is zij die de God van Jacob tot haar hulp heeft!
Die haar verwachting stelt op de HEERE haar God!

Welzalig is misschien een beetje een ouderwets woord, maar ik vind het dieper gaan dan de andere vertalingen die spreken van ‘gelukkig’ is …
Een heel enkel keertje kijk in even op Internet wat een Engelse vertaling zegt, en als ik dat bij dit vers doe, kom ik bij de English Standard Version die zegt: ‘Blessed is he whose help is the God of Jacob, whose hope is in the Lord his God, …’
Blessed, oftewel: gezegend is hij, is zij, die de God van Jacob tot hulp heeft, die zijn/ haar verwachting stelt op de HEERE haar God!’

Gezegend!
We zijn gezegend als we deze God, de God van Jacob, tot onze hulp hebben.
We zijn gezegend als we onze hoop op Hem stellen.
Gezegend, want Hij is de Schepper van hemel en aarde, de zee en alles wat daarin is.
Hij is de Almachtige, de Allerhoogste; Zijn trouw is tot in alle eeuwigheid!
Hij gaf ons Zijn Zoon, de Messias, onze Verlosser, onze Redder!
Door Hem hebben we een eeuwige Hoop!
Hij is het, Die kwam om ons te bevrijden, te genezen, te verlossen, te ondersteunen, staande te houden, op te richten!
Hij is het Die ons altijd hoort!
Hij is Degene Die altijd naar ons luistert!
Hij is Degene Die altijd bij ons is en zal zijn!

Als wij onze hoop, ons vertrouwen op Hem stellen, zullen we nooit beschaamd worden.
Zijn woord is ‘ja en Amen’!
Hij doet wat Hij beloofd!
Hij heeft ons zo lief!

Ja, het leven kan zo moeilijk zijn, zo zwaar, en soms zien we het misschien helemaal niet meer zitten en zijn we misschien de wanhoop nabij, maar als we zien op deze God, de God van Jacob, dan zullen we instaat zijn om vol te houden, want Hij zal ons ondersteunen.
Laten we blijven zien op Hem!
Als deze dagen van het jaar voor ons moeilijk en donker zijn, laten we dan zien op Het Licht der wereld wiens komst we deze dagen herdenken.
Laten we zien op het waarom Hij kwam, op wat Hij heeft doorstaan voor ons, op het waarom Hij dit heeft gedaan, op wat Hij heeft voorgeleefd, heeft gezegd.
Laten we zien op wat Hij heeft bewerkt voor ons en op wat Hij heeft beloofd!
Als we blijven zien op onze omstandigheden zullen de dagen donker zijn en blijven, maar als we zien op Hem, Die Het Licht der Wereld is, zal Zijn Licht schijnen in onze harten, in ons leven, in onze omstandigheden.
Nee, ze zullen niet zomaar verdwijnen, al is Hij bij machte om dit te doen, maar we zullen de kracht ontvangen die we nodig hebben en een vrede in ons hart, die alle verstand te boven gaat.

Immanuel, God met ons in elke omstandigheid, in elk facet, in elk detail.
Gezegend zij wij, als we Hem tot onze hulp hebben, onze hoop op hem stellen.


Lieve Vader in de hemel, ik bid U zo heel speciaal voor een ieder voor wie deze dagen moeilijk en donker zijn, voor wie deze dagen niet snel genoeg voorbij kunnen gaan.
Ik bid U voor hen die eenzaam zijn, in rouw gedompeld, verdriet hebben, pijn hebben, alleen zijn, alle hoop hebben verloren, gebukt gaan onder ziekte, geldzorgen, werkeloosheid, zorgen om kinderen, ouders, of anderen die ons lief en dierbaar zijn.
Ik bid U voor hen, die op de vlucht zijn, in gevangenissen zitten, vervolgd worden, mishandeld of gemarteld worden.
Ik bid U voor hen die de dood in de ogen kijken, voor wie het leven een en al onzekerheid is geworden.
Ik bid U voor hen, die teleurgesteld zijn, wiens hoop de bodem ingeslagen is, die op het randje balanceren.
Ik bid U voor hen, die heel veel wijsheid, liefde en geduld nodig hebben met hun kinderen, omdat deze speciale kinderen net wat meer nodig hebben dan wij soms van onszelf hebben.
Ik bid U voor deze speciale kinderen, groot en klein, voor hun omstandigheden, voor de plaats waar zij staan, waar ze zijn.
Ik bid U voor huwelijken waarin men elkaar kwijt (dreigen) raken, die gebroken zijn, ontwrichte gezinnen.
Ik bid U voor gezinnen waar kinderen worden gemist, worden  vermist, ontbreken …
Ik bid U voor …
Ik bid U, HEERE, voor allen, ook voor hen die zich in geen van bovenstaande dingen kunnen vinden genoemd zijn, voor wat ik vergeten ben of geen weet van heb, maar ik weet dat U alles ziet, een ieder persoonlijk.
Ik bid U, HEERE, ontferm U over een ieder persoonlijk en hun omstandigheden!
Onferm U, HEERE, en laat Uw Licht schijnen en Licht brengen, en met Uw Licht Uw vrede.
Dat alle scherpte, elke diepte van iedere nood even minder zal zijn, rust en vrede kan binnenkomen en met Uw rust en vrede het besef dat U er werkelijk bent en ons ziet.
Dat nieuwe moed en kracht ons op zal beuren om deze dagen en het nieuwe jaar tegemoet te treden; ons oog gericht op U, ons Licht en onze Hoop.
Ontferm U, Vader, ontferm U, Heer Jezus, U weet wat een ieder nodig heeft.
Ontferm U - Kyrie Eleison.

- Amen –


Immanuel,
God met ons!

Hij, de Almachtige,
de Schepper
van hemel en aard.
De Ik ben, die Ik ben,
de Allerhoogste,
Die Zijn trouw
tot in eeuwigheid
bewaart.

Immanuel,
God met ons!

Hij, de Sterke God,
de eeuwige Vader,
de Vredevorst.
De Redder,
Verlosser en Bevrijder
van een ieder
die naar Hem
dorst.

Immanuel,
God met ons!

Hij heeft lief,
richt op
en ondersteunt.
Hij troost,
geneest
en geeft kracht
aan een ieder, die
op Hem leunt.

Immanuel,
God met ons!


Gezegend is hij, gezegend is zij, die Jacobs God tot hulp heeft!

‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. 
Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’
Johannes 14:27


Gods rijke zegen van vrede toe gebeden in Jezus’ Naam
en een liefdevolle groet,





zondag 7 december 2014

Week 50 - Er is er een jarig

Het is zaterdagmiddag, ongeveer kwart voor drie, als ik ouderwets mijn schrijfblok en pen pak en (opnieuw) begin te schrijven.
Het laatste half uur heb ik vele tranen gehuild en vele noodkreten zijn naar boven gegaan, maar het feit dat dit stukje vandaag op dit Blog verschijnt, geeft aan dat het oorspronkelijke stukje dat ik geschreven had volledig is verdwenen, en mijn oudste zoon het via een bepaald programma, ook niet op mijn laptop heeft kunnen terugvinden.
Ik heb geen idee wat er is misgegaan met het opslaan, maar het is weg en het blijft weg.
Het enige dat ik nog heb zijn de laatste vijf zinnen en het gedichtje, dat ik voor controle had opgestuurd naar Trijnie, die al mijn gedichtjes controleert op spelfouten.

Terwijl mijn zoon via zijn computer mijn laptop scant op zoek naar iets van wat ik geschreven had, droog ik mijn tranen, bid nog een keer dat het toch gevonden mag worden, en begin opnieuw te schrijven.
Zolang mijn zoon op zoek is op mijn laptop, gebruik ik mijn schrijfblok en zal alles later weer over nemen op mijn laptop.
Hoewel dit stukje nooit hetzelfde zal zijn als wat ik eerder heb geschreven, begin ik met schrijven in het geloof en vertrouwen dat Zijn Geest mij de woorden ingeeft die het belangrijkst waren.


Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God,  om uw lichamen aan God te wijden  als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
HSV

Zusters, omdat God zo goed voor ons is, roep ik u op uzelf aan te bieden als een levende en heilige offergave, die Hij graag aanvaardt.
GNB

Romeinen 12:1


De afgelopen week kwam de volgende vraag in mijn gedachten: vieren we met kerst eigenlijk wel de verjaardag van de Here Jezus?
De gedachte achter het thema –cadeau geven aan Hem– vind ik heel mooi, maar … Zijn  verjaardag vieren?
Ik vond het voorheen eigenlijk best wel een mooi idee dat we met Kerst Zijn verjaardag vieren, maar hoe kan ik nu een verjaardag vieren van Iemand waar de schaduw van de dood overvalt?
Als ik dan de afgelopen week ook nog het een en ander op Internet lees over Zijn geboortedag, hoe de datum tot stand is gekomen, en welk een heidense oorsprong er eigenlijk achter zit, dan …
God vond het schijnbaar ook helemaal niet belangrijk, want alles wat Hij belangrijk vind staat immers in de Bijbel.
Eigenlijk staat er nergens iets over het vieren van Zijn geboortedag, alleen als Hij brood van de Paasmaaltijd in Zijn handen heeft, zegt Hij: ‘Doe dat tot Mijn gedachtenis!’ (Lucas 22:19)

Er is er een jarig?!?
Cadeautjes voor elkaar en allerlei versieringen op en rond overvloedig gevulde tafels?
Of een lege voederbak waar de schaduw van het kruis overheen valt, en een stil en met dankbaarheid vervuld hart om wat Hij voor ons heeft gedaan?

Op ons eigen genot en plezier gericht, op wat wij fijn en prettig vinden, of  het gehuil van een baby dat overgaat in de woorden: ‘Het is volbracht!’
‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is  ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk,  Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’ (Jesaja 9:5)


In onze gemeente hebben we een aantal jaren een speciale Kerstavond voor Vrouwen gehad met als thema: ‘Ons geschenk aan Hem’.
Op deze avond deelden een aantal vrouwen hun talenten en gaven op deze wijze als het ware door middel van zang, dans, muziek, toneelstukje, een verhaal, een gedicht enz. een geschenk aan Hem.
Zelf heb ik speciaal voor deze avonden een paar keer een gedicht geschreven.
Een daarvan blijft deze week maar steeds in mijn gedachten terugkomen:

Alleen jouw hart

In gedachten sta ik
stilletjes bij de kribbe
in de diep, donkere nacht.
Daar ligt de Grote Koning,
‘De Beloofde’, lang verwacht.
Een geschenk, iets moois
zou ik moeten geven, maar
niets heb ik meegebracht.
Mijn handen zijn leeg
en tranen druppen
langzaam en zacht.

Als ik nu maar zingen kon,
heel mooi, op de juiste toon;
dan zou ik Hem een loflied zingen,
jubelen, ter ere van de nieuwgeboren Zoon.

Als ik nu maar een instrument had,
en als geen ander spelen kon;
dan zou ik voor Hem spelen
en stralen als de zon.

Als ik nu maar creatief was, dan had ik
iets heel moois voor Hem gemaakt;
Maar nu, nu voelt het
alsof ik alles heb verzaakt.

Als ik nu maar heel rijk was,
dan had ik net zolang gezocht
tot ik het mooiste had gevonden
en dat had ik dan gekocht.

Als ik nu maar, als ik, als ….
zacht snikkend kniel ik bij de kribbe neer
en beken tot mijn grootst verdriet,
ik heb u niets te geven, Heer.

Het beeld van de kribbe vervaagd
en wordt ingenomen
door een man van smart.
Doorboorde handen,
een doornenkroon,
een stem klinkt:
‘Ik verlang alleen naar jouw hart.’


‘Zusters, omdat God zo goed voor ons is, roep ik u op uzelf aan te bieden als een levende en heilige offergave, die Hij graag aanvaardt.’


‘Ik verlang alleen naar jouw hart!’

Heel ons hart, niet een klein stukje.
Volledige overgave!
Volledige toewijding!
Sterven aan onszelf!
Niet mijn wil, maar Zijn wil; toestaan dat Hij Zijn wil in ons leven uitwerkt.
Niet mijn verlangens, maar de Zijne.
Liefhebben wat Hij liefheeft en haten wat Hij haat.

Niet omdat het moet, maar uit dankbaarheid om wat Hij heeft gedaan voor ons!


Als ik denk aan het vieren van onze verjaardagen, dan wordt zo’n dag vaak gekenmerkt door de drukte.
Allerlei voorbereidingen moeten er worden getroffen;  boodschappen, bakken, versieren, en het juiste cadeau uitzoeken.
Maar als op de dag zelf is er van persoonlijk contact soms nauwelijks sprake, want met het moeten zorgen voor alles en iedereen is daar vaak gewoon geen of nauwelijks tijd en ruimte voor.

Ook met het vieren van de geboortedag van de Here Jezus lijkt het alsof alles steeds groter, uitgebreider, spectaculairder en mooier en meer en meer en meer … moet zijn; zelfs in onze gemeentes, in onze Kerstdiensten.
De Kerstdagen lijken steeds meer gericht te zijn op vrolijkheid, gezelligheid en genieten.
En op zich niets mis mee, hoor, ik geloof dat God ook geniet van ons als wij het goed hebben met elkaar en genieten van elkaars gezelschap en van het goede dat Hij geeft.
Maar is er in deze drukte nog wel tijd en ruimte om ook met Hem alleen te zijn?
Of is er op het feest, waar Hij eigenlijk ‘de eregast’ is, alleen nog maar ruimte voor Hem in de kerk(nacht)dienst die we bezoeken en met het Kerstverhaal dat we lezen?
Creëren we in deze dagen ook momenten voor een ontmoeting met Hem; verlangen we er wel naar om oog in oog met Hem te staan, te genieten van Zijn aanwezigheid en om Hem te vertellen hoe blij en dankbaar we zijn dat Hij alles op heeft willen geven voor ons?
Zijn er in deze dagen nog momenten om in de rust en stilte bij de kribbe de man met de doorboorde handen en voeten te ontmoeten?


In de stilte van de nacht werd Gods Zoon geboren, maar in de drukke straten en huizen van Bethlehem werd  het gehuil van het pasgeboren Kind niet gehoord.
In de stilte van de nacht werd aan de herders in het veld verteld dat Jezus was geboren, maar in de drukke straten en huizen van Bethlehem werd niet gehoord dat de engelen zongen: ‘Ere zij God in de hoge en vrede op aarde.’
In de stilte van de donkere nacht zagen de wijzen uit het Oosten een bijzondere ster, maar in de drukke straten van Bethlehem, werd de ster door niemand gezien.


Alleen in de stilte …

Alleen in de stilte, ver weg
van al het feestgedruis,
sta ik oog in oog met Hem,
die voor mij is geboren.

Alleen in de stilte, daar,
waar ik helemaal alleen ben;
waar niets en niemand
mij kan storen,
is ruimte voor Hem;
kan ik Hem ontmoeten
en wat Hij wil zeggen, horen.

Alleen in de stilte, daar,
waar ik alleen ben met Hem,
buig ik opnieuw mijn hoofd
en fluister zacht:
‘U, en U alleen,
wil ik geheel toebehoren!’


Lieve Heer Jezus, vergeef ons wat we van Uw geboortedag hebben gemaakt …
Vergeef ons, dat we ons steeds meer en meer zo laten leiden door wat de wereld voorschotelt.
Vergeef ons, dat er niets meer over is van zoals het was toen U kwam, maar dat we alles hebben overschaduwt en overschreeuwt met versieringen, shows, en overvloedig gevulde tafels.
Vergeef ons, dat we in deze dagen vaak nog nauwelijks tijd hebben voor een persoonlijke ontmoeting met U; de tijd en ruimte maken om met U alleen te zijn en in de stilte van het samenzijn tot ons door te laten dringen wat het voor U moet hebben betekent om Uw heerlijkheid op te geven en naar deze aarde te komen.
Vergeef ons Heer Jezus, en ik bid U, dat we deze Kerst tijd en ruimte zullen maken voor momenten met U alleen.
U vraagt immers niet om al die versieringen etc., U verlangt maar naar één ding: ons hart.

Heer Jezus, ik hou van U en ik geef U opnieuw mijn hart.
En, *ik geef al mijn plannen en doelstellingen op, al mijn eigen verlangens en hoop, en ik neem Uw wil voor mijn leven aan.
Ik geef mijzelf, mijn tijd, mijn alles, ten volle aan U, om voor eeuwig de Uwe te kunnen zijn. 
Vul mij en verzegel mij met Uw Heilige Geest.
Gebruik me zoals U wilt, zend me waarheen U wilt, werk Uw gehele wil uit in mijn leven, wat het me ook kost, nu tot in eeuwigheid.

– Amen – 


* Gebed van >> Betty Scott Stam
Overgenomen uit ‘Een vrouw naar Gods hart van Elizabeth George; de bron is onbekend.


Dat de Heilige Geest ons hart mag aanraken en in beweging brengen …
Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




zondag 30 november 2014

Week 49 - Te koop: kerst

Denk aan deze dingen, Jakob, Israël, want u bent Mijn dienaar.
Ik heb u geformeerd, u bent Mijn dienaar, Israël, u zult door Mij niet vergeten worden.
Ik delg uw overtredingen uit als een nevel, en uw zonden als een wolk.
Keer tot Mij terug, want Ik heb u verlost.
HSV

Gedenk dit alles, Jakob en Israël, want jij bent Mijn dienaar!, 
Ik heb je gevormd, dienstbaar ben jij aan mij, Israël, je wordt door Mij niet vergeten!
Wegwissen zal Ik je overschrijdingen als een mistbank, als een wolk je zonden; keer terug naar Mij, want Ik heb je verlost!
NB

Neem deze dingen ter harte, Jacob, neem ze ter harte, Israël, want jij bent Mijn dienaar.
Israël, Ik zal je niet vergeten.
Ik heb je misdaden als een wolk doen verdampen, je zonden als de mistnevel.
Keer terug naar Mij: Ik zal je vrijkopen.
NBV

Jesaja 44:21,22


Of het nu te maken heeft met het ouder worden, of met de dingen die we mee hebben gemaakt en daardoor de betrekkelijkheid van alles steeds meer gaan inzien; ik weet het niet, maar één ding is zeker: hoe meer en harder er als het ware geschreeuwd wordt door middel van de folders die op mijn deurmat vallen en het belachelijk vroege in de winkels liggen van alle ‘kerstartikelen’, hoe meer ik me terugtrek van deze dingen en verlang naar eenvoud en rust.

Menigmaal komt in deze tijd van het jaar het beeld in mijn gedachten van een armoedige stal, met hooi en stro, een voerbak en twee arme mensen die ondanks de armoedige setting de rijkste zijn van de gehele wereld, omdat zij net ‘hun’ Zoon ter wereld hebben gebracht.
Een Zoon, waarvan zij weten dat het Gods Zoon is, maar waarvan ik overtuigd ben, dat zij Deze met net zoveel, zo niet meer, vreugde en blijdschap hebben ontvangen als iedere ander kind dat daarna nog geboren werd.
Hoe schrijnend is het contrast met de tijd waarin we nu leven!
Hoe goed lukt het de satan om de Kerstboodschap te bedelven onder eten, drinken, kerstbomen, kerststukken, takken, ballen, … noem maar op.
O, begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat het niet mag of dat het verkeerd zou zijn, maar wat er gebeurt in de wereld, het verloop van de dingen, is voor mij wel een teken aan de wand en alles gebeurt zo geniepig en in het verloop van, dat we als we niet oppassen gewoon mee gaan doen, omdat het er bij hoort.
En er is er eentje die lacht en voor wie de decembermaand steeds mooier wordt.

De schrijfster van de overdenking voor deze week heeft er ook de nodige problemen mee.
Een paar kreten van folders die zij hierop deelt:
‘Alles voor een gezellige en voordelige Kerst!’
‘Op je mooist tijdens de Kerst!’
Maar de ergste vond zij de volgende en na aanleiding daarvan is ook het thema van deze week:
‘Meer Kerst voor je geld!’
De vraag die daarmee direct omhoog kwam was natuurlijk: ‘Sinds wanneer is Kerst te koop?’

Tegenwoordig lijkt het er inderdaad op dat Kerst te koop is; alles draait om de verkoop van kerstsfeerverhogende artikelen.
Ik denk niet dat er een andere maand is waarin er zoveel folders op je deurmat vallen als in de maand december.
Hoewel Pasen bezig is aan een ‘inhaalslag’, ook hier zie je een verschuiving komen naar overdaad rond eten, drinken en allerlei versieringen, de maand december spant denk ik nog steeds de kroon.
En ja, net als de schrijfster van de overdenking, word ook ik niet goed van alle Boeddhabeeldjes die daarin een rol zijn gaan spelen.
Het idee alleen al …!
En ook de kerstman en de daarbij horende cadeaus lijkt meer en meer zijn intrede te doen in ons land, net als de rendieren en het versieren van je huis aan de buitenkant.
Wat zijn we toch aan het doen; wat maken we toch van Kerst?
Wat is nog het belangrijkste deze maand, waar draait het eigenlijk nog echt om?
Is er nog wel plaats voor Hem?

Als alles met oog op Kerst draait om kopen (eigenlijk zou je eens alles op moeten schrijven wat je  met oog op die dagen koopt aan versieringen, eten en drinken etc. en dat vergelijken met je uitgaven van een andere ‘gewone’ maand!?!) en we schijnen te vergeten dat het met Kerst juist draait om het feit dat Hij, Jezus, juist kwam om ons vrij te kopen.

… in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar  met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. 
1 Petrus 1:18,19

‘Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen,  ijverig in goede werken.’
Titus 2:14

Samen met de schrijfster van de overdenking wil ook ik de nadruk leggen op het feit dat niet wij kopen met Kerst maar God.
God koopt ons vrij!
En de prijs daarvoor was gruwelijk hoog!
Hij, Jezus, betaalde met Zijn eigen leven op een gruwelijke wijze!

Ik weet niet hoe het bij jou is, maar Kerst is voor mij niet meer alleen dat lieve kleine baby’tje in de kribbe.
Het kruis laat zijn schaduw vallen over de kribbe en een helder, heerlijke Licht van de toekomst die mij wacht, omgeeft beiden.
Ja, ik geloof zeker dat Kerst een feest is dat gevierd mag worden; kijk maar eens naar wat we niet te vieren hebben!
Maar door wat er van gemaakt wordt, is de kans groot, dat we de oorspronkelijke reden van het feest uit het oog verliezen, dat we het begraven onder de dennentakken, kerstballen, en al die andere dingen.
Dat we de kerstman en zijn cadeautjes tot de belangrijkste persoon van Kerst maken in plaats van Jezus en Zijn geschenk.

Laten we deze Kerst toch beseffen dat de kribbe leeg is en dat de schaduw van het kruis over de kribbe valt.
Het kindje is een volwassen man geworden en heeft Zijn leven gegeven zodat wij konden worden vrijgekocht van de zonde.
En deze man is teruggekeerd naar Zijn Vader, waar Hij een plaats voor ons, voor een ieder die in Hem gelooft, aan het bereiden is.
Ja, het is ontzettend belangrijk om niet te vergeten dat God mens werd, dat Hij naar deze wereld kwam als een baby.
Het betekende dat Hij Zijn plaats in de hemel opgaf voor de donkere moederschoot; dat Hij de heerlijkheid die Hij had bij Zijn vader inruilde voor deze door duisternis gevulde, zondige wereld.
Maar Zijn doel was om jou en mij vrij te kopen van de zonde, opdat we zullen zijn waar Hij is.


Morgen (vandaag alls dit stukje verschijnt) is het de eerste advent.
Advent staat voor verwachten, uitzien naar; is een voorbereidingstijd naar Kerst toe.
Als ik even op Internet kijk naar de oorsprong van Advent(-stijd)* kom ik ook nog een ander, minstens even belangrijk, aspect tegen, namelijk, dat Adventstijd ons ook wil richten op de nog te verwachten komst van de Here Jezus: Zijn wederkomst.
Ook dat is een wezenlijk onderdeel van Advent.
Jezus komt terug!
En dan?

Dan komen we terug bij het kopen en gekocht worden.
Kopen wij Kerst, of laten we ons vrijkopen met Kerst; of zijn we reeds vrijgekocht?
Wat doen wij?
Waar staan wij?
Wat verwachten wij?
Waar zien wij naar uit?

De laatste woorden van de schrijfster voor deze week neem ik graag mee deze Adventstijd in:

‘Neem tijd om Jezus in de ogen te kijken en te luisteren naar Zijn woorden. Om Hem te bedanken.’


Lieve vader in de hemel, wat hebben wij ervan gemaakt?
Wat hebben wij gemaakt van de geboorte van Uw Zoon?
Welk een poespas hebben we er rondom heen gebouwd en hoe dreigt alles niet de werkelijke Reden van Kerst te begraven!?!
Vergeef ons, Vader, vergeef ons, Heer Jezus, vergeef ons …
Help ons om het dit jaar misschien eens anders te doen dan anders.
Laat ons de tijd nemen om U, Heer Jezus in de ogen te kijken en te luisteren naar Uw woorden; tijd nemen om U te bedanken.
Kerst is niet het feest van samenzijn en gezelligheid, maar het Feest van Uw Liefde voor de mens, voor mij!
Een liefde zo ongekend groot, dat U Uw heerlijkheid opgaf om als baby naar deze wereld te komen en daar te lijden en te sterven voor een ieder van ons!
Waar U de prijs betaalde voor ons, voor onze zonden, om de toegang tot de Vader weer vrij te maken.
Laat deze boodschap toch blijven doorklinken, Vader, in onze harten, maar ook in  en door ons leven heen.
In wie we zijn en hoe we leven, in onze keuzes, in onze levenswandel.
Laat toch Uw Licht, Heer Jezus, alle lampjes en lichtjes die deze maand ter decoratie worden opgehangen of neergezet, alles overschijnen, opdat er niet alleen gekocht zal worden, maar ook worden vrijgekocht.

In Jezus’ Naam.

- Amen -


Zijn naam is: Jezus!

Er is één Licht,
dat helderder schijnt
dan ooit een licht
heeft geschenen.
Er is één Licht,
dat ooit voor korte tijd
werd gedoofd,
maar daardoor ook
De Weg heeft bereid.

Er is één Licht,
dat wacht om
gevolgd te worden
naar het hemels paradijs.
Er is één Licht,
-je kunt het niet missen-
dat onafgebroken schijnt
op de weg die Hij
voor ons heeft geplaveid.

Er schijnt een Licht;
Zijn naam is Jezus.
Zie je het nog
tussen alle andere
lichtjes door?
Weet je ook nog,
tussen alle versierselen
en menugangen,
waarvoor?

Er schijnt een Licht boven alle lichten:
Zijn Naam is: Jezus!


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




* >> Oorsprong Advent

zondag 23 november 2014

Week 48 – Een heerlijk buffet

… de bepalingen van de HEERE zijn waarachtig, met elkaar zijn zij rechtvaardig.
Zij zijn begerenswaardiger dan goud, ja, dan veel zuiver goud, en zoeter dan honing en honingzeem uit de raat.
HSV

… de regels van de Ene zijn wáarheid, rechtvaardig alle sámen; begerenswaardiger
dan goud, van het edelste een schát!- en zoeter dan honing, dan honingzeem uit de ráat.
NB

De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al.
Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat.
NBV

Psalm 19:10b,11


Gods woord wordt ook wel het ‘voedsel voor de ziel’ genoemd; ons geestelijk voedsel.
Jezus zegt in Mattheüs 4:4: ‘De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.’
Zoals ons lichaam voedsel nodig heeft om te groeien en te kunnen functioneren, zo heeft ook onze ziel dit nodig om dezelfde redenen.

De Bijbel spreekt hier ook over en maakt dit duidelijk aan de hand van het voorbeeld van zuigelingen en volwassenen:

1 Korinthe 3:2 – Ik (Paulus) heb u met melk gevoed en niet met vast voedsel, want u kon dat nog niet verdragen; … 

1 Petrus 2:2 – ‘En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien.

Hebreeën 5:12-14a - ’Want hoewel u, gelet op de tijd, leraars zou moeten zijn, hebt u weer iemand nodig die u onderwijst in de grondbeginselen van de woorden van God. U bent geworden als mensen die melk nodig hebben en niet vast voedsel. Ieder immers die van melk leeft, is onervaren in het woord van de gerechtigheid, want hij is een kind. Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, …

Gods woord laat dus heel duidelijk zien dat groei door het woord van God tot je te nemen niet alleen belangrijk is, maar ook noodzakelijk.
Wat zou er van ons worden als we ons hele leven alleen maar aan de fles zouden blijven lurken?

Ik vind het beeld, de vergelijking van pasgeboren kinderen naar volwassenheid heel bijzonder, want het voorbeeld geeft een heel duidelijk beeld van wat er wordt bedoeld,  waardoor je je niet bezwaard of schuldig hoef te voelen als je net tot geloof gekomen bent, maar wat je ook aanspoort en terechtwijst als je al langer geloofd.
God laat door deze woorden heen zien, dat Hij ons mensen kent; dat Hij precies weet wat wij nodig hebben en dat Hij weet dat dingen tijd kosten, en Hij geeft ons de ruimte om te groeien.
Hoe bijzonder!
Tegelijkertijd laat Hij ons in Zijn woord echter ook zien dat groei wel noodzakelijk is; iets dat Hij van ons verwacht, zodat we bruikbare instrumenten kunnen worden in Zijn hand.
Duidelijk mag zijn dat dit alleen maar mogelijk is als we de Bijbel aannemen als het door de Heilige Geest geïnspireerde woord van God, tot onderwijs, om te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in rechtvaardigheid. (2 Tim. 3:16)


Toch is de Bijbel voor velen een gesloten boek, weinigzeggend en moeilijke, zware kost.
Beslist niet zoeter dan honing, of kostbaarder als goud, zoals onze tekst voor deze week zegt.
Hoewel er nog zoveel is wat ik niet begrijp, of kan plaatsen, of kan uitleggen, of … vul maar wat in, ik zelfs totaal niet van honing houd, is Gods woord mij heel dierbaar geworden.
Zo dierbaar, dat het voor mij wel is geworden als het heerlijkste dat er is, en kostbaarder dan wat dan ook.

Gods woord is alles wat het zegt dat het is, maar ik heb het pas ontdekt toen ik Zijn woord niet alleen las, maar ook in praktijk ging brengen.
Voor jaren heb ik zitten wachten op het ‘gevoel’ wat ik erbij zou ‘moeten’ hebben/krijgen; ervaringen, bewijs, … maar pas toen ik Zijn woord in praktijk ging brengen (geloven, danken, proclameren, uitstappen), ging ik de waarheid en de rijkdom van ervan ontdekken.
Stap voor stap; van de melk naar het fruithapje, naar het brood, naar de spinazie, naar de stamppotten boerenkool en misschien wel uiteindelijk tot de meest culinaire gerechten.
En dit proces gaat maar door en door en door.
Leren, zien, ontdekken, groeien, handelen, doorgeven, blijven ontvangen van Hem door Zijn Geest, leren, nog meer ontdekken, zien, groeien …


Gods woord is betrouwbaar!
Gods woord is betrouwbaar, omdat onze God betrouwbaar is!
Je kun aan op wat Hij zegt! (Psalm 12:7)
Hij liegt niet en verandert niet van gedachten zoals de mens, noch belooft Hij iets en laat het na, of kondigt iets aan en doet het niet! (Num. 23:19)
Ja, soms zit er heel lange tijd tussen een belofte van God en de vervulling ervan, maar God doet altijd wat Hij belooft!
Wij mensen zijn (vaak) zo ongeduldig, en kunnen maar slecht wachten; alles moet snel snel.
En als we niet oppassen trekt dit ook door in ons geloofsleven, in onze tijd met God.
We plannen van alles, maar hoeveel tijd plannen we per dag, per week in voor een ontmoeting met God?
Is er wel regelmatig (iedere dag?) een moment tijd die we vrijmaken om Zijn woord te lezen?
Of is het iets dat even snel tussendoor alles door moet?
Hoe kunnen we verwachten iets van Hem te horen als we niet bereid zijn om tijd met Hem door te brengen, stil te worden en naar Hem te luisteren?


Het thema van deze week is ‘Een heerlijk buffet’.
O, wat zou ik het graag helemaal hebben uitgeschreven hier in mijn blog, maar helaas, copyright.
De overdenking van de afgelopen week nam mij mee naar het Bijbelrestaurant ‘De honingraat’ en toonde mij het speciale Bijbelmenu; een heerlijk buffet!
Alles wat we in een gewoon restaurant tegen kunnen komen, komt aan bod.
Een klein proeverijtje:

Het vlees: Symboliseert het bestuderen van de wetten, voorschriften en offers in oa. Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Vlees is voedzaam en belangrijk. Soms is het wat taai, moet je er langer op kauwen. Je zult zeker onder de indruk raken en de smaak waarderen.

De groente: De vier evangeliën (Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes) hebben hun eigen kleur, smaak en textuur. Ze vullen elkaar aan en zijn absoluut noodzakelijk in het menu.

En zo gaat het verder met de aardappels, de saus, het dessert (zoet en zuur); het fruit, de koffie, het gebak en de chocolade.
En ben je in een ‘gewoon restaurant’ beperkt in de keuze, in wat je mag nemen en in de hoeveelheid, dit restaurant biedt echt alles en je mag nemen wat je wilt en net zoveel als je wilt, want alles is in overvloed aanwezig.


Mag ik je nog enkele recensies doorgeven over dit restaurant?

* Het is werkelijk een genot om hier te eten; het is zoeter dan honing in je mond,  en als je niet van honing houdt, bedenk dan maar iets wat jij het lekkerst vindt, en het is nog veel lekkerder!

* Daar eten is een bron van blijdschap!

* Het eten doet mij jubelen!

* Het eten van deze gerechten verlicht mijn leven!

* Hier hoef je nooit bang te zijn dat het eten niet goed is; nooit mislukt hier iets, of is het te zoet of te zuur, of te bitter of te …; altijd precies goed! Soms wel even wennen, maar uiteindelijk altijd perfect!

* Eén grote vreugde en blijdschap voor je hart om hier te eten!

(Psalm 119:103; Psalm 119:77, 174; Psalm 119:171,172; Psalm 119:105; Num. 23:19; Jeremia 15;16)

Ik hoop dat de gegeven recensies uitnodigend genoeg zullen zijn om hier toch eens te gaan eten, of de tijd ervoor te nemen om ook eens echt goed te proeven wat je eet.
Het kost je misschien wat tijd, maar je zult ontdekken dat je er alleen maar vaker en vaker wilt eten.
En wat let je?


Lieve Vader in de hemel, welk een ‘overheerlijk buffet’ biedt U ons aan.
Ja, sommige gerechten zijn even wennen, en soms moeten we even goed kauwen, maar och, Heer, als we de tijd nemen om regelmatig terug te komen om de gerechten te proeven, welk een genot is het dan niet om in dit ‘restaurant’ te eten.
Geef, Vader, dat we, misschien nieuwsgierig geworden door de recensies, eens in het restaurant, waar U de ‘Chefkok’ bent, komen eten en er ook lang genoeg zullen blijven om wat we eten ook echt te kunnen proeven.  
Geef dat we ook de ‘Gastheer’ de ruimte zullen geven om ons de verschillende gerechten uit te leggen, of om ons bepaalde gerechten te adviseren.
Laat ons daar ook echt voor openstaan en niet eigenwijs alleen maar nemen wat wij willen, of alleen maar lekker vinden. 
Laat ons ook dankbaar zijn voor de ‘liefdevolle en zorgzame handen’ die ons het eten aanreiken.
En doe ons daarbij ook beseffen hoe rijk wij eigenlijk zijn dat wij dit restaurant zomaar binnen handbereik hebben; want niet overal, Heer, kunnen mensen dit restaurant zo makkelijk binnengaan en eten.
Vaak beseffen we pas wat we missen als we het niet (meer) hebben; geef dat dit bij ons niet zo zal zijn, maar dat we zullen komen en eten nu het (nog) kan.

In Jezus’ Naam.

- Amen -


Bron van vreugde

O, HEER,
hoe kostbaar zijn mij
Uw woorden!
Ze zijn kostbaarder dan
de gouden ketting om mijn hals
en zoeter dan de fijnste
en heerlijkste chocolade
die ik ooit heb gegeten.

Uw woord is echt en puur,
waar en waarachtig,
en als ik terugkijk in mijn leven,
zie ik hoe U overal was en mij
nimmer hebt vergeten.

Welk een bron van vreugde
is Uw woord mij geworden.
Welk een vrede mijn deel
als ik U in de stilte ontmoet.

Ik kom tot rust in Uw aanwezigheid,
in het tot mij nemen van Uw woord,
waardoor ik U beter leer kennen
en kan zeggen:
‘Het is goed wat U ook doet!’


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,





zondag 16 november 2014

Week 47 - En ik?

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus.
HSV

Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus.
NBV

1 Korinthiërs 12:12


Als ik vandaag (zaterdag) achter mijn laptop kruip om verder te gaan met mijn stukje voor zondag, komt er op een gegeven moment iets heel anders uit mijn pen dan anders, namelijk een verhaal.
Als het af is en ik het nog eens nalees en overdenk, delete ik elk eerder geschreven woord, gewoon omdat ik het gevoel heb dat ik dit moet doen, omdat het verhaal voldoende is.
Zo is er dus deze week ook geen gedicht, maar nodig ik je uit om het verhaal te lezen.
Dat God het in ons aller hart mag uitwerken.


De Dirigent en het orkest

Van heinde en ver komen mensen aangelopen.
Mannen, vrouwen, met of zonder kinderen en/of baby’s.
Sommigen komen samen, anderen komen alleen, en elk van hen heeft een instrument in hun handen.
Ze verzamelen zich op een heel groot plein, waar allemaal stoelen en muziekstandaards klaarstaan.
Men neemt elkaar op; sommigen openlijk, anderen vanonder hun wimpers.
Op een verhoging staat de Dirigent klaar.
Zijn ogen glinsteren vol verwachting en gaan over al die mensen die eraan komen.

Maar hoe dichterbij de mensen komen, hoe onrustiger het wordt.
Mensen botsen tegen elkaar en verdringen elkaar om maar op de eerste rij te kunnen zitten.
Hun muziekinstrument is immers het belangrijkste!
Kijk eens hoe groot, kijk eens hoe mooi, kijk eens hoe …
De mensen met een klein instrument worden opzij gedrongen of aan de kant geschoven en er zijn er zelfs die zeggen: gaan jullie maar naar achteren, of daar ergens aan de zijkant staan; denk je nu echt dat dat miezerige instrument van jullie belangrijk is voor de grote dirigent?!
Wat doe je hier eigenlijk?

Het is een lawaai vanjewelste; stoelen en muziekstandaards schuiven en vallen om; ja, zelfs mensen en kinderen duwen elkaar omver.
Ruziënde stemmen klinken over het grote plein en er is maar weinig oog voor de Dirigent, Die inmiddels Zijn aanwijzingen probeert te geven te midden van het lawaai.
De glinstering is uit Zijn ogen verdwenen, en heeft plaatsgemaakt voor diep verdriet en pijn om wat Hij ziet en hoort.

Hier en daar ziet Hij dat er toch mensen zijn die elkaar helpen; uitgestoken handen naar hen die zijn gevallen, armen die om schouders geslagen worden om te troosten.
Handen, die de stukken van kapot gevallen instrumenten weer bij elkaar te rapen en helpen om het weer in elkaar te zetten, zodat ze weer gebruikt kunnen worden.
Handen, die omvergevallen stoelen en muziekstandaards weer overeind zetten en schoonmaken.
Er zijn er die zachtjes beginnen te spelen en te zingen, ondanks de chaos van alles.
Die letten op de Dirigent, Die Zijn aanwijzingen blijft geven; want nee, de Dirigent geeft niet op!
Elk instrument heeft Hij immers nodig voor dit muziekstuk!
Van de kleine piccolo en triangel tot de grote trom; van de ukelele tot de contrabas.
Van het vreugdevolle gekraai van de baby tot de jubelende kinderstemmen.

Voor een moment sluit de Dirigent Zijn ogen; een verdrietige trek ligt op Zijn gezicht, terwijl stille tranen zachtjes over Zijn wangen glijden.
Och, als ze nu maar zouden willen luisteren, op Hem zouden letten, zouden willen horen wat Hij zegt, dan, dan, … het zou zo mooi zijn …

Als Hij daar zo staat met gesloten ogen, verdriet dat Zijn gezicht tekent en tranen die nu duidelijk glinsteren, lijkt het langzaam stiller te worden.
Men stoot elkaar aan, en wijzen elkaar op de Dirigent.
De één na de ander ziet de Dirigent, Zijn verdriet, Zijn tranen, en meer en meer verstompt het geruzie, meer en meer steken mensen handen naar elkaar uit, helpen elkaar, vragen elkaar om vergeving van hun woorden en wat ze deden.
Grote en kleine, mannen en vrouwen, gehuwden en ongehuwden, …
Geschuifel van voeten, stoelen en muziekstandaards en instrumenten klinkt tot het uiteindelijk helemaal stil is en alleen de stem van de Dirigent klinkt.

Nu hoort eenieder waar hij of zij moet zitten, welke plaats Hij voor hem of haar heeft bestemd.
Ze horen de tederheid en liefde in Zijn stem zelfs voor het kleinste instrument, en de trots in Zijn stem voor zowel degene die Hij achteraan plaatst als vooraan.
Ze horen Zijn uitleg en waar Hij een ieder wilt hebben en Hij wijst terwijl Hij spreekt: jij daar, jij daar, jij daar, en daar kom jij het beste tot je recht!
De liefde, die hoorbaar is in Zijn stem en zichtbaar op Zijn gezicht helen de wonden die op weg naar dit moment zijn ontstaan.
Als iedereen dan zijn plaats heeft ingenomen, de instrumenten zijn gestemd en het voor hem bestemde muziekstuk voor zich heeft en alle ogen gericht zijn op de Dirigent, is het moment aangebroken waarop het plein zich vult met de prachtigste klanken ooit gehoord.

De klanken missen hun uitwerking niet.
Het gezicht van de Dirigent straalt, en harten vullen zich met vreugde.
En met de vreugde stroomt de liefde de harten binnen; voor hun Dirigent en voor elkaar.
De handen van de Dirigent bewegen en met het volgen van Zijn leiding lijkt het alsof het grote plein opeens is afgeschermd van de wereld daarbuiten en eenieder weet dat hij op zijn plek is; kostbaar, waardevol, geliefd en bemind, en even belangrijk.
Hoe langer zij samen spelen en zingen, hoe meer zij één worden met de Dirigent, tot het uiteindelijk lijkt alsof er nog maar één zichtbaar is; de Dirigent.


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




zondag 9 november 2014

Week 46 - Het mopperplantje

Doe alle dingen zonder morren (en meningsverschillen), …
HSV

Doe wat u doen moet zonder te mopperen (of tegen te spreken.)
GNB

Doe alles zonder mopperen (en ruzie), …
HB

Filippenzen 2:14


‘Mopperen; is er één huis waar niet gemopperd wordt?’*


Mopperplantje,
je bent grauw,
stekelig en kaal,
en je bloemen geuren
naar eigenwijsheid,
egocentrisme,
trots
en opstandigheid.

Met elke keer
dat ik je water geef
groei je gestaag
en ondermijn je
mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God,
en breng je mij tot
steeds meer
ontevredenheid.

Welk voorbeeld
ben ik nog
voor de wereld
om mij heen;
ben ik zo nog wel
als een ster die
Gods Licht uitstraalt
en Zijn liefde
verspreidt?!

Naar: De overdenking van de kalender


Afgelopen week mocht ik stilstaan en nadenken over mopperen en ik moet je bekennen dat ik tot de conclusie kwam, dat ik niet alleen veel meer mopper dan dat ik me er bewust van ben, maar dat de impact ervan ook veel groter en verstrekkender is dan ik me ooit heb gerealiseerd en het heeft me gebracht tot het zetten van bepaalde stappen.

Mopperen is iets zeggen omdat je ontevreden ben; ontevredenheid uiten; onvrede uiten.
Andere woorden voor mopperen die je in de Bijbel vaak tegenkomt zijn: murmureren, morren, zich beklagen of verwijten.
De nieuwe ‘Bijbel in gewone taal’ spreekt over protesteren of klagen.


De gegeven Bijbelgedeelten brengen mij naar het volk Israël.
Ja, dit volk heeft inderdaad heel wat afgemopperd; tjonge jonge, wat ‘Mozes’ allemaal over zich heen kreeg!

Wat voorbeelden:
Exodus 15:24 - Toen morde het volk tegen Mozes, en zei: Wat moeten wij nu drinken? 
Exodus 16:2 - En heel de gemeenschap van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen 
Aäron in de woestijn.
Exodus 17:3 - … het volk morde tegen Mozes en het zei: …
Numeri 11:10 - Toen hoorde Mozes het volk jammeren, geslacht na geslacht, ieder voor de ingang van zijn tent.
Numeri 14:2 - Al de Israëlieten morden tegen Mozes en tegen Aäron. 


Ik heb me gedurende deze week eens een beetje proberen te verplaatsen in hun sandalen, en getracht me een klein beetje voorstelling te maken van ‘wat als ik daar nu bij had gelopen, me tussen en onder hen had bevonden’.
Wat zou ik hebben gedaan?
Het is heel makkelijk om nu te zeggen dat ik echt niet zo gemopperd zou hebben, want moet je toch eens kijken wat God allemaal al niet voor hen had gedaan en voor hen had gezorgd; ze moesten toch weten dat Hij altijd en overal kan en zal helpen.
En toch …
Ik weet het zo net nog niet; het ligt er denk ik ook een beetje aan met welke mensen je het meeste optrekt.
Als je om je heen niets anders hoort dan gemopper en geklaag, heeft dat een negatieve uitwerking op jezelf.
Vroeg of laat wordt je zelf chagrijnig en ga je mee mopperen.
En is het niet om hetzelfde als waar de ander op moppert, dan is het wel op degene(n) die mopperen.
We worden immers ook vrolijk en blij als andere mensen vrolijk en blij zijn!
Sommige kinderen kunnen zo heerlijk schaterlachen, dat al heb je eigenlijk geen reden om te lachen, toch tovert hun lachen op zijn minst een glimlach op je gezicht.
Het spreekwoord zegt niet voor niets: ‘waar je mee omgaat, raak je mee besmet.’
We zien dit in Numeri 11:4:
‘Het samenraapsel van vreemdelingen dat in hun midden verkeerde, werd met gulzigheid bevangen; daarom jammerden ook de Israëlieten opnieuw en zeiden: …’
Mopperen heeft dus duidelijk effect op onze omgeving, en niet bepaald een positief effect.

Daarnaast kom in de Bijbelgedeelten waaruit de verzen komen, ook heel duidelijk naar voren, dat hun gemopper tegen Mozes en Aäron in wezen tegen God is.
Mozes zegt dit ook in Exodus 16:8b – ‘Want wie zijn wij? Uw gemor is niet tegen ons gericht, maar tegen de HEERE.’
Ik heb mezelf deze week menigmaal afgevraagd, mijn gemopper op de kinderen, dat zij hun rommel niet opruimen, hun spullen overal laten slingeren; op die automobilist die maar 50/60 km blijft rijden waar je 80 km mag, of op mijn man, omdat hij … (ga ik lekker niet zeggen)
De volgende tekst kwam in mijn gedachten: ‘En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’
Ik weet dat deze tekst over daden spreekt, maar ik vraag me af of dit ook niet geldt voor dit soort dingen?
Is mijn gemopper (is immers ook een daad) tegen de kinderen, die automobilist, mijn man …, in wezen niet tegen Hem?

God stelt Zijn volk op meerdere manieren op de proef en om verschillende redenen.
Hij wilde dat zij zouden weten wie Hij was, dat ze Hem gehoorzaam zouden zijn, Hij wilde dat ze op Hem hun vertrouwen zouden stellen:

Exodus 15:25b -  ‘Hij riep tot de HEERE, en de HEERE wees hem een stuk hout. Dat wierp hij in het water. Toen werd het water zoet. Daar heeft Hij het volkverordeningen en bepalingen gegeven, en daar heeft Hij het op de proef gesteld.

Exodus 16:4 – ‘Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet.’

Numeri 14:11 – ‘En de HEERE zei tegen Mozes: Hoelang zal dit volk Mij nog verwerpen? En hoelang zullen zij niet in Mij geloven, ondanks al de tekenen die Ik in het midden van hen gedaan heb?’

Zou Hij dat ook bij mij doen als de kinders hun rommel weer laten liggen, als die automobilist te langzaam rijdt naar mijn zin, of als mijn man, of …?
Zijn het stuk voor stuk ook eigenlijk geen mogelijkheden waar ik kan leren?


Het gemopper van het volk Israël had grote, zeer grote gevolgen.
In eerste instantie heeft God geduld met het volk, en geeft Hij het de tijd om te leren zien wie Hij is en dat Hij betrouwbaar is, maar Zijn geduld houdt ook op.

Numeri 14:26,27 – ‘Daarna sprak de HEERE tot Mozes en tot Aäron: Hoelang zal Ik nog bij deze boosaardige gemeenschap blijven, die tegen Mij mort? Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord, waarmee zij tegen Mij morren.

Numeri 11:1, 10b, 19,20, 33

‘En het gebeurde, toen het volk zich beklaagde, dat het kwaad was in de oren van de HEERE, want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontbrandde. En het vuur van de HEERE brandde onder hen en verteerde, aan de rand van het kamp.’

 ‘En de toorn van de HEERE ontbrandde hevig; ook in de ogen van Mozes was het kwalijk.’

 ‘U zult het niet één dag eten, geen twee dagen, geen vijf dagen, geen tien dagen, en geen twintig dagen, maar tot een volle maand, totdat het u de neus uit komt en u ervan walgt. Want u hebt de HEERE, Die in uw midden is, verworpen, en hebt voor Zijn aangezicht gejammerd: Waarom zijn wij eigenlijk uit Egypte vertrokken?’

‘Het vlees zat nog tussen hun tanden, voordat het gekauwd was, toen de toorn van de HEERE tegen het volk ontbrandde, en de HEERE bracht het volk een zeer grote slag toe.’

Numeri 14:1-38


De consequenties van het gemopper voor het volk Israël waren verschrikkelijk; wat dat betreft is dit voor ons nu heel anders.
Ons gemopper lijkt vaak niet veel consequenties te hebben, hooguit merken we dat de mensen om ons heen chagrijnig worden, of dat God ‘even’ verder weg is dan anders, of de dingen die we moeten doen lukken niet zo goed, …
Maar zoals God het volk Israël strafte voor hun geklaag en gemopper, nee, zo is dat in onze tijd niet meer; toch …?

Misschien is er geen vuur meer uit de hemel en mogen we door het verzoenende bloed van de Here Jezus ons beloofde land straks toch binnengaan, maar lopen we niet heel erg ons doel mis met ons gemopper?

Filippenzen 2:14,15
‘Doe alles zonder morren of tegenspreken, zodat u onberispelijk en onschuldig bent, onbesproken kinderen van God, te midden van een slinks en ontaard geslacht, waarin u schittert als sterren in het heelal.’

‘Waarin u schittert als sterren in het heelal.’

‘… loof Hem, alle lichtende sterren …
Psalm 148:3b

Loof ik Hem met mijn gemopper?
Ben ik een lichtende, schitterende ster als ik mopper?


Op mijn bureau liggen nog verschillende schrijfsels van mij; ooit een keer geschreven naar aanleiding van verschillende dingen.
Ze liggen er al een poosje en zijn heel persoonlijk.
Als ik mijn schrift, wat daaronder ligt, wil pakken, word ik getrokken naar één van de gebundelde blaadjes om dat schrijfsel nog eens weer te lezen en ik kom tot de ontdekking dat dit aansluit bij deze twee laatste twee verzen.
Mag ik je even meenemen naar deze persoonlijke notities?


Citaat boek:
‘Het is niet verkeerd om plannen te maken, maar de les van Hizkia ’s tunnel is dat God, als we ons vertrouwen op Hem stellen, niet alleen overwint, maar ook wordt verheerlijkt.’


De vraag die in mij bovenkomt is: Hoe wordt God verheerlijkt in mijn leven? In de dingen die ik doe, of zeg …?
Als ik vanmorgen even een stukje lees uit het boek ‘Lopen op het water’ van Lynn Austin (even naar beneden scrollen) kom ik bij het bovenstaande citaat.
En terwijl ik gewoon doorlees tot het einde van het gedeelte, word ik ‘besprongen’ door het woord verheerlijkt.
Of eigenlijk, nog meer door de gedachte dat het de bedoeling is van ons leven, van de dingen die wij doen, dat God wordt verheerlijkt.

Mijn gedachten gaan tegelijk alle kanten op -naar mijn huishouden, de was, de rommel die ik steeds tegenkom, de badkamer en toilet …
In een woordeloze tweespraak die plaatsvindt in mijn gedachten in slechts luttele seconden, is het alsof God zegt: ‘In alles wat je doet gaat het erom hoe je het doet.’

Ik kom mezelf hier tegen, mopperend over de steeds weer terugkerende dingen die moeten worden gedaan, mopperend op iedereen, omdat ze ‘weer’ overal hun rommel laten slingeren en niet opruimen.
In die slechts luttele tijd komt ook de gedachte in mij op over ‘sloofje zijn’, mezelf verliezen, wie ben ik dan, doen wat een ander oplegt, verwacht, wil …
De gedachten buitelen in korte tijd over elkaar heen, maar één ding blijft daarin overeind staan: ‘…, opdat Ik word verheerlijkt!’

Ik mag mezelf verliezen in Hem die liefde is.
Ik kan mezelf verliezen in Hem, want in Hem ben ik veilig en geborgen.
In Hem vind ik alles wat waarde heeft.
In Hem word ik getransformeerd tot volmaaktheid en word ik vrij van alles wat mij bind of vast wil houden.

Mezelf verliezen in Hem doet mij opstaan tot een nieuwe schepping, vol kracht en luister, die Hem weerspiegeld en verheerlijkt.

‘Doe met vreugde het werk waartoe je geroepen bent, Mijn kind, ook de minder leuke dingen die daarbij horen, of die het gevolg zijn van je keuzes.
Wees gehoorzaam aan Mij en dien met vreugde.
In mij ben je nooit een sloof.
In Mij ben je nooit minderwaardig.
In mij vind je en ben alles.


Doe alles zonder morren of tegenspreken, zodat u onberispelijk en onschuldig bent, onbesproken kinderen van God, te midden van een slinks en ontaard geslacht, waarin u schittert als sterren in het heelal.

… loof Hem, alle lichtende sterren …


Lieve Vader in de hemel.
Dank U wel, voor de lessen die ik mag leren, voor Uw geduld daarin en voor Uw oneindige liefde die U daarin betoont.
Ik ben stil en onder de indruk, Vader, als zo deze week tot mij doordringt wat mijn gemopper wel niet betekent voor U, voor mij zelf, voor anderen.
Wat de gevolgen waren voor Uw volk voor hun gemopper, en hoe dat wel niet laat zien wat het U doet.
Ik kan U niet beloven dat ik nooit meer zal mopperen; dingen zijn makkelijker aangeleerd dan weer af, maar brengt U, door Uw Geest mij toch steeds weer al deze dingen in gedachten een volgende keer als ik mopper of wil mopperen, ook al is het stil in mijn  gedachten, opdat ik werkelijk een lichtende ster zal worden in deze wereld.
Een lichtende ster, die U weerspiegeld en verheerlijkt.
In Jezus ‘Naam.

- Amen -


Onberispelijk, onbesmet,
onbesproken en oprecht zijn,
is wat U van ons vraagt.
Zijn als sterren aan de hemel,
schitterend en stralend,
Uw Naam verheerlijkend
tot in alle eeuwigheid.


Gods rijke zegen voor de komende week
en een liefdevolle groet,




* Citaat kalender